Citaten uit
Islamitische diplomaten vrezen fricties;
Moslimlanden eisen excuus van Hirsi Ali
Raymond van den Boogaard
NRC 26 februari 2003
De 56 landen tellende 'Organisation of the Islamic Conference' (OIC) eist dat
VVD-leider Zalm het Kamerlid Hirsi Ali opdracht geeft, 'grove' opmerkingen over
de profeet Mohammed terug te nemen en daarvoor excuses aan te bieden.
De eis is vervat in een brief van 21 diplomatieke vertegenwoordigers van
islamitische landen in Den Haag, waarover deze krant beschikt. In de
Engelstalige brief wordt "de hoop" uitgesproken dat Hirsi Ali's
uitlatingen "niet leiden tot verdeeldheid, polarisatie en fricties tussen
gemeenschappen in de Nederlandse samenleving".
De diplomaten zeggen te handelen omdat Hirsi Ali [...]met haar uitlatingen
"de religieuze gevoeligheden van 1,5 miljard moslims over de hele wereld
heeft beledigd, onder wie Nederlandse en Europese moslims". Zij noemen de
uitlatingen in Trouw "volledig onaanvaardbaar".
Naar het oordeel van de diplomaten is er in Nederland in het algemeen sprake
van een "verontrustende trend van veroordeling en belastering van de islam
en moslims". De vrijheid van meningsuiting, aldus de brief, "zou niet
gebruikt moeten worden als een voorwendsel om de religieuze overtuigingen van
anderen te denigreren of kleineren". De gewraakte opmerkingen "dragen
niet bij tot de verstandhouding tussen twee beschavingen".
In een reactie zegt Hirsi Ali "in geen geval" bereid te zijn tot
excuses. Zij kan zich vinden in de reactie van Zalm, dat het Kamerlid in Trouw
op persoonlijke titel over haar levensbeschouwing heeft gesproken, en dat de VVD
als partij geen standpunten inneemt over "geloof of ongeloof".