Citaten uit
Naar zijn eigen hemel
De Turkse identiteit onder druk
Mehmet Ülger; De Groene 2 februari 2007
De moord op journalist Hrant Dink heeft Turkije in tweeën gesplitst. Voor het eerst in de Turkse geschiedenis gingen honderdduizenden mensen de straat op met leuzen als: ‘Wij zijn allemaal Armeniërs’. Nationalistische advocaten willen hen allemaal voor de rechter slepen.
[...]
Dink was de stem van de Armeniërs in Turkije. Op de ochtend van 23 januari verzamelen mensen zich voor de redactie van
Agos om Dink te begraven. Dink, enkele dagen daarvoor vermoord, was oprichter en hoofdredacteur van deze Armeense krant, die tweetalig wordt uitgegeven.
Voor het gebouw in de Istanbulse wijk Sisli groeit de menigte snel tot tienduizenden demonstranten. De stille woede is van de gezichten af te lezen. Man, vrouw, oud, jong, Turks, Koerdisch, Armeens – ze hebben één ding gemeen: ‘We zijn allemaal Hrant, we zijn allemaal Armeniërs.’ De teksten op de protestborden liegen er niet om, de gescandeerde leuzen evenmin. Hier is een aanslag gepleegd op heel Turkije, zo wordt het ervaren.
Dink was overigens niet de eerste vermoorde journalist in Turkije. Sinds 1909 zijn 61 journalisten geliquideerd, door nationalisten, fundamentalisten, maar ook door overheidsdienaren. De meeste daders zijn nooit bestraft.
De ochtend van de begrafenis is niet alleen historisch vanwege de massale demonstratie, maar ook omdat er een taboe wordt doorbroken. In het Turks bestaan veel scheldwoorden die terugslaan op de Armeense minderheid in Turkije. ‘Zoon van Armeniërs’ staat gelijk aan ‘landverrader’. Als je zegt: ‘Ik ben Armeniër’ word je sowieso gezien als landverrader. Daardoor durven veel Armeniërs die in Turkije wonen niet hun eigen naam te gebruiken. Dat op die ochtend honderdduizenden mensen in het hele land met zulke protestborden de straten op gaan, mag een unicum genoemd worden.
[... ...]
Toen Frankrijk de ontkenning van de Armeense genocide strafbaar wilde stellen, zei Dink in verschillende Turkse kranten dat hij naar dat land zou afreizen om de genocide te ontkennen. Waarmee hij aangaf dat vrijheid van meningsuiting boven alles stond. Op de ochtend van de begrafenis van Dink werd duidelijk dat een groeiend deel van de Turkse bevolking de diepgang van zijn woorden wel had begrepen.
[...]
Tegelijkertijd bracht de demonstratie ook iets anders aan de oppervlakte, namelijk het groeiende nationalisme in Turkije. De moord op Dink heeft het land min of meer in tweeën gesplitst: zij die democratisering van het land voorstaan staan tegenover degenen die vasthouden aan een misplaatst eergevoel.
De invoering van artikel 301 is al een op zichzelf staande nationalistische daad in een juridisch sausje. ‘De Turkse identiteit’ moet ongeschonden blijven. Wie zich kritisch uitlaat over het Turkse heden of verleden wacht de gevangenis. Artikel 301 maakt het mogelijk het nationalisme tot in het absurde door te voeren. Advocaten hebben naar aanleiding van de grote demonstratie rondom Dinks begrafenis aangekondigd alle betogers voor de rechter te willen dagen.
Orhan Pamuk is inmiddels publiekelijk gewaarschuwd door een van de verdachten van de moord op Dink. ‘Pamuk moet goed nadenken’, zei hij, terwijl hij door agenten werd afgevoerd. De Nobelprijswinnaar was eveneens door een nationalistische advocaat voor de rechter gedaagd vanwege uitspraken over de Armeense genocide. Hij werd vrijgesproken, zeer waarschijnlijk vanwege zijn grote bekendheid. Maar er lopen nog tientallen rechtszaken tegen minder bekende goden die de moed hadden de Armeense kwestie ter discussie te stellen. Tot nu toe heeft het alleen nog bij Dink tot een veroordeling geleid.
[...]
Veel mensen hopen dat dit artikel zal worden afgeschaft. Nu is ook de tijd om dat te doen.
[...]
Ondanks de groeiende kritiek is de regering niet van plan om het artikel te schrappen.
[...]
De
nationalistische actiepartij MHP, bekend als Grijze Wolven, [...] heeft in het verleden vaker anti-Armeense gevoelens aangewakkerd. In 2004 verscheen de Armeense film Ararat, die op bedekte wijze toespelingen maakte op de genocide die rond 1915 plaatsvond. Bioscoopeigenaren werden door
MHP’ers bedreigd en na talloze demonstraties werd de film uiteindelijk uit de cinema’s gehaald.
De arm van de MHP reikt ver, want ook in Nederland hebben Grijze Wolven Armeniërs aangevallen. Eind jaren negentig wilden Armeniërs in Assen een monument oprichten voor de slachtoffers van de genocide. Vanuit de Turkse gemeenschap in Nederland kwamen hevige protesten, waarbij de Grijze Wolven in de voorhoede stonden. Er werd gedreigd met demonstraties, handtekeningen werden verzameld, de gemeente Assen werd bestookt met mailbommen en de Armeense initiatiefnemer moest onderduiken. In 2001 kwam het monument er dan toch, maar de oorspronkelijke tekst werd gewijzigd. Het woord ‘genocide’ wordt niet meer genoemd, als gevolg van alle intimidatie en bedreigingen.
Erger zijn de feiten die naar boven kwamen toen de Grijze Wolf en meest gezochte crimineel van Turkije, Abdullah Catli, samen met de korpschef van Istanbul in 1996 verongelukte en een diplomatiek paspoort op zak bleek te hebben. Een parlementair onderzoek volgde. Uit een geheim deel van het rapport bleek dat Catli een waslijst aan misdaden tegen Armeniërs in Europa had gepleegd, in opdracht van de Turkse veiligheidsdienst mit. Op die lijst prijkte onder meer een nooit opgeloste moord in november 1982 op de Armeniër Nubar Yalimian uit Utrecht. Verder bleek hij een bomaanslag te hebben gepleegd op de Armeense jongerenorganisatie in Enschede en op een Armeens café in Hengelo.
[...]
Veel nationalisten hadden de hoop dat Dink in afwachting van zijn veroordeling naar aanleiding van artikel 301 het land uit zou vluchten. In Armenië of Frankrijk of waar dan ook ter wereld had hij gemakkelijk een vluchtelingenstatus gekregen. ‘Ik ga niet naar een hemel die niet van mij is’, was Dinks simpele antwoord. En hij bleef en hoorde de veroordeling aan.
[...]