Start Omhoog

Citaten uit

De Amerikaanse lobby

Hoe Pfizer en Microsoft het Nederlandse politieke klimaat op een koopje beďnvloeden

Pieter van Os, De Groene Amsterdammer 14 oktober 2005

De scheuring binnen de neoconservatieve Edmund Burke Stichting is mede veroorzaakt door het Amerikaanse farmaceutische concern Pfizer. Dat bedrijf financierde de stichting met in totaal 470.000 dollar, in de hoop dat ze het politieke klimaat in Nederland in gunstige zin zou beďnvloeden. Maar toen directeur Bart Jan Spruyt zich verbond met de uitgetreden VVD’er Wilders besloot Pfizer afgelopen zomer de betalingen te staken. Pfizer overweegt nu over te stappen naar het European Independent Institute, een afsplitsing van de Burke Stichting. Een reconstructie.

Het begon allemaal veelbelovend. Samen met een groep sympathisanten begonnen Joshua Livestro, de toenmalige me de werker van eurocommissaris Frits Bolkestein, en Bart Jan Spruyt, voormalig politiek redacteur van het Reformatorisch Dagblad, een denktank naar model van de Amerikaanse Heritage Foundation. Naam: de Edmund Burke Stichting.

Doel: het verspreiden van het conservatieve gedachtegoed in Nederland.

Werkwijze: het organiseren van bijeenkomsten, publiceren van rapporten, verrichten van onderzoek en het schrijven van artikelen voor de media.

De financiële middelen moesten komen van particuliere geldschieters. Aanvankelijk waren dat alleen Nederlanders. Twee startsubsidies van de gebroeders Baan, van het gelijknamige softwarebedrijf, zetten de eerste zoden aan de dijk. Het «conservatieve moment», zoals ook de kop luidde waarmee Livestro in NRC Handelsblad het startschot gaf voor de denktank, bleek inspirerend genoeg om, op het hoogtepunt, rond de 250 geldschieters te vinden. Met dat geld kon de stichting een pand aan het Noord einde in Den Haag betrekken en vier medewerkers in dienst nemen.

Maar onderweg is er iets fout gegaan [...] toen Spruyt in 2004 een openlijke samenwerking aanging met de uitgetreden VVD’er Geert Wilders.

Voor haar budget, intussen gegroeid tot 330.000 euro, werd de stichting voor het overgrote deel afhankelijk van Amerikaanse sponsors: de multinationals Pfizer en Microsoft. Weer een jaar later, toen bijna het voltallige bestuur en de raad van toezicht waren opgestapt, steunde de Burke Stichting nagenoeg compleet op de bijdragen van deze multinationals. Pfizer, het farmaceutische bedrijf dat onder meer Viagra op de markt brengt, betaalde toen 150.000 euro op jaarbasis.
Die afhankelijkheid werd de conservatieve stichting uiteindelijk noodlottig. Toen Pfizer en Microsoft deze zomer niet opnieuw met geld over de brug kwamen, moest directeur Spruyt terugtreden en genoegen nemen met een functie als «onbezoldigd bestuurslid». Voordien verdiende hij jaarlijks 75.000 euro.

[...]

Op 3 oktober 2005 vond de lancering van hun nieuwe, van de Burke Stichting afgescheiden denktank plaats: het European Independent Institute.

[...]

Des gevraagd levert Pfizer ook een officieel standpunt inzake de recente verwikkelingen bij de Burke Stichting. Een woordvoerder van de corporate affairs-afdeling:

«We hebben afgelopen jaar inderdaad een financiële bijdrage geleverd, voor het gezondheidszorgprogramma van de Burke Stichting. Maar we zijn nog niks met ze overeengekomen voor het komende jaar. De Burke Stichting heeft ons ook nog niet formeel benaderd. In alle landen waar wij zaken doen, proberen we het gezondheidszorg debat te voeden, en als de Burke Stichting daartoe ook dit jaar opnieuw veelbelovende plannen heeft, zijn we zeker bereid die serieus in overweging te nemen, zoals we dat met ieder ander plan van iedere andere denktank zouden doen. Tegelijk zijn wij ons bewust van de recente ontwikkelingen bij de stichting.»

[...] Pfizer [...] zag weinig tot niets in de Burke Stichting, bevestigt een oud-bestuurslid:

«Zij vonden ons maar een rare club, zeker na dat anti-islamiseringsplamflet. De contacten waren altijd stroef.»

[...] Tussen 2001 en 2005 doneerde Pfizer zo in totaal 470.000 euro.

Sinds september zit Bart Jan Spruyt zonder personeel en zonder zijn directeursinkomen van 75.000 euro op jaarbasis. Zijn stichting mag van het European Independent Institute wel het oude gebouw in Den Haag blijven gebruiken, maar Spruyt zal zich niet meer tot Pfizer wenden.

