Citaten uitSoms echt, soms onechtWilma Kieskamp Minstens driehonderd vrouwen hebben hun ouders of anderen
beschuldigd van seksueel misbruik, nadat ze in therapie herinneringen kregen.
Een aantal vrouwen meldt nu dat die - soms zeer bizarre - verhalen hen zijn
aangepraat. Zijn therapeuten doorgeslagen? Rechtszaken bleven uitHet is niet bekend hoe vaak volwassen personen - meestal vrouwen - voor het eerst in therapie herinneringen kregen aan seksueel misbruik in hun jeugd. Midden jaren negentig was er een periode dat de politie jaarlijks zo'n dertig aangiftes binnenkreeg van misbruik na hervonden herinneringen. De laatste jaren is dat aantal sterk gedaald. Geen van die aangiftes leidde tot een strafrechtelijke veroordeling, hoewel de politie veel werk stak in het onderzoek. De kwaliteit van het politie-onderzoek liet echter vaak te wensen over, en hulpverleners hadden soms kritiekloos suggestieve technieken gebruikt. Sinds 1999 eist het Openbaar Ministerie dat de politie een aangifte waarin hervonden herinneringen een rol spelen, eerst ter beoordeling voorlegt aan een speciale 'Expertisegroep bijzondere zedenzaken.' [...] De door ouders opgerichte Werkgroep Fictieve Herinneringen zegt dat meer dan driehonderd families zich de afgelopen jaren bij de WFH hebben gemeld omdat ze zijn beschuldigd van seksueel misbruik, vaak na hervonden herinneringen. Tweederde van de klachten gaat over reguliere, gediplomeerde behandelaars, zegt de WFH. In tien families heeft de dochter de beschuldigingen later herroepen. Vier vrouwen hebben zich bij de vereniging gemeld met het verhaal dat hun therapeut hen niet-bestaande herinneringen heeft aangepraat. Een vrouw zegt dat zij daardoor zo ontregelde, dat ze in de wao raakte. Het kan, zegt psychologe dr. Nel Draijer, die zelf naast haar werk als onderzoekster bij de Vrije Universiteit geregeld slachtoffers van seksueel misbruik behandelt.
[...] Na tien jaar is de zogenaamde memory war, het felle debat over de betrouwbaarheid van herinneringen in therapie, sinds vorige week ten einde. De Gezondheidsraad heeft een 140 pagina's tellend rapport uitgebracht over de vraag of herinneringen die in therapie naar boven komen, betrouwbaar zijn. Nel Draijer was een van de leden van de onderzoekscommissie. De conclusie van het polderrapport: soms zijn herinneringen echt, soms zijn ze onecht - maar de therapeut kan er niet over oordelen en mag er ook niet over oordelen, al zal hij of zij voor zichzelf zeker een hypothese vormen. Het is onmogelijk om in therapie achteraf feiten of de juridische waarheid te reconstrueren. Therapeuten moeten uitkijken dat ze herinneringen niet zelf 'sturen'. [... Draijer] signaleert zelf een ander probleem.
De psychologe is bezig die groep simulanten op te sporen, samen met collega-onderzoeker Suzette Boon. Zij hebben al 36 'nagebootste' patiënten gevonden, die in behandeling waren bij diverse therapeuten. Deze patiënten simuleerden dat ze een zogenaamde dissociatieve identiteits stoornis (DIS) hadden, voorheen ook wel bekend als 'meervoudige persoonlijkheidsstoornis' (MPS). De geheugenstoornis was volgens hun behandelaars het gevolg van seksueel misbruik. Oftewel: ze wisten niets meer van het misbruik, juist omdat ze waren misbruikt. Volgens Draijer is de groep met ingebeelde DIS met de juiste diagnostiek vrij goed te herkennen. [...] Begin jaren negentig was er een hele hype rond MPS en ritueel misbruik - veel vrouwen met een MPS-diagnose kwamen met verhalen dat een internationaal opererende satanische sekte baby's bij hen had verwekt, geaborteerd en opgegeten. Ze waren daar achter gekomen door flarden van herinneringen. Een droom van een rood gordijn kon duiden op een orgie, vreemde sensaties bij het handenwassen konden duiden op vroegere deelname aan bloedrituelen. Psychiater Olga Heijtmajer had destijds een drukbezochte therapiepraktijk. De meeste van haar patiënten hadden voorafgaand aan de behandeling 'nog geen woorden' voor de oorzaak van hun algehele, grote malaise. Sommigen hadden wel een verhaal over 'gewoon' misbruik door een vader of andere familielid. Vaak ontdekte Heijtmajer dat er veel meer was gebeurd: georganiseerd, ritueel misbruik door grote aantallen daders. [...] Ook tien jaar later heeft ze nog geen spoor van twijfel over de betrouwbaarheid van herinneringen die pas in therapie bovenkomen. Ze behandelt nog steeds DIS-patiënten, onder wie een vrouw die al veertien jaar in therapie is en van wie Heijtmajer vermoedt dat zij chronisch is misbruikt. Daarnaast werkt ze tegenwoordig als kinderpsychiater in Ede.
[...] De Edese psychiater kan niet verklaren dat er recent vrouwen als 'spijtoptant' naar buiten zijn getreden. [...] Behandelaars, de kwakzalvers uitgezonderd, zijn niet onzorgvuldig te werk gegaan, vindt Heijtmajer. Dat er midden jaren negentig een tijdelijk piek was in het aantal aangiftes en meldingen zegt niets, redeneert zij.
|