Start Omhoog

De Edmund Burke Stichting  

Uit: Een “conservatieve revolutie”? De Edmund Burke Stichting en haar tegenstanders 

Maria Trepp, < m.trepp@wanadoo.nl >, zie ook < www.passagenproject.com  >

De Edmund Burke Stichting, een rechtse denktank van voornamelijk witte mannen, [13]   werd opgericht in 2000/2001 als en denktank naar Amerikaans model. Het praktische programma van de conservatieven werd gekenmerkt door grote zorg over de staat van gezin, maatschappelijke organisaties, school, universiteit en andere instituties die zij van belang achten voor de overdracht van de deugden. Marcel ten Hooven: 

“Weerzin tegen de geestelijke nalatenschap van de jaren zestig was een rode draad in de publicaties en op de website van de Burkestichting.”

In het begin kon de Burke Stichting ook mensen uit de christen-democratische en de gereformeerde kringen betrekken: Dries Van Agt , H. Hillen (CDA) en E. van Middelkoop (ChristenUnie). 

Begin 2003 zegt Burke-directeur Livestro: 

“We hebben nu sympathisanten binnen CDA, VVD, SGP, LPF en zelfs een enkeling binnen de centrumlinkse ChristenUnie.” (de Volkskrant, 12-2-2003) .  

Nadat de Burke Stichting in 2004 via Bart Jan Spruyt een samenwerking met Geert Wilders begon hebben de  gematigde conservatieven de Stichting verlaten. 

“Conservatisme moet geen synoniem worden met harde rechtse praatjes”, waarschuwde Spruyt nog bij zijn aantreden als directeur van de Burke Stichting in 2002 (Trouw, 25-9-2002)  

Maar een paar jaar later werkt hij samen met Geert Wilders, die het gelijkheidsbeginsel uit de Grondwet wil halen. In Lof van het conservatisme (2003) ontkent Spruyt nog, dat het conservatisme van de Burke Stichting uit eenzelfde soort impuls, 

“ - een bedenkelijke emotie van rancune en ressentiment- is voortgekomen als het gevulgariseerde Fortuynisme”.(p. 10)  

Twee recensenten van Lof van het conservatisme, Arnold Heumakers en Hans Achterhuis, valt het op dat Spruyt in dit boek een zeer geďdealiseerde en schone versie van het conservatisme weergeeft. Arnold Heumakers: 

“De democratie is de horizon van het hier geprezen conservatisme, en dus ontbreken er in Lof van het conservatisme nogal wat conservatieven die zich van deze restricties niets hebben aangetrokken.” (NRC, 16-5-2003)

Hans Achterhuis: 

“[…] maar in de vele lofzangen van Spruyt ontbreken praktisch alle dissonanten.[…] Dat is misschien wel zo verstandig, want zo blijft zijn eigen conservatisme aantrekkelijk en schoon.” (Trouw, 17-5-2003)

In de herfst 2003 is in de brochure 'De crisis in Nederland en het conservatieve antwoord' een omslagpunt in het denken van de Burke Stichting te constateren. Van een nadruk op een breed conservatisme en private deugden wordt nu overgeschakeld naar een nadruk op politie, justitie en defensie: 

“Dit betekent dat de overheid zich bovenal bezig moet houden met drie belangrijke aangelegenheden: defensie (externe veiligheid), politie (interne veiligheid), en het handhaven van wetten en regels door het justitiële systeem. Dat zijn de kernactiviteiten van de overheid, en voor deze posten moet dus altijd voldoende geld worden uitgetrokken.”(NRC, 16-10-2003)

Het nieuwe Nederlandse conservatisme geeft zich vanaf 2003 steeds duidelijker te kennen als rechts populisme, met Spruyts eerst inofficiële (vanaf september 2004) [14] , dan officiële samenwerking met Wilders (2005/2006) als hoogtepunt. 

In augustus 2006 is de spijt hierover groot: Spruyt verbreekt zijn samenwerking met Wilders, omdat Wilders niet met de andere rechtspopulistische partijen wil samenwerken, en de “conservatieve”, dat wil zeggen: rechtspopulistische, beweging, volledig verbrokkeld is, en geen electoraal succes kan verwachten.

In de Burke Stichting waren drie of vier verschillende conservatieve richtingen verenigd.  Spruyt /Visser benoemen deze stromingen in hun Conservatief Manifest (De crisis in Nederland) als

sceptisch conservatisme, 

historisch conservatisme en 

natuurrechtelijk conservatisme, 

met Heldring, Cliteur en Kinneging als representanten voor elke stroming. 

