Start Omhoog   

Passages uit

Schommels en draaimolens - 
risico en angst in het dagelijks leven van kinderen

Gedeeltelijke vertaling van

Swings and roundabouts: 
risk anxiety and the everyday worlds of children.

Sociology 11/1998

Scott, Sue
Jackson, Stevi
Backett-Milburn, Kathryn

[Het gehele artikel in het Engels]

Het begin van de inleiding

In het postmoderne tijdperk is nogal wat discussie losgebarsten over kinderen en de kindertijd. In het bijzonder staan de erkenning van de autonomie van kinderen hier tegenover het groeiende streven om kinderen te beschermen. De kijk op kinderen is paradoxaal genoeg zowel dat ze risico lopen, als dat ze een bedreiging vormen voor andere kinderen en de maatschappelijke ordening. 

Deze tegenstrijdigheden zijn te zien als een spanning tussen twee visies op kinderen: 

enerzijds: als actieve, bewuste en autonome individuen, en

anderzijds als passief, onschuldig en afhankelijk.

Onze invalshoek is hier: gevaar en angst voor gevaar, en meer in het bijzonder op het seksualiseren van die gevaren voor kinderen en de gevolgen die dit heeft voor hun dagelijks leven. In een klimaat van toegenomen angst  voor seksueel misbruik van kinderen bij het publiek en de professionals, hebben ideeën over seksuele gevaren steeds meer invloed op het de publieke discussie, de politiek en campagnes opgezet rond het thema 'gevaren voor kinderen'. Toch kan de opvallende angst voor seksualiteit alleen begrepen worden door deze te plaatsen in het bredere kader van alle vrees voor gevaren en risico's.

[...]

Kinderen en seksualiteit

De angst van publiek en van ouders concentreert zich op het punt van de vervroegde seksuele rijpheid van kinderen; dit is een bedreiging voor de veelvuldig gekoesterde ideaalbeelden van de kindertijd. De paniek [in Engeland] over de vele tienerzwangerschappen en de afwijzing van seksuele voorlichting geven aan dat men de kinderlijke onschuld gelijk stelt aan onwetendheid over seks. Vroege belangstelling voor seks wordt doorgaans uitgelegd als een teken van gevaar - vaak ook als een teken dat het kind misbruikt is - maar ook dat dat kind zelf mogelijk anderen zal gaan misbruiken. 

Een artikel in de Sydney Morning Herald van 19 november 1996 dat gaat over misbruikende kinderen adviseerde de ouders om beroepsmatige hulp te zoeken als hun kind blijk gaf van "een voor hun leeftijd te grote kennis van seksuele zaken". Het artikel betoogde dat een vroegtijdige onderkenning en behandeling noodzakelijk was voor kinderen die "seksueel gedrag dat niet bij hun leeftijd past of dwingend seksueel gedrag" vertonen. 

Het in één adem noemen van niet bij de leeftijd passend en van dwingend gedrag is bijzonder kwalijk, omdat dit suggereert dat dit hetzelfde is. We mogen ons dan afvragen of een kind dat kennis van seksuele zaken tentoonspreidt misbruikt kan zijn, er zijn ook nog andere redenen mogelijk dat kinderen die kennis hebben. Het is gevaarlijk om aan te nemen dat er iets wezenlijk mis is met kinderen die seksuele kennis hebben.

Het toegang hebben tot kennis van seksuele zaken markeert een belangrijke grens tussen kinderen en volwassenen. Men ziet dit bijvoorbeeld aan de discussie over de "negen uur grens" waarmee in Engeland de televisietijd wordt verdeeld tussen 'gezinsprogramma's ' en 'ontspanning voor volwassenen'. De televisie is een bron geworden van ouderlijke bezorgdheid dat hun kinderen worden blootgesteld aan seks en geweld. De moderne technische ontwikkeling, met video en Internet, brengt met zich mee dat ouders helemaal niet meer kunnen controleren wat hun kinderen aan informatie opdoen.

Inderdaad kunnen kinderen veelal rechtstreeks toegang hebben tot informatie die hun ouders niet eens kunnen bereiken. Veel vrouwen kunnen nog moeilijk met computers omgaan en veel moeders achten zich niet in staat tot het in de gaten houden van deze nieuwe bronnen van informatie. Zelfs zonder deze nieuwe technische wonderen kunnen ouders verbaasd en geschokt zijn over de kennis van seksuele zaken die hun kinderen kan bereiken. Onlangs is nog heftig gedebatteerd over de inhoud van bladen voor jonge tienermeisjes.

Feministen mogen zich zorgen maken over het ophemelen van het heteroseksuele ideaal in die bladen, het is ook goed om oog te hebben voor de positieve waarde daarvan. Deze bladen kunnen wel eens de voornaamste, zo niet de enige, nuttige en toegankelijke bron van informatie over seks zijn voor meisjes die anders geen mogelijkheid hebben om hun kennis van seksualiteit te onderzoeken. 

De bezorgdheid over deze bladen zegt dat men aanneemt dat het in stand houden van onwetendheid van meisjes hetzelfde is is het in stand houden van hun kuisheid. Niet alleen biedt onwetendheid geen enkele bescherming, er is ook geen enkel bewijs dat meer weten van seks ook meer seksuele activiteit betekent. 

Tienermeisjes zijn helemaal niet zo gemakkelijk te beïnvloeden als wel wordt aangenomen; ze zijn best in staat om die bladen ook kritisch te lezen. Die veronderstellingen van grote beïnvloedbaarheid getuigt niet erg van respect voor jonge mensen; vooral voor meisjes ziet men overal gevaren. Niemand schijnt zich erg druk te maken over wat de jongens allemaal lezen over seks; bij jongens betreft de bezorgdheid van volwassenen eerder geweld dan seks - en met ziet de jongens eerder als een gevaar voor anderen dan dat men ze zelf in gevaar ziet.

Volwassenen maken zich zorgen over de toegankelijkheid van seksuele kennis van zaken voor kinderen van alle leeftijden; het is, zo vreest men, altijd te vroeg. Ouders zijn wel bereid om de seksuele voorlichting over te laten aan de onderwijzers; ze vertrouwen er op dat deze de juiste kennis op de juiste tijd zullen verschaffen, net zoals ze eerst leren optellen en dan pas het vermenigvuldigen behandelen. Maar ook als de scholen dit doen, is men toch weer bezorgd over de verloren onschuld. Er zit voor natuurlijk wel gevaar in seks, namelijk misbruik door volwassenen, maar niet door kennis van seksualiteit te hebben.

Zoals we al hebben opgemerkt, concentreert de angst van de ouders zich vooral op seksueel geweld door onbekenden, en toch legt men kinderen vaak juist die seksuele component van dat gevaar maar niet uit. Volwassenen projecteren hun eigen seksuele scripts en angsten op kinderen op een manier die moeilijk duidelijk te maken is omdat het vooral te maken heeft met wat niet gezegd kan worden. Dit maakt het erg moeilijk om kinderen uit te leggen welk gevaar ze nu precies lopen en waarvoor ze nu eigenlijk gewaarschuwd worden. 

Kinderen hebben zodoende een puzzel in elkaar te leggen waarvan veel stukken ontbreken. Ze krijgen het hele verhaal niet te horen omdat het hele onderwerp seksualiteit vaak al gezien wordt als gevaarlijk voor kinderen en dus voor de gehele kindertijd.

Conclusie

Wij hopen duidelijk gemaakt te hebben dat wij de reële gevaren voor de kinderen van nu onderschatten. Wij delen ook niet de libertaire agenda van Frank Furedi (1997), die suggereert dat alle bezorgdheid over risico's ingebeeld zijn onder invloed van een 'cultuur van angst'. 

Wil je je kinderen echter beschermen, dan bereik je dat niet door ze afhankelijk en bang te houden. Zo is het niet waarschijnlijk dat kinderen die gewaarschuwd zijn tegen alle vreemden zonder nadere uitleg van de eventuele gevaren, onderscheid kunnen maken tussen bedreigende en niet-bedreigende situaties. Als kinderen hebben geleerd nooit iets tegen een vreemde te zeggen, dan zullen ze ook bang zijn om hulp te vragen in echte noodgevallen. [*6]

[*6] Een les aan een klas negenjarigen over het gevaar van enge mannen (stranger danger) in Lothian en omstreken door een politieman, noemde politieagenten en moeders met kinderen "veilige vreemden".

Veeleer heeft de angst voor risico's, hoe bedoeld ook om het veilig te houden voor de kinderen, negatieve gevolgen voor de kinderen zelf. Angst voor gebeurtenissen als die in Dunblane kan ertoe leiden dat de activiteiten van kinderen zodanig worden beknot dat de ontwikkeling van hun zelfredzaamheid en hun noodzakelijke vermogen om met de wereld om te kunnen gaan te zeer beperkt worden. 

Hoewel niemand de ouders van die zestien kinderen van Dunblane schuldig zal verklaren omdat ze hun kinderen naar school hadden laten gaan, worden andere ouders - in het bijzonder de moeders - voor schuldig verklaard als ze hun kinderen een stukje zelfstandigheid toestaan en als er dan iets misloopt. Ouders zijn niet alleen verantwoordelijk om voor hun kinderen te zorgen, ze worden ook verantwoordelijk gehouden voor het welzijn van hun kinderen en hun gedrag, dus worden ze ook als verantwoordelijk gezien als hun kinderen iets overkomt of als hun kinderen iemand anders iets aandoen.

Het seksualiseren van de angst voor risico's richt de aandacht op risico's die behoorlijk zeldzaam zijn, in tegenstelling tot de veel vaker voorkomende gevaren vanwege misbruikende vaders en andere mannelijke verzorgers. [*7]

[*7] Wij zijn ons ervan bewust dat ook vrouwen kinderen kunnen misbruiken en dit soms ook wel doen, maar dit is vele malen zeldzamer dan misbruik door mannen - het is juist de wanverhouding tussen de ideeën over risico's en de werkelijk waarschijnlijke risico's die ons hier bezig houdt.

Als kinderen seksueel worden misbruikt, wordt dit veelal gezien als het kapot maken van de kinderlijke onschuld, niet zozeer als een misbruik van macht. Het idee dat seksualiteit op zich strijdig is met het welzijn van kinderen, gepaard gaande met het hen onthouden van seksuele voorlichting, bevordert hun veiligheid echter niet - al zeker niet als zij onwetend worden gehouden over gedrag van volwassenen dat een bedreiging kan vormen. 

Als je wilt proberen de seksuele risico's te bestrijden door de kinderlijke onschuld te behouden, win je op de schommel van de bescherming, maar verlies je weer op de draaimolen van de verwarring, kwetsbaarheid en afhankelijkheid. 

We moeten meer te weten komen hoe kinderen die ouderlijke waarschuwingen over veiligheid en gevaar, ingegeven door volwassen kennis van de seksuele risico's, eigenlijk verwerken, hoe die de kinderlijke ideeën over seksualiteit beïnvloeden. Hoe kunnen kinderen daaruit iets zinnigs opdoen als de seksuele kanten van het gevaar niet duidelijk zijn gemaakt, als kinderen geen kennis hebben van seksualiteit? Die kennis zou hen helpen de waarschuwingen ook te begrijpen en ze toe te passen als er echt gevaar dreigt.  De gevolgen van het seksualiseren van de angst voor risico's moeten nader onderzocht worden in de bredere context van de angsten die de ouders bezighouden en die het leven van de kinderen zozeer bepalen. 

 

Start Omhoog