Over de toenemende invloed van de Amerikaanse geldschieters zei Spruyt – die niet aan dit artikel wil meewerken – eerder tegen Trouw:

«Bedrijven willen nu alleen nog maar geld geven als ze onze agenda mede mogen bepalen. Een farmaceutisch bedrijf wilde ons bijvoorbeeld alleen steunen als wij in ruil daarvoor stennis wilden schoppen tegen het nieuwe zorgstelsel van minister Hoogervorst van Volksgezondheid. Wij als Burke Stichting liepen het gevaar dat onze onafhankelijkheid en integriteit in het geding kwamen. Het is verschrikkelijk. Ik kwam voor de keuze: of verder gaan met dat soort gedoe of terugkeren naar de basisactiviteiten.»

[...]

[... O]nder Livestro’s directeurschap [waren] een indrukwekkend bestuur en een imponerende raad van toezicht bijeen gebracht, met coryfeeën uit de politiek als Hans Hillen, Dries van Agt, Onno Ruding (allen CDA) en Eimert van Middelkoop (ChristenUnie). En tot zijn vertrek was er nog nooit een donateur weggelopen, bevestigt Livestro vanuit Engeland, het land waar hij nu woont.

[...] Visser en Spruyt kregen niet meer dan 25.000 dollar uit het familiefonds De Vos. Voor die 25.000 moes ten ook nog eens de statuten worden aangepast, om te verzekeren dat de Amerikanen de gift van hun belastbaar inkomen konden aftrekken. De Burke Stichting moest statutair nog duidelijker verklaren dat het geen directe politieke bemoeienis ambieerde. Het bestuur ging zonder morren akkoord.

Wel klaagden de bestuursleden zo nu en dan tegen Bart Jan Spruyt over zijn management. Hoewel hij een meester was in het vinden van de publiciteit liet de dagelijkse leiding van het kantoor te wensen over. Ook deed hij weinig met tips voor potentiële geldschieters.
[....]

De onvrede van het bestuur werd nog groter toen Spruyt meeschreef aan een manifest waarmee het afgescheiden VVD-kamerlid Wilders een eigen beweging wilde beginnen. In nationale televisieprogramma’s vertelde Spruyt (bij de Kamer van Koophandel bekend als «Spruit») dat die beweging moest uitmonden in een «Nederlandse variant op de Amerikaanse Republikeinse partij», die er onder meer naar zou streven burgerrechten «voorwaardelijk» te maken. Direct was de Burke Stichting zijn prominente sympathisanten Hillen, Van Agt en Van Middelkoop kwijt, én menige Nederlandse donateur.

Het bestuur voerde een stevig gesprek met Spruyt. De directeur vertelde het bestuur over de bedreigingen aan zijn adres en de verwarring na de moord op Theo van Gogh. En hij beloofde beterschap. Maar toen Spruyt zich in maart 2005 opnieuw in het openbaar committeerde aan de zaak van Wilders en zelfs verklaarde wellicht een kamerlidmaatschap te ambiëren, stapten vier van de vijf bestuursleden op.

Medeoprichter Andreas Kinneging, hoog leraar aan de juridische faculteit te Leiden, werd daarna bestuursvoorzitter.

[...]

Spruyt draaide de zaak om en week af van het grote Amerikaanse voorbeeld Heritage Foundation, door te verklaren dat juist de bestuursleden niet verbonden dienden te zijn aan een politieke partij. De afhakers op hun beurt bleven loyaal genoeg om nooit de namen te noemen van de twee grote Amerikaanse geldschieters. Pas nu die geldkraan is dichtgedraaid, bevestigen enkele oudgedienden desgevraagd hun identiteit.

De Burke Stichting was geen vreemde keuze voor Pfizer en Microsoft. Beide multinationals zijn al jaren donateurs van de Heritage Foundation. Dat valt na te lezen in het jaar rapport van de conservatieve denktank in Washington DC, die 262 medewerkers in dienst heeft en een jaarbudget van 33 miljoen dollar kan besteden.

[...]

In de Verenigde Staten heeft Pfizer reeds een traditie in het beďnvloeden van het publieke debat. De multinational heeft een eigen «politiek-economisch onderzoekscentrum» en zelfs een «dienst sociale kwesties». De medewerkers daarvan produceren aan de lopende band rapporten met titels als: «Globalisering: Een kracht achter de bestrijding van armoede».

Buiten de Amerikaanse grens begon het met de «Pfizer Forumbijlages» in de Britse Economist (het blad maakte duidelijk dat het om gekochte advertentieruimte ging). Later begon het bedrijf met de financiering van Timbro, de leidende vrijemarktdenktank in Zweden. Dit werd zo’n succes dat Pfizer een aparte functie creëerde op het kantoor in New York. Er werd een contactpersoon voor de Europese onderzoeksinstituten aangesteld. Die zou hulp bieden aan de nieuwe ideologische denktanks die «onafhankelijke» pogingen doen het Europese gat in de markt op rechts te vullen, en tegelijk de politieke agenda moeten uitvoeren van het farmacieconcern.

