Start Omhoog

Citaten uit

  Gevaar op los zand

  Jannie Schipper,
HP – De Tijd, 23 mei 2003

  Volgens de AIVD worden moslimjongeren in Nederland geronseld voor de gewapende jihad. Maar volgens veel islamkenners valt het allemaal reuze mee. Bestaat er in ons land een voedingsbodem voor moslimterrorisme?

[… L]eidt de felle toespraak van een imam automatisch tot gewapende strijd? “Welnee,” zegt Mohammed Chippih, beoogd voorzitter van AEL-Nederland. “Die jongens worden gewoon gepakt op hun geloofsbeleving. Het zijn helemaal geen ronselaars.”  

De AIVD […] denkt daar anders over. […] In een rapport van december 2002 benadrukt de dienst dat ronseling voor de jihad een trend is geworden; in april sprak minister van Binnenlandse Zaken Remkes van ‘honderd tot tweehonderd extremistische moslims’. […]  

Aan aanwijzingen, indicaties en beschuldigingen geen gebrek, aan feiten des te meer. De vraag is of dat [netwerk] in Nederland bestaat. […] Het antwoord op deze vraag varieert van

‘speculaties over enkele tientallen, waar hébben we het over?’
(aldus publicist Ali Eddaoudi), tot

  ‘er is een enorme radicalisering; laten we de vrijheid van godsdienst inperken en moskeeën en scholen sluiten
(VVD-Kamerleden Ayaan Hirsi Ali en Geert Wilders in hun oproep tot ‘liberale jihad’).

Eigenlijk weet niemand wat er precies aan de hand is. [… N]iemand weet hoe de verschillende gegevens geïnterpreteerd moeten worden. Nederlandse islamologen zijn het systematisch met elkaar oneens. Over hoe en korantekst uitgelegd moet worden bestaan zowel binnen als buiten de islamitische wereld honderden verschillende meningen. […] Waar de Libanese islamoloog Antoine Basbous in de gevonden teksten een oproep tot de gewapende strijd tegen het ‘ongelovige Westen’ ziet, leest UvA-hoogleraar Ruud Peters slechts een waarschuwing aan de gelovigen om niet te assimileren. […]  

Onder Nederlanders bestaat het beeld van een grote, duistere, ondoordringbare moslimgemeenschap […enz…]. Maar de moeilijkheid is juist dat die gemeenschap er niet ís. […] Tussen de moslims in Nederland bestaan meer verschillen dan overeenkomsten […]. Het is moeilijk inzicht te krijgen in een ‘gemeenschap’ die feitelijk uit los zand bestaat.  

Betekent het feit dat er tot dusver weinig et merken is van een terroristisch netwerk in Nederland dat het niet bestaat? Dat lijkt een naïeve gedachte. Waarom zou Nederland gevrijwaard blijven als de gewapende jihad in de hele wereld toeslaat? […]  

De vraag is niet of er in ons land terroristen actief zijn, maar in hoeverre een netwerk kan ontstaan in een moslimgemeenschap die zo versnipperd is. [...]  

Zijn Nederlandse jongeren eigenlijk wel vatbaar voor de oproep tot een gewapende jihad? Sympathie voor Palestijnse en Tsjetsjeense moslimstrijders is er wel. “Het is net als met biologisch vlees,” zegt arabist Hans Jansen. “Iedereen staat er positief tegenover, maar niemand geeft er een cent aan uit.”  Volgens AEL’er Mohammed Cheppih zijn die sympathisanten vooral pubers met een grote mond. […]  

Voor georganiseerde woede is blijkbaar meer nodig dan ene korte oorlog tegen een dictator. De ronseling van jihadstrijders berust op een indoctrinatieproces dat jaren duurt. […]  

De vatbaarheid voor extremisme wordt altijd groter in tijden van economische crisis of onderdrukking. [… I]n Nederland […] is er voorlopig nog geen sprake van een crisis. In tegenstelling tot Palestijnen en Tsjetsjenen hebben Nederlandse moslims niet veel te verliezen. Hun positie is ook niet te vergelijken met bijvoorbeeld die in Frankrijk, waar gettovorming rond de grote steden veel extremer is dan hier. [… I]n Nederland is geen concrete tegenstander te vinden. Moslims worden hier niet onderdrukt, al doen groepen als de AEL graag anders geloven. […]  

Toch is er op de lange termijn wel een kans voor eventuele jihadronselaars. Steeds meer moslimjongeren keren zich af van de Nederlandse samenleving. Sinds de aanslagen van 11 september is het wederzijdse wantrouwen enorm toegenomen. […] Met elk incident groeit het idee dat ‘alle moslims terroristen zijn’; al wordt er nog zo hard geroepen dat er ook christelijke terreurbewegingen zijn, feit is dat het merendeel van de terroristische organisaties die zich op dit moment manifesteren, zich islamitisch noemt en dat ‘de islamitische wereld’ hardnekkig als één geheel wordt gezien. Dus bepaalt een aanslag in Saoedi-Arabië de houding van een Rotterdammer tegenover zijn islamitische buurman. Sommige moslims reageren daar helaas op door het vijandbeeld te bevestigen.  

De AEL bijvoorbeeld. Iedereen si tegen ons, roepen inmiddels zo’n achthonderd jongeren van overwegend Marokkaanse afkomst. Dat is bepaald geen houding die het wederzijds begrip zal bevorderen. […]  

Jongeren grijpen wel terug op de islam, maar weten er eigenlijk weinig van af. Door hun onwetendheid zijn ze snel geneigd op de autoriteit van een ander te vertrouwen. Het gebrek aan kennis van de islam maakt jongeren kwetsbaar. […]  

Op dit moment lijkt de ontwikkeling richting wederzijdse radicalisering te gaan. Er worden weliswaar verwoede pogingen ondernomen om het tij te keren, maar elk incident waarbij moslims betrokken zijn, bevestigt Nederlandse niet-moslims in hun vooroordeel jegens de islam, en moslimjongeren in hun idee in de hoek te worden gedreven. Hoewel de gewapende strijd in Nederland voorlopig marginaal zal blijven, neemt de voedingsbodem voor geweld langzaam maar zeker verder toe.  

Maar er is hoop: op alle fronten gaat de emancipatie ongemerkt door. Er worden toenaderingsprojecten opgezet en dialogen gevoerd, gemengde huwelijken gesloten – kortom, er wordt ondanks alle tegenstellingen en spanningen geprobeerd een definitie van ‘wij Nederlanders’ te vinden. En misschien zal het gevaar van moslimterrorisme dan vanzelf oplossen in de dagelijkse praktijk van het samenleven – inshallah (als God het wil).

 

Start Omhoog