Doorstaat Nederland de kindertoets?
Interview: Henk Franken, directeur van Unicef Nederlan
Anita Luursema
In: Kinderen eerst! September 2003
Het Verdrag van de Rechten voor het Kind wordt niet voldoende
gerespecteerd,
volgens Unicef directeur Henk Franken. Franken doet een dringend appèl op de
regering en op de samenleving om daar verandering in te brengen.
Unicef zal de kamende jaren hard op de trommel slaan met een appèl op de
hele maatschappij. Dus niet alleen de overheid, maar ook het bedrijfsleven, de
media, tal van organisaties en het publiek worden aangesproken. Want, zo vindt
Henk Franken:
'Wat dit land nodig heeft is een pro-actieve houding ten aanzien van de
rechten van het kind. We hebben het Verdrag bekrachtigd en op sommige punten
doen we er wat mee, maar leggen het als het zo uitkomt aak graag naast ons
neer. Dat kan niet en dat mag niet. Met de campagne die, net als dit blad, Kinderen
eerst heet, wil Unicef iedereen wijzen op de verantwoordelijkheid voor
kinderen.'
Hoog tijd voor de toets
'Er is een punt waarover ik veel lawaai ga maken: wij willen graag dat alle
besluiten en handelingen van overheid èn bedrijfsleven voortaan standaard
warden getoetst aan hun effect op kinderen. Dat lijkt heel normaal, het volgt
ook uit het Verdrag dat dit moet, maar het gebeurt niet. Neem de projecten die
Ontwikkelingssamenwerking in het buitenland opzet of financiert. Die warden
eerst getoetst op hun effecten [op] het milieu en vervolgens wordt onderzocht
wat ze betekenen voor de positie van vrouwen. Heel goed! Fantastisch! Ik vraag
me dan ook af waar de Kindertoets blijft. Ook daarvoor is het nu de hoogste
tijd.'
Franken heeft alle vertrouwen in de minister van
Ontwikkelingssamenwerking.
'Als er een minister is die de problematiek van kinderen begrijpt dan is
het Agnes van Ardenne. Zij is meer dan twintig jaar vrijwilligster geweest van
Unicef. Ze was ook de secretaris van ons bestuur. Ik ben ook blij dat we weer
een minister voor deze post hebben. Nu moeten we zorgen dat kinderen ook op de
agenda komen te staan in Brussel.'
Minderjarige asielzoekers
Een actielijst maakt duidelijk hoe onzorgvuldig Nederlandse beleidsmakers in
de praktijk omgaan met de verplichtingen die voortvloeien uit her Verdrag voor
de Rechten van het Kind. Her duidelijkste voorbeeld daarvan is de behandeling
van alleenstaande minderjarige asielzoekers, waar nier alleen Unicef maar ook organisaties
als Defence for Children en Vluchrelingenwerk zich grote zorgen over
maken. Henk Franken:
'Hier is echt sprake van een grove schending van de kinderrechten, op een
manier die je de haren te berge doet rijzen. Ik begrijp niet hoe dit kan in
een beschaafd en welvarend land als Nederland. Het ministerie van Justitie,
dat de regels voor de toelating van asielzoekers heeft opgesteld, gaat voorbij
aan een aantal bepalingen in het Verdrag.
Neem het punt van gezinshereniging. Het Verdrag is heel duidelijk op dit
punt: elk kind heeft het recht bij zijn ouders op te groeien en de staat heeft
de plicht om aanvragen voor gezinshereniging met welwillendheid en spoed te
behandelen. Maar de procedure om die gezinshereniging mogelijk te maken duurt
in de praktijk zo lang en is zo veeleisend dat de mislukking al ingebakken
zit.
Minstens zo erg is het interviewen van zeer jonge kinderen, die in hun
eentje naar Nederland komen. Van een ambtenaar wordt verwacht dat deze het
kind vragen stelt om vast te stellen of het vluchtverbaal van het kind klopt.
Een kind van zes ... dat neem je op schoot, dat knuffel je. Maar wat gebeurt
hier? Zo'n kind moet vragen beantwoorden over waar het gewoond heeft toen het
4, 5 jaar was, wat er met zijn ouders gebeurd is. Het moet vragen beantwoorden
die ook aan volwassenen worden gesteld. Dat kan een kind niet. Het gevolg is
dat de ambtenaar in zijn rapportage concludeert dat het kind de waarheid niet
spreekt, teveel achterhoudt en dus zo snel mogelijk terug moet 'naar huis'.
Schande. En totaal in strijd met het Verdrag voor de Rechten van het
Kind.'
De gevolgen van kindermishandeling
Kindermishandeling, ook zo'n punt. Henk Franken:
'Elke week overlijdt in Nederland minimaal een kind aan de gevolgen van
mishandeling in het gezin. Iets wat tot maar weinig mensen in politiek Den
Haag lijkt door te dringen. Waarom niet? Weten zij dan niet dat mishandelde
kinderen veel minder kansen hebben om later iets te maken van zichzelf? Dat
zij hun woede en verdriet óf tegen zichzelf richten, óf tegen anderen en de
maatschappij als geheel? Kennis over de omvang van kindermishandeling en over
de effecten daarvan is al tientallen jaren voorhanden. Het is tijd dat die
kennis wordt benut.'
Investeer in meisjes!
Maar Unicef zou Unicef niet zijn als het niet juist zijn aandacht richt op de
meest kansarme kinderen van allemaal, die in ontwikkelingslanden. Een van de
terreinen waarop Unicef intensieve lobby voert, is het investeren in onderwijs
voor meisjes. Want dat is een essentiële schakel in het halen van de ontwikkelingsdoelen.
Henk Franken:
'Meisjes met een schooldiploma kunnen beter voor zichzelf zorgen, zijn
betere moeders, sterven minder snel in het kraambed, kunnen hun eigen geld
verdienen en vallen daardoor minder gauw in de fuik van uitbuiting,
prostitutie of mensenhandel. Het is eigenlijk heel eenvoudig: hoe meer meisjes
er naar school gaan, des te minder kindersterfte; aids, armoede en uitbuiting.
Jonge vrouwen, die hebben geleerd voor zichzelf te denken, zullen later ook
veel energie steken in de emancipatie van hun maatschappij. Elke dollar of
euro die je in het onderwijs investeert verdient de maatschappij dertig tot
veertig keer terug.'