Citaten uitZe stikken, verdrinken en verbranden en wij halen achteloos de schouders opThomas Spijkerboer, NRC 5 november 2005 Is de brand in het detentiecentrum op Schiphol waarbij elf gedetineerde vreemdelingen omkwamen echt te beschouwen als 'noodlot'? En al die vluchtelingen die sterven aan de buitengrenzen van Europa, is dat louter hún verantwoordelijkheid? Stop het cynisme. Open de ogen voor wat er gebeurt. [...] De brand in het detentiecentrum op Schiphol-Oost roept een aantal vragen op.
Bij de brand in Volendam kwamen veertien jongeren om, en de - echte - tragiek droop dagenlang van de buis. Voor de doden van Schiphol-Oost was wel aandacht, maar er was weinig betrokkenheid. Natuurlijk, het zijn niet onze zusters of zoons die daar verbrandden, en daardoor is er weinig mooi beeld. Maar er is meer aan de hand. De scherpste illustratie hiervan bood het hoofdartikel van de Volkskrant van afgelopen zaterdag, dat begint en eindigt met een relativering. De opening komt er op neer dat we in Nederland tegenwoordig niet meer bereid zijn het 'noodlot' te aanvaarden. De conclusie is dat we niet moeten ingaan op 'hernieuwd geschamper over de manier waarop Nederland vreemdelingen behandelt'. In de Tweede Kamer mocht GroenLinks het onderwerp naar zich toe trekken - in de Nederlandse politieke verhoudingen een signaal dat aan duidelijkheid weinig te wensen overlaat. Bij de herdenkingsdienst, afgelopen dinsdag in Amsterdam, hadden kennelijk alleen de linkse partijen het gevoel acte de présence te moeten geven. Een handjevol mensen heeft zondag een wake gehouden, maar dit ging uit van de beperkte groep die dat al jaren doet. Nu is de brand op Schiphol-Oost, hoe ernstig ook, een incident. Maar de lauwe reacties laten in verhevigde vorm zien wat er structureel aan de hand is met het Europese vreemdelingenbeleid. [...]
[...] Het is een voorzienbaar gevolg van Europees beleid dat tussen buurlanden een wedstrijd in afschrikking op gang komt, waarbij het kan gebeuren dat migranten worden gemarteld of in reddeloze toestand worden achtergelaten. Toen berichten hierover de Europese pers bereikten, stuurde de Europese Commissie een missie naar Ceuta en Melilla. Het rapport dat daarover op 18 oktober werd uitgebracht, concludeert dat de samenwerking met Marokko moet worden geïntensiveerd. Ook moet samenwerking worden gezocht met Algerije en landen verder naar het zuiden. In praktijk betekent dit dat de situatie zal verergeren: houd migranten nóg verder weg van onze grenzen. Maar over de manier waarop Marokko, Algerije en andere Afrikaanse staten dat gaan doen lezen we niets - dat heeft kennelijk een iets lagere prioriteit. [...] Dat beleid heeft een prijs. De Amsterdamse organisatie United begon in 1993, toen het Europese migratiebeleid vorm begon te krijgen, met het bijhouden van een dodenlijst. Op basis van berichten in de pers wordt zo precies mogelijk vastgelegd hoeveel mensen zijn omgekomen aan de grenzen van Europa. Het blijkt dat het aantal getelde doden is opgelopen van 57 in 1993 tot 835 in 2004. [...] De doden zijn voor Europese kranten bladvulling. En niet elke drenkeling spoelt aan. Als de 58 doden van het Dover-transport niet door Britse agenten waren gevonden, hadden de smokkelaars zich stilletjes van de lijken ontdaan. Zonder twijfel gebeurt dat regelmatig. [...] Wiens verantwoordelijkheid is het dat er elke dag een paar mensen sterven aan de grenzen van Europa? Het is zonder meer waar dat het de migranten zelf zijn die in wrakke bootjes en in slecht geventileerde containers stappen. Het is al even waar dat het de smokkelaars zijn die zo veel mogelijk geld willen verdienen, en dus geen cent over hebben voor de veiligheid van hun lading. De smokkelaars worden dan ook met groot enthousiasme aangevallen. Zij worden regelmatig als 'misdadig' aangemerkt, alsof het vermelding behoeft dat boeven misdadig zijn. Maar zo gemakkelijk komen we er toch niet van af, hoe graag we dat ook zouden willen. Voor het optreden van Spaanse grenswachten is Nederland in politieke zin rechtstreeks verantwoordelijk. Het zijn onze grenzen die daar bewaakt worden, en als daarbij - volgens AZG - gemarteld wordt dan is dat ook onze zaak. Dat geldt eveneens voor het nog veel grovere optreden van de Marokkaanse diensten. Het is staand beleid om buurlanden van de Europese Unie steeds meer het vuile werk van onze grensbewaking te laten opknappen, en dan kunnen we onze handen niet wassen in onschuld. En al die mensen die verdrinken of stikken, zijn we daar als Europeanen ook verantwoordelijk voor? Het ligt anders dan bij het handelen van onze bondgenoten, maar we kunnen moeilijk doen alsof we er niets mee te maken hebben. Het beleid is bekend, het is voorzienbaar dat het aantal doden toeneemt. Dat is niet de bedoeling van het beleid, maar we zijn wel bereid het op de koop toe te nemen. [...] Vloeit hieruit nu voort dat de grensbewaking dan maar moet worden afgeschaft? Dat lijkt me voorbarig. Maar als er gesproken of besloten wordt over beleid, vereist de zindelijkheid dat alle gevolgen (ook de indirecte, onbedoelde) van dat beleid in aanmerking worden genomen. Dat gebeurt nu in het geheel niet. Zoals het verbranden van gedetineerde vreemdelingen als 'noodlot' wordt aangeduid, zo zien we het sterven aan onze grenzen bij voorkeur als de eigen verantwoordelijkheid van de omgekomenen - of beter: we zien het liever helemaal niet en willen het niet weten. Dat is zelfs voor het Nederland van vandaag een tikkeltje te cynisch. Bij de vreselijke gevolgen van ons beleid horen we niet zo nadrukkelijk de andere kant op te kijken als we nu doen. We horen te discussiëren over de vraag of we, zelfs met gelijkblijvende beleidsdoelen, niet andere middelen kunnen verzinnen om ze te bereiken. [...] Om zulke discussies te kunnen voeren moeten we eerst veel preciezer weten wat er feitelijk
gebeurt.
[...] Verder zou het goed zijn als een mensenrechtenorganisatie een specifiek op dit onderwerp gericht Europees project zou beginnen, vergelijkbaar met het Amerikaanse Death at the Border. Bestaande organisaties zijn ofwel - met alle respect voor hun jarenlange werk - te klein, ofwel zijn begrijpelijkerwijs benauwd om te worden neergezet als clubs die grensbewaking helemaal willen afschaffen. [...] Even huilen is toch wel het minste, lijkt me. Als u het drie keer per dag doet, zit u aan de lage kant. Thomas Spijkerboer is hoogleraar migratierecht aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Hij publiceerde o.a. 'Vluchtelingenrecht' (2005). Onder redactie van Thomas Spijkerboer en Sarah van Walsum verschijnt volgend jaar 'Women and Immigration Law'.
|