Citaten uitNederland wordt wel gewelddadigerHenk van de Bunt & Catrien Bijleveld NRC 13 november 1999 Eerste Hulp-afdelingen in grote steden worden regelmatig geconfronteerd met de gevolgen van geweld. Dat is op zich niets nieuws. Nieuw is wel dat het geweld zich tegenwoordig ook keert tegen het verplegend personeel. Daarom loopt tegenwoordig op een aantal Eerste Hulp-afdelingen in grote steden ook personeel in geüniformeerd blauw rond. Op alle fronten zijn in de afgelopen jaren dergelijke ontwikkelingen gaande. Wie zijn oor te luisteren legt bij portiers van discotheken, leraren in het voortgezet onderwijs of taxichauffeurs hoort dat het de laatste jaren erger is geworden met het geweld. Het geweld zou zowel in omvang als ernst zijn toegenomen. Jammer genoeg worden de ervaringen van deze maatschapschappelijke sensoren niet systematisch benut. Erger, zij worden al te gemakkelijk genegeerd. Het is opvallend dat in de afgelopen weken enkele deskundigen, onafhankelijk van elkaar, sterk relativerende opmerkingen over de geweldsproblematieke hebben gemaakt. [...] Er zijn twee bronnen die belangrijk zijn voor het bepalen van de aard en de omvang van geweld. Dat zijn de registraties van geweldmisdrijven door de politie en de metingen die via de zogenoemde slachtoffer-enquêtes plaatsvinden. [...] Het toenemend aantal politieregistraties van geweld is voor een aantal deskundigen evenwel niet overtuigend genoeg. Zij stellen dat de politie meer aandacht heeft gekregen voor geweld en dus ook meer van deze criminaliteit opspoort en registreert. [...] Vorig jaar september hebben wij een maatschappelijke sensor ingeschakeld. Wij vroegen een leraar in het voorgezet onderwijs in een achterstandswijk om voor ons een dagboek bij te houden van het geweld waarmee hij op school werd geconfronteerd. Hij beschreef in enkele maanden tijd een reeks van onthutsende gebeurtenissen. Slaan, getreiter, intimidaties, bedreigingen, mishandeling. In één geval richtte de dreiging zich tegen hem zelf. De meeste van deze gewelduitingen voldeden aan de delictsomschrijving van geweldmisdrijven in het Wetboek van Strafrecht. Het waren,ook in formele zin, gewoon misdrijven. Hoewel de aanleiding de uitvoering en de uitwerking van deze uitingen van geweld steeds varieerden, was er toch ook een gemeenschappelijke patroon. Zij speelden zich allemaal af in een sociale context waarin het vragen van respect veel belangrijker werd geacht door de leerlingen dan het tonen van respect voor de integriteit van anderen, leerlingen zowel als leraren. Van deze ‘alledaagse’ misdrijven werd in geen enkele geval aangifte gedaan bij de politie. Dat gebeurt veel vaker, of het nu geweld op school of geweld in het gezin of op straat betreft. De politiecijfers geven slechts een ondergrens aan. het is in feite dus veel erger gesteld met de omvang van de geweldscriminaliteit dan de politiecijfers aangeven. [...] Verreweg de belangrijkste bron voor geweldsmisdrijven is de slachtoffer-enquête wordt een representatieve groep van de Nederlandse bevolking gevraagd of zij in de afgelopen periode van een jaar slachtoffer van een of meer misdrijven is geworden. Het CBS neemt al sinds 1980 zo’n enquête af. Uit de gegevens van de afgelopen tien jaar komt een merkwaardig beeld naar voren. De periode 1990-1996 laat een fluctuerend verloop zien van het geschatte aantal ondervonden geweldsdelicten. In 1996 wordt een laagterecord gevestigd, maar in 1997 en 1998 neemt het aantal ondervonden geweldsmisdrijven weer toe. In 1996 bedroeg dit aantal 722.000, in 1997 waren dit er 860.000 en in de laatste jaar van de meting in 1998 is het aantal opgelopen tot 954.000. [...] De politiestatistieken en de slachtoffer-enquêtes wijzen dus allebei op een stijging van de geweldcriminaliteit in Nederland in de afgelopen jaren. Het is dan ook niet goed te begrijpen waarop sommige deskundigen hun relativerende opmerkingen baseren. [...] Deskundigen die vinden dat het allemaal wel meevalt met ‘het’ geweld, maken in feite een rondedans rond de problemen. Zij willen of durven de ernst van de problemen niet onder ogen te zien. Ze verkondigen dat het probleem ons wordt aangepraat, en het valt te vrezen dat zij vervolgens overgaan tot de orde van de dag. Henk van de Bunt en Catrien
Bijleveld
|