Citaten uit
De Profeet
Mohammed een complexe man, maar gewelddadig?
door Ton Crijnen
Trouw, 27 januari 2003
Pervers, megalomaan, gewelddadig en tiranniek. Dat is althans het beeld dat
aantredend kamerlid Ayaan Hirsi Ali zaterdag in Trouw schetste van Mohammed,
volgens een miljard moslims Gods definitieve profeet. Klopt dit beeld met de
werkelijkheid, voorzover die is na te gaan? Profiel van een complexe
persoonlijkheid.
Voor islamieten is hij de rasoel Allah, de gezondene van God, het menselijk
archetype van volmaakte ontvankelijkheid voor het Hogere. Veel niet-moslims
daarentegen zagen hem eeuwenlang als een gewetenloze, op macht beluste, geile
charlatan. Deze clichés hebben een lang leven, getuige de recente verwijten van
VVD-ster Ayaan Hirsi Ali aan het adres van Mohammed, stichter van de islam.
In tegenstelling tot wat de Hirsi Ali's oneliners doen vermoeden, was
Mohammed (570-632) een complexe persoonlijkheid. Een religieus genie, groot
politiek denker, bekwaam strateeg en geslepen diplomaat. Maar ook een gekwelde
visionair en egocentrische doordouwer. [...]
Bij zijn bestuurlijk handelen liet hij zich in hoge mate leiden door het
uitgangspunt dat het gewijde doel de profane middelen heiligt; oorlog, politieke
moord en het martelen van gevangenen incluis. Toch was geweld nooit de kern van
zijn boodschap. Niet voor niets behoorde de 'heilige oorlog' niet tot de vijf
pijlers waarop hij de islam stutte.
Hem vergelijken met Saddam Hoessein, zoals Hirsi Ali doet, lijkt daarom een
voorbeeld van geschiedvervalsing en karaktermoord. Bij de Iraakse 'slager' mist
men alle spiritualiteit en medemenselijkheid die Mohammed juist kenmerkten.
Hirsi Ali's vergelijking met Bin Laden en Khomeini snijdt eerder hout, ware het
niet dat beiden niet over het soort zelfkritiek beschikken c.q. beschikten
waarvan de Profeet volgens alle verhalen blijk gaf.
Hirsi Ali mag Mohammed dan als individu verachtelijk vinden omdat hij vrouwen
geen