Citaten uitLessen uit ErfurtGeweld op schooldoor Gerbert van Loenen Schoolpsychologe Lena Vogt kwam twee jaar geleden naar Erfurt om te helpen, nadat een scholier daar zestien mensen had doodgeschoten. Nu is ze er nog steeds, om schoolleidingen te wijzen op de signalen die aan geweld voorafgaan.
Robert Steinhäuser, de van school gestuurde scholier die twee jaar geleden op het Gutenberg-gymnasium in het Duitse Erfurt zestien mensen en aansluitend zichzelf doodschoot, handelde niet in een opwelling. Net zoals de daders in vergelijkbare gevallen van massaal schoolgeweld elders in de wereld, had hij zijn daad langdurig en koelbloedig voorbereid. Zulke gewelddaden op scholen blijken steevast door mannelijke leerlingen te worden gepleegd die geen volwassene in hun omgeving hebben die ze vertrouwen, en die ernstig teleurgesteld of langdurig gepest zijn. In de tijd voor hun misdaad zijn ze zichtbaar veranderd, hun gewelddaad bereiden ze langdurig voor en vaak geven ze hints over wat komen gaat.
[...] De leerlingen en leraren die de schietpartij hadden overleefd waren uiteraard volkomen uit hun evenwicht, maar ook hun omgeving had psychologisch advies nodig.
[..] Die eerste psychologische hulp was geen therapie, benadrukt Lena Vogt, maar eerste hulp voor de ziel. Door mensen die verward zijn door een extreme gebeurtenis snel hun verhaal te laten vertellen, help je hun weer structuur te scheppen in hun verwarde hoofd.
Hoe belangrijk, blijkt pas als zulke eerste hulp achterwege blijft.
Lena Vogt zag op een plein in de binnenstad een grote groep agenten oprukken richting twee elkaar vijandig gezinde jongerengroepen. Een punker was zojuist gewond geraakt bij een vechtpartij en werd naar het ziekenhuis gebracht.
De aanvoerder van de punkers was woedend, wist zeker dat de gewonde, een van hen, was neergeschoten en zou sterven. Dat hij geen schotwond had en niet zou overlijden, zoals Lena Vogt van een arts had gehoord, geloofde hij niet. Toen kreeg Lena Vogt door wat de oorzaak was van de heftige reacties. Ze waren bevriend geweest met Ronny, een van de twee in het Gutenberg-gymnasium doodgeschoten leerlingen. En nu ging er weer een dood, dachten die punkers.
Daarop nam ze de hele groep mee naar het ziekenhuis, waar ze zelf konden vaststellen dat hun in elkaar geslagen vriend geen schotwond had en niet in levensgevaar was. De politiechef was blij met Vogts interventie, het gevaar van een tweede geweldsuitbraak in Erfurt was geweken.
Praten helpt dus echt na zo'n crisis. De leerlingen van het Gutenberg-gymnasium hebben lange tijd gezamenlijk gesprekken gevoerd. Deze zijn inmiddels afgesloten. [...] En elke keer als er iets gebeurt dat herinnert aan toen, worden de leerlingen bijeengeroepen. [...] Maar Lena Vogt wil het niet bij nazorg laten. Zij gelooft ook in voorzorg: er valt een les te trekken uit Erfurt. In opdracht van de regering van de deelstaat reist zij daarom door Thüringen en roept alle 1500 schoolleidingen daar op zich op crises voor te bereiden. Op elke school moet een crisisteam zijn, vindt zij, met als leden om te beginnen de directeur, verder de secretaresse omdat die weet wie er aanwezig zijn, en de conciërge omdat die de sleutels heeft. [...] Verder kunnen zulke crisisteams zich voorbereiden op het opvangen van mensen op die iets vreselijks hebben meegemaakt. [...] Daarbij gaat het hier niet om iedere ervaring die een mensenleven kan veranderen, zoals de dood van een familielid. Het gaat om traumatische ervaringen, zoals schietpartijen en zelfmoord. Niet alles is meteen een trauma. Wel moet van elke crisis geleerd worden, stelt Lena Vogt. In het verschrikkelijke geval van Robert Steinhäuser heeft de deelstaat inmiddels de fatale regel afgeschaft dat een leerling die vlak voor het Abitur, zeg maar vwo-examen, van school wordt gestuurd, ook geen lager diploma of deelcertificaat kan krijgen. Geweld kun je voorkomen, er is iets aan te doen, daarvan is Lena Vogt overtuigd. En daarvan wil ze alle scholen in Thüringen overtuigen. Liefst zou ze willen dat de mensen die wereldwijd projecten ter voorkoming van geweld op school uitvoeren van elkaar zouden leren.
Maar bij alle inzet om schoolleidingen ertoe te brengen dat ze geweld serieus nemen en zich op het ergste voor bereiden, moet niet overdreven worden. Zo schudt Lena Vogt zwijgend het hoofd als schooldirectrice Brenn uit Trusetal haar collega's met trillende stem vertelt wat er in december 2002 bij haar op school voorviel. Op een enquête over de sfeer op deze middelbare school had een scholier deze als ,,zeer slecht, goed voor amok'' beschreven. Als mogelijke verbeteringen noemde hij ,,zelfmoord, amok, of de school opblazen''. De klassenleraar herkende het handschrift, de schoolleiding stuurde de politie erop af, die prompt huiszoeking deed en de leerling meenam, waarna de zaak werd overgedragen aan het openbaar ministerie. ,,Het Gutenberg-syndroom'', zegt Lena Vogt zuchtend. Ja, dreigementen van leerlingen moeten serieus worden aangepakt, maar je moet niet meteen overdrijven. [...] |