Citaten uitPopulisme is een langzaam werkend gif in staat en samenlevingPolitici moeten zich inzetten voor de zuivere werking van de parlementaire democratie en niet spugen in de bron waaruit zij drinken.Thom de Graaf, De Volkskrant, Het Betoog, 19 april 2008 [... ... ...] Niet zo gek lang geleden onthielden Kamerleden zich van elk publiek commentaar op individuele strafzaken en andere geschillen die onder de rechter waren. Ook de uitspraken zelf werden zeer terughoudend tegemoet getreden. Daar was en is een reden voor. Het is noodzakelijk dat de rechterlijke macht onpartijdig oordeelt. Om dat te waarborgen, is afstand nodig – in plaats van geagiteerde Kamerleden die figuurlijk op de rechterstoel zitting nemen en letterlijk op de publieke tribune van hun onvrede blijk geven. Kamerleden die dat doen, moeten terug naar school voor een les in elementaire beginselen van het staatsrecht – en misschien, moet ik eraan toevoegen, van het fatsoen. Recent is discussie ontstaan over de verruwing van het parlementair taalgebruik. Het is in het algemeen natuurlijk een fatsoensnorm om een ander niet knettergek te noemen of een beroepslafaard, maar het is bovendien in het parlementair debat niet nuttig. Het voegt niets toe aan de argumenten, het voert niet tot een oplossing of een compromis, het maakt de maatschappelijke tegenstellingen niet duidelijker dan ze al zijn en het verschaft niet meer inzicht in de politieke visie van wie dan ook. Het is de afgelopen zeven jaar mode geworden om met veel passie zich af te zetten tegen de spelregels van de parlementaire democratie. Als iets schadelijk is voor het geloof en het vertrouwen in de werking van onze politieke structuren, zijn het wel politici die een tegenstelling opwerpen tussen wat er aan het Binnenhof gebeurt en de maatschappelijke problematiek daarbuiten. Haags gedoe, Haagse achterkamers, Haags geneuzel, die termen horen we bij uitstek van Haagse politici. Zij spugen met liefde in de bron waaruit zij zelf drinken. Wat zij niet beseffen – of juist wel, en dat maakt het nog erger – is dat zij dat wantrouwen niet overwinnen, maar alleen maar vergroten. Het wordt tijd hiervan krachtig afstand te nemen. Politieke polarisatie kan in onze democratie een legitieme keuze zijn – al draagt zij zelden bij aan maatschappelijke stabiliteit – maar zij mag nooit een excuus zijn voor onzorgvuldig omgaan met onze staatkundige instituties. Zo vind ik het zorgelijk dat de leider van de sociaal-democratie in ons land bij voortduring flirt met polarisatie en populisme. Alsof imitatiepopulisme de oplossing is voor electorale misère. Wouter Bos zou beter moeten weten. Onzorgvuldigheid in het maatschappelijke verkeer leidt tot beschadiging. Dat geldt ook en in nog grotere mate voor onzorgvuldigheid die door de media wordt uitvergroot. Door de popularisering van de media heeft emotie in de samenleving de kans gekregen uit te groeien tot dramatische proporties. [...] Het opkomend populisme is een langzaam werkend gif in staat en samenleving. De staatsinstellingen worden bekritiseerd of belachelijk gemaakt. Het door meer dan 600 duizend mensen gekozen Tweede Kamerlid Rita Verdonk bestaat het zelfs om grotendeels afwezig te zijn in het parlement, omdat zij belangrijkere dingen te doen heeft bij ‘de mensen in het land’. In de samenleving worden latente tegenstellingen aangeblazen en verhevigd. De exploitatie van onrust en onvrede van de ene bevolkingsgroep dreigt ten koste te gaan van de ontwikkeling en maatschappelijke positie van anderen. Ik twijfel of mijn rechtsstaat nog wel de staat is die populisten nastreven. [...] Wie meent dat de vrijheid van meningsuiting vooral bedoeld is om ongestraft anderen te beledigen, wil niet samenleven maar overheersen. Grondrechten zijn nooit absoluut en vragen zorgvuldigheid in het gebruik. Ten opzichte van elkaar en tegenover andere grondrechten. Er is geen rangorde die voorschrijft dat de vrijheid om je mening te geven altijd belangrijker is dan de vrijheid van levensovertuiging of het recht op gelijke behandeling. [...] De kracht van de rechtsstaat is zo groot als ons vermogen om de waarden die daar aan ten grondslag liggen met inzet en passie te verdedigen.
Onze rechtsstaat is het waard om je er druk om te maken. Een andere hebben we niet. |