[...]

Eline van den Broek schreef voor de stichting de brochure Geneesmiddelenbeleid: Afschaffen?! Sterker, bijna de helft van de Burke-brochures, waarin «het conservatieve gedachtegoed wordt toegepast op de brandende kwesties van deze tijd», gaat over zorg en geneesmiddelenbeleid. Eline van den Broek, inmiddels directeur van het European Independent Institute, vindt het «logisch» dat de geldschieters waar voor hun geld krijgen.

[...]

Hoe zit het dan met dat «onafhankelijk» in de naam van het European Independent Institute? Van den Broeks collega Sander Boon:

«Onafhankelijk zijn van de overheid, daar gaat het om. Dat is nagenoeg uniek in Nederland. Daarom is het ook zo moeilijk om het hoofd boven water te houden. In de Nederlandse samenleving is de bereidheid om te geven volledig geërodeerd, door de overal aanwezige overheid. Zelfs negentig procent van de ondernemers ligt in Nederland met de overheid in bed. [...] »

Boon schrikt desondanks als hij hoort dat de namen van de sponsoren Microsoft en Pfizer nu bekend zijn geworden:

«Het is ook een strategische beslissing om niet de namen van onze geldschieters te geven. Dan gaan mensen zich afvragen wat onze meningen waard zijn.»

Voorzitter Andreas Kinneging van de Burke Stichting is daarover minder terughoudend:

«De wereld wordt geregeerd door ideeën en nauwelijks iets anders, zoals Keynes schreef aan het slot van zijn General Theory. Voor het levend houden en verspreiden van die ideeën is geld nodig. Zonder gaat het niet. Het probleem met veel corporate sponsors is dat ze niet in de grote ideeën over de goede samenleving en de goede mens zijn geďnteresseerd, maar alleen in een intellectuele verdediging van hun eigenbelang. Alleen daar willen ze geld aan uitgeven. Dat nu willen we niet.»

Joshua Livestro, vanuit Engeland, gelooft niets van deze redenering:

«Toen Spruyt zo openlijk voor Wilders koos, tekende hij natuurlijk in zekere zin het doodvonnis van de stichting. We wilden een onafhankelijk instituut opbouwen. Dan moet je geduld hebben. Dat heeft tijd nodig. Voor alles is het essentieel dat je je onafhankelijk opstelt ten opzichte van alle politieke partijen.
We wisten dat er conservatieven waren te vinden in CDA, VVD, ChristenUnie, SGP en ook wel in andere partijen. Dom natuurlijk om je dan al zo snel vast te pinnen op één politieke partij, een nieuwe nog wel.
Je moet je bovendien voorstellen dat de Nederlanders die geďnteresseerd zijn in zo’n denktank vaak interessante, maar moeilijke mensen zijn. Het zijn de enigen die al die decennia niet mee zijn gegaan in de links-liberale consensus van Nederland. In een land waar consensus het hoogste goed is, doet dat volgens mij iets met je; de politieke marge doet rare dingen met de mens. Wijzelf moesten dus in ieder geval het hoofd koel houden. Onze passies in toom houden. Dat is Spruyt dus duidelijk niet gelukt.»

Vanuit Amerika bevestigt Kees Heesters deze lezing. Heesters weet wat er nodig is voor een succesvolle denktank. Hij werkte enige jaren geleden voor de invloedrijke Amerikaanse denktank American Enterprise Institute, het huisorgaan van de neoconservatieven rond de regering-Bush dat alleen al in 2004 voor 25 miljoen dollar aan donaties wist te werven.

«Dit was een leiderschapsprobleem. Spruyt kon de verleiding niet weerstaan zo veel mogelijk met z’n kop op de buis te zijn. Maar geduld is misschien wel het allerbelangrijkste», aldus Heesters.

Spruyts eigen verklaring voor zijn Waterloo is simpel. In Trouw zei hij:

«De budgetten van deze bedrijven krimpen en het aantal denktanks neemt toe. Niet in Nederland, maar wel in Oost- en Zuid-Europa. Er zijn dus meer denktanks en er is minder geld.»

Is het zo eenvoudig te verklaren? Het is waar dat er meer denktanks in Europa zijn ontstaan. Maar dat er minder geld is te besteden, betwijfelt Jess L. Baily, de voormalige tweede man op de Amerikaanse ambassade in Den Haag. De Republikein Baily keerde enkele maanden geleden uit Nederland terug en kent de Burke Stichting. [...] Baily relativeert Spruyts interpretatie van de teloorgang van de Burke Stichting:

«[...] Pfizer had aan die Spruyt een koopje. Voor dat beetje geld manifesteerde die man zich prachtig: volgens mij was hij niet uit jullie dagbladen weg te slaan.»

 

Start Omhoog