Start Omhoog

Citaten uit

Familiegeheimen zoeken

Door Guus van Holland, NRC 14 december 2004

[...]

Elf willekeurige mensen zitten om mij heen op een vroege zondagochtend. Mannen en vrouwen, jong en oud, uit alle windstreken, van verschillende afkomst. Allen met hun eigen vragen en hoop op meer duidelijkheid in hun leven. Waar ligt de oorzaak van de twijfel en de pijn?

Zou die opgesloten liggen in de familiehistorie?

[...]

 Om de beurt mogen wij ons probleem of ons doel van vandaag verwoorden.

[...]

Aan de hand van de theorieën van de bedenker van Familie- en Organisatieopstellingen, de Duitser Bert Hellinger, worden we uitgenodigd een opstelling te ervaren. Iemand wordt gevraagd de mensen die zijn of haar familie vertegenwoordigen intuïtief in de ruimte op te stellen. Bij de ene opstelling ben ik een vader, bij de ander een schoonzoon, dan een blanke partner van de Surinaamse vrouw, vervolgens een overleden grootvader of [...]

Het is verbluffend hoe ik me inleef en alle anderen in de rol die mij wordt toebedacht.

[...]

Zo vergaat het ook de anderen. Gevoelens komen los, hoe afstandelijk ik ook probeer te zijn, in welke opstelling ook.

[...]

Fascinerend, ik geniet. Wat gebeurt hier? De een krijgt helderheid, de ander woede, verdriet én helderheid. Ik probeer een en ander verstandelijk te plaatsen. Het is duidelijk: we zijn allemaal besmet met het virus 'familie', rituelen, conditionering, veiligheid. En toch hebben we ergens pijn, weten we dat het leven anders zou kunnen zijn als we ons niet zouden laten leiden door de erfenis van onze ouders en voorouders en al die mensen die op hen lijken.

Het is al laat als ik mijn opstelling mag maken. Ik wijs de Belgische jongen aan als mijn representant. Ik wil dat een andere man mijn vader speelt. Ik mag iemand aanwijzen die mijn 'missie' vertegenwoordigt. Dan mijn vaders ouders, mijn moeder, de mensen voor wie ik 'het allemaal doe'. Ik stel hen op zoals ik het voel.

Voordat ik het wil, zijn ze al in beweging en vereenzelvigen ze zich met hun (eigenlijk mijn) situatie. Ze voelen zich zichtbaar ongemakkelijk en zoeken betere posities. Ik verbaas me over hun beweging. Ze doen zonder dat ik stuur wat ik zou willen. Herkenning en erkenning maken zich van mij meester.

Ik mag me in 'mijn' constellatie begeven.

[...]

Mijn 'vader' zegt dat ik mag gaan waar ik wil, hij geeft me zijn zegen. Het zal wel, denk ik.

[...]

Ik denk na, ik voel en ik weet het zeker: wat er ook is gebeurd, het geeft mij enige helderheid. Er is meer dan conditionering, meer dan veiligheid. Ik ga door op mijn weg, weg van de kudde, weg van de vaders die mij in een vakje willen stoppen.