De “sceptisch-conservatieve” richting, waartoe CDA- en CU/SGP-leden hoorden, heeft eind 2004/begin 2005 afscheid genomen van de Burke stichting, toen deze voor een definitief rechtspopulistische koers had gekozen. [15]  

Een vierde conservatieve stroming die door Spruyt/Visser niet werd genoemd hoort ook bij de Burke Stichting en heeft in de loop van de tijd aan invloed gewonnen: 

de revolutionair-neoconservatieve richting, 
waar Cliteur, Ellian, Visser, Spits en Spruyt zelf bij horen ( of hoorden, zoals Spruyt, die in augustus 2006 ineens afstand neemt van neoconservatisme en revolutie).

Kinneging beweert in het interview op 13 mei 2006 in de NRC ook dat de Stichting in 2005 de bakens had verzet: 

We hebben de politiek radicaal de deur uitgezet.” 

Hij verzwijgt dat Spruyt, die begin 2006 een officieel samenwerkingsverband met Geert Wilders is aangegaan en voor Wilders het partijprogramma schreef, altijd lid van het bestuur van de Burke Stichting is gebleven ( later niet meer als directeur, maar wel als secretaris) , en vanwege de officiële samenwerking met Wilders de Stichting niet hoefde te verlaten.

De Burke Stichting streeft een Ronald Reagan-Agenda na en steunt Geert “Joe” Wilders. [16] De Edmund Burke Stichting is o.a. “een schaduwuniversiteit” [17] waar de nieuwe conservatieve elite wordt klaargestoomd. Zo’n 450 studenten zijn volgens de Volkskrant bij Burke betrokken.

Hubert Smeets: 

“De Burke Stichting [...] is zo revolutionair als de pest. «Er dient dreiging van ons uit te gaan. We moeten als een mysterie en imminent gevaar boven de politieke markt hangen. Dat kunnen we doen door van tijd tot tijd afgewogen betuigingen van inhoudelijke steun te geven aan politici die zich opstellen als oppositionele provocateurs en een onderdeel kunnen blijken te zijn van de trigger naar de verhoopte paradigmawisseling.» [citaat Bart Jan Spruyt, M.T]
[...] 
[De  Burke Stichting] gokt op een crisis, staat «klaar» om deze of gene provocateur een handje te helpen en marcheert op naar het staatskasteel als de boel op instorten staat. Kinneging en de zijnen bereiden zich voor op een coup, een coup waarin ze zelf de hand niet willen hebben maar die door anderen mogelijk moet worden gemaakt. Zelfs de Jacobijnen van Robespierre waren minder opportunistisch dan de Burkianen van nu.” [18]  

Kinneging geeft in een reactie (in Filosofie Magazine 9/2005, p. 6) ) toe, dat Spruyts schrijfstijl “wat apocalyptisch is” – maar, zo zegt Kinneging: “boeiend is het wel”.

Kinneging doet lacherig over de Burkiaanse ambities voor een staatsgreep. Maar er is geen reden om te lachen over de brede machtbasis die de Burke Stichting aan de Universiteit Leiden heeft veroverd.

De Burke Stichting is sterk geďnspireerd door een apocalyptische visie. Zonde, decadentie en ondergang domineren hun denken. John Gray spreekt over het merkwaardige bondgenootschap, dat christelijke apocalyptische fundamentalisten hebben gesloten met Verlichtingsfundamentalisten [en dit bondgenootschap kunnen we in Leiden uitstekend bestuderen]: 

“Het christelijke fundamentalisme  [in Leiden: Kinneging, Spruyt, Spits,  M.T] en het Verlichtingsfundamentalisme [Ellian, Cliteur, M.T.] hebben de krachten gebundeld.” [19]

Noten

Klik op het nummer om terug te keren naar de tekst

[13] Loubna Berrada in Trouw, 1-9-2004.

[14] Het Parool, 3-9-2004; 22-10-2004.

[15] Het Financieele Dagblad, 6-11-2004.

[16] Zie Moeizame revolutie, de Volkskrant, 12 maart 2005, p. 25/26: de Burke-Stichting heeft Wilders geholpen zijn partij-programma op te stellen. “Joe” Wilders is een grote bewonderaar van Joe McCarthy, zie  Frits Abrahams, Joe Wilders, NRC 28-4-2004.

[17] Zie Moeizame revolutie, de Volkskrant, 12 maart 2005, p. 25. Voor info over de Burke-stichting  zie ook: Eric Krebbers en Inge van de Velde, Conservatieven willen verworvenheden vrouwenbeweging terugdraaien, De Fabel van de illegaal 46/47, zomer 2000, http://www.gebladerte.nl/10751f46.htm

[18] Hubert Smeets, De Putschisten zijn onder ons, http://groene.alias.nl/,  zie ook de artikelen over de Burke-Stichting in De Groene van 14 en 21 oktober De Burke Stichting staat paraat.

[19] Verlichting en terreur, p. 31.

 

Start Omhoog