Start Omhoog

Na-oorlogsestadswijk: kinderhemel

Door CH, in: 0-25, mei 2002

Over:
L. KARSTEN. E. KUIPER EN H. REUBSAET, 
VAN DE STRAAT? DE RELATIE JEUGD EN OPENBARE RUIMTE VERKEND. 
ASSEN, VAN GORCUM, 2001; ISBN 9023237447.

Buiten spelen doe je op straat, het plein, de speeltuin of gewoon op de stoep voor de deur. Het klinkt gewoon, maar zo vanzelfsprekend is buiten spelen niet. Gebrek aan ruimte, toenemende verkeersdrukte en slecht onderhouden speeltoestellen maken buiten spelen voor veel kinderen weinig aantrekkelijk. Toch valt er met enige creativiteit heel wat te verbeteren, aldus Van de Straat? 

Van de Straat? is een bundeling van Nederlandse en buitenlandse studies naar het gebruik van de openbare ruimte door kinderen en jongeren. De auteurs richten zich op drie herkenbare woonmilieus: 

de vooroorlogse oude stadswijk (Schilderswijk in Den Haag, Lombok in Utrecht), 

de buitenwijk (Stadshagen in Zwolle, Kattenbroek in Amersfoort) en 

de verouderde naoorlogse woonwijk (Utrecht Overvecht, Rotterdam Hoogvliet). 

Voor elk type wijk komen ze met een aantal voorstellen die de openbare ruimte voor kinderen en jongeren veilig en toegankelijk moeten maken. Zo zijn kinderen in drukke, oude stadswijken vaak geholpen met de aanstelling van plein- en parkwachters die voor hen een herkenbaar en vertrouwd aanspreekpunt vormen. Ook verkeerskundige ingrepen bieden kinderen meer ruimte, zoals het afsluiten van straten voor gemotoriseerd verkeer en het verplaatsen van parkeerruimte naar de rand van de wijk. 

De schaarse ruimte kan voor verschillende doeleinden worden gebruikt. Een extra breed trottoir biedt kinderen de kans om voor hun huis te spelen. Een schoolplein kan ook na schooltijd dienst doen als speel- en ontmoetingsplek. 

Multifunctioneel gebruik van ruimte is met name een optie voor buitenwijken. Juist in deze wijken zijn er nauwelijks plekken waar opgroeiende pubers elkaar kunnen treffen. Klachten over overlast zijn dan ook legio. Problemen in deze nieuwbouwwijken zijn achteraf lastig op te lossen, stellen de auteurs. Het is vooral zaak dat planologen en ontwerpers van hun fouten leren en vanaf het begin van het planningsproces rekening houden met de eisen die de jeugd stelt aan haar woonomgeving. 

Heel anders is de situatie in de naoorlogse woonwijk. In tegenstelling tot de nieuwbouwwijk en de vooroorlogse oude stadswijk is hier een overdaad aan 'groen'. Erg aantrekkelijk voor kinderen is deze openbare ruimte niet. Er is veel van hetzelfde en het onderhoud laat vaak te wensen over. Maar er zijn volop kansen om er iets moois van te maken. Door een grotere speeltuin aan te leggen in plaats van verschillende kleine, creëer je een herkenbare speelplek waar meer sociale controle mogelijk is. Daarnaast bieden parken, velden en tuinen gelegenheid voor 'groen' spelen: verstoppertje spelen, hutten bouwen of tuinieren.

'Dat maakt deze stadswijken tot een unieke plek', menen de auteurs. 'Wat in de vooroorlogse oude stadswijken nauwelijks mogelijk is, kan hier nog gerealiseerd worden.'

 

Start Omhoog