Start Omhoog

Citaten uit

Vluchtelingenkinderen - Het enige dat ze hebben zijn hun gedachten

door Else de Jonge, Trouw, 2003-03-27

Kinderen van vluchtelingen kunnen in Maastricht een gespreksgroep filosofie volgen. Zulke kinderen zijn, door wat ze hebben meegemaakt, kwetsbaar voor psychische problemen - maar 'gewone' therapeutische gesprekken werken bij hen niet.
Filosofie wel? In ieder geval is dat minder bedreigend.

Pete is zeventien en sinds zijn vijftiende in Nederland. Van zijn achtste tot zijn veertiende maakte hij als kindsoldaat deel uit van een rebellenleger in Sierra Leone. [...]

Elena is geboren in Afghanistan. Ze is veertien en sinds drie jaar in Nederland. [...]

Pete en Elena doen met zes andere jongeren, afkomstig uit Koerdistan, Kenia en Afghanistan, wekelijks mee aan een filosofiegespreksgroep van Susan Boothe, die als pedagoog werkzaam is bij de afdeling Preventie van de taakgroep Vluchtelingenhulpverlening van de Riagg in Maastricht. Boothe vluchtte veertien jaar geleden vanuit Iran naar Nederland en vroeg politiek asiel aan. Sinds enkele jaren organiseert zij vanuit de Riagg op verschillende scholen in Maastricht filosofiegespreksgroepen voor vluchtelingenkinderen.

Boothe:

,,Deze kinderen zijn kwetsbaar en hebben geestelijke gezondheidsproblemen. Ze kunnen zich handhaven, maar hebben vaak traumatische ervaringen. Dat uit zich in allerlei symptomen: nachtmerries, agressief gedrag, concentratieproblemen, een laag prestatieniveau, slapeloosheid, een negatief zelfbeeld, eenzaamheid en isolement.'' [...]

Boothe laat zich bij haar werk leiden door Socrates' credo dat je inzichten verwerft door zelf na te denken. Ze stelt zich op als een vragende gespreksleider.

Daarnaast zijn de ideeën van de Amerikaanse filosoof Matthew Lipman voor haar een leidraad. Die ontwikkelde in de jaren zestig/zeventig een programma om met kinderen te filosoferen. Hij had gemerkt dat studenten vaak niet in staat waren redeneringen te volgen en kritisch te beoordelen en dat ze logische regels niet snapten.

De oorzaak zocht Lipman in het onderwijs. Dat zou al te zeer gericht zijn op kennisoverdracht en te weinig op leren denken. Hapklare brokken kennis achtte hij dodelijk voor de nieuwsgierige en onderzoekende houding die kinderen van nature eigen is. Het klaslokaal moet een 'community of inquiry' zijn, waar kinderen leren naar elkaar te luisteren, vragen te stellen over de eigen en andermans opvattingen, argumenten te formuleren en onderzoeken, en er conclusies uit te trekken. Doel van de gesprekken: meer kritische zin en meer intellectuele weerbaarheid.

Boothe geeft in haar gespreksgroepen aan Lipmans ideeën een therapeutische wending.

,,In reguliere hulpverleencontacten staat de overdracht van informatie doorgaans centraal. Als hulpverlener trek je informatie uit je cliënt, je nodigt die uit te vertellen over ervaringen. De gedachte achter die gespreksstijl is: wij creëren een sfeer waarin het kind zijn of haar verhaal kwijt kan. We denken dat dat functioneel is. Dat het zo'n kind oplucht, omdat er dan een verwerkingsproces kan beginnen. Mijn ervaring is dat dit bij vluchtelingenkinderen helemaal niet werkt. Hun geschiedenis is vaak dramatisch. Je confronteert hen direct met zeer pijnlijke herinneringen. Ze gaan gebeurtenissen herbeleven. Dat is emotioneel zo belastend dat ze het therapeutische contact maar liever uit de weg gaan.''

Boothe vroeg zich af hoe het anders kon.

,,Deze kinderen zijn heel veel kwijtgeraakt wat hun vertrouwd was. Het bed waarin ze slapen is soms niet eens van hen. Het enige dat ze hebben zijn hun gedachten. En die zijn vaak beschadigd. ,,Ik heb in dit land een verkeerde kleur'', denken ze. Of: ,,Je kunt geen mens vertrouwen.'' Dat soort vanzelfsprekendheden heeft zich in hun hoofd vastgezet. Er hangen een boel pijnlijke emoties omheen. Het zijn zekerheden die geen veiligheid bieden. De kinderen ontwikkelen een negatief zelfbeeld en worden in hun identiteitsontwikkeling gestoord. Met filosofie wil ik kinderen gevoelig maken voor het feit dat ze kunnen nadenken en dat ze hun gedachten kunnen onderzoeken. Dat ze zelf betekenis verbinden aan wat ze meemaken. En dat ze die betekenissen ook kunnen veranderen. Daarbij gaat het me niet om het resultaat, maar om de procedure. Ik ga ze niet vertellen wat ze moeten geloven. Nee, dat niets vanzelf spreekt is voor hen niet beangstigend. Ze vinden het eerder een bevrijdend idee.''

[...] Boothe begint vaak een verhaal te vertellen en stelt dan een 'startvraag'. Elke bijdrage aan het gesprek dat volgt is welkom. Het doel is niet om tot eenduidige en definitieve oplossingen te komen, maar om van gedachten te wisselen en van elkaar te leren. Filosofie is hier dus: kritisch en zelfstandig nadenken over een in beginsel algemene kwestie. De praktijk leert dat kinderen vaak eigen ervaringen inbrengen.

[...] Of de gespreksgroepen echt preventief werken valt nu nog moeilijk na te gaan, denkt Boothe.

,,De houding van veel kinderen verandert wel na verloop van tijd. Soms voelt een kind dat zeer wantrouwig is binnengekomen zich een paar weken later vrij om bij te dragen aan het gesprek. Het laat zich zien en zegt: 'Ik ben...' of... 'Ik vind....'. Ik weet niet of dat alleen met deze gespreksgroep te maken heeft. Maar ik beschouw het wel als winst.''

Pete en Elena zijn in ieder geval goed te spreken over de filosofiegroep. ,,Je praat over verschillende dingen en leert van anderen'', meent Elena. De bijeenkomst met het thema 'liefde' herinnert ze zich als de interessantste. ,,Liefde is een leuk onderwerp. Je wordt er blij van.''

De namen van de kinderen zijn uit privacy-overwegingen gefingeerd.

 

Start Omhoog