Citaten
uit
|
‘speculaties
over enkele tientallen, waar hébben we het over?’ | |
‘er is een
enorme radicalisering; laten we de vrijheid van godsdienst inperken en moskeeën
en scholen sluiten |
Eigenlijk
weet niemand wat er precies aan de hand is. [… N]iemand weet hoe de
verschillende gegevens geïnterpreteerd moeten worden. Nederlandse islamologen
zijn het systematisch met elkaar oneens. Over hoe en korantekst uitgelegd moet
worden bestaan zowel binnen als buiten de islamitische wereld honderden
verschillende meningen. […] Waar de Libanese islamoloog Antoine Basbous in de
gevonden teksten een oproep tot de gewapende strijd tegen het ‘ongelovige
Westen’ ziet, leest UvA-hoogleraar Ruud Peters slechts een waarschuwing aan de
gelovigen om niet te assimileren. […]
Onder
Nederlanders bestaat het beeld van een grote, duistere, ondoordringbare
moslimgemeenschap […enz…]. Maar de moeilijkheid is juist dat die gemeenschap
er niet ís. […] Tussen de moslims in Nederland bestaan meer verschillen dan
overeenkomsten […]. Het is moeilijk inzicht te krijgen in een
‘gemeenschap’ die feitelijk uit los zand bestaat.
Betekent
het feit dat er tot dusver weinig et merken is van een terroristisch netwerk in
Nederland dat het niet bestaat? Dat lijkt een naïeve gedachte. Waarom zou
Nederland gevrijwaard blijven als de gewapende jihad in de hele wereld toeslaat?
[…]
De vraag
is niet of er in ons land terroristen actief zijn, maar in hoeverre een netwerk
kan ontstaan in een moslimgemeenschap die zo versnipperd is. [...]
Zijn
Nederlandse jongeren eigenlijk wel vatbaar voor de oproep tot een gewapende
jihad? Sympathie voor Palestijnse en Tsjetsjeense moslimstrijders is er wel.
“Het is net als met biologisch vlees,” zegt arabist Hans Jansen. “Iedereen
staat er positief tegenover, maar niemand geeft er een cent aan uit.”
Volgens AEL’er Mohammed Cheppih zijn die sympathisanten vooral pubers
met een grote mond. […]
Voor
georganiseerde woede is blijkbaar meer nodig dan ene korte oorlog tegen een
dictator. De ronseling van jihadstrijders berust op een indoctrinatieproces dat
jaren duurt. […]
De
vatbaarheid voor extremisme wordt altijd groter in tijden van economische crisis
of onderdrukking. [… I]n Nederland […] is er voorlopig nog geen sprake van
een crisis. In tegenstelling tot Palestijnen en Tsjetsjenen hebben Nederlandse
moslims niet veel te verliezen. Hun positie is ook niet te vergelijken met
bijvoorbeeld die in Frankrijk, waar gettovorming rond de grote steden veel
extremer is dan hier. [… I]n Nederland is geen concrete tegenstander te
vinden. Moslims worden hier niet onderdrukt, al doen groepen als de AEL graag
anders geloven. […]
Toch is
er op de lange termijn wel een kans voor eventuele jihadronselaars. Steeds meer
moslimjongeren keren zich af van de Nederlandse samenleving. Sinds de aanslagen
van 11 september is het wederzijdse wantrouwen enorm toegenomen. […] Met elk
incident groeit het idee dat ‘alle moslims terroristen zijn’; al wordt er
nog zo hard geroepen dat er ook christelijke terreurbewegingen zijn, feit is dat
het merendeel van de terroristische organisaties die zich op dit moment
manifesteren, zich islamitisch noemt en dat ‘de islamitische wereld’
hardnekkig als één geheel wordt gezien. Dus bepaalt een aanslag in
Saoedi-Arabië de houding van een Rotterdammer tegenover zijn islamitische
buurman. Sommige moslims reageren daar helaas op door het vijandbeeld te
bevestigen.
De AEL
bijvoorbeeld. Iedereen si tegen ons, roepen inmiddels zo’n achthonderd
jongeren van overwegend Marokkaanse afkomst. Dat is bepaald geen houding die het
wederzijds begrip zal bevorderen. […]
Jongeren
grijpen wel terug op de islam, maar weten er eigenlijk weinig van af. Door hun
onwetendheid zijn ze snel geneigd op de autoriteit van een ander te vertrouwen.
Het gebrek aan kennis van de islam maakt jongeren kwetsbaar. […]
Op dit
moment lijkt de ontwikkeling richting wederzijdse radicalisering te gaan. Er
worden weliswaar verwoede pogingen ondernomen om het tij te keren, maar elk
incident waarbij moslims betrokken zijn, bevestigt Nederlandse niet-moslims in
hun vooroordeel jegens de islam, en moslimjongeren in hun idee in de hoek te
worden gedreven. Hoewel de gewapende strijd in Nederland voorlopig marginaal zal
blijven, neemt de voedingsbodem voor geweld langzaam maar zeker verder toe.
Maar er
is hoop: op alle fronten gaat de emancipatie ongemerkt door. Er worden
toenaderingsprojecten opgezet en dialogen gevoerd, gemengde huwelijken gesloten
– kortom, er wordt ondanks alle tegenstellingen en spanningen geprobeerd een
definitie van ‘wij Nederlanders’ te vinden. En misschien zal het gevaar van
moslimterrorisme dan vanzelf oplossen in de dagelijkse praktijk van het samenleven
– inshallah (als God het
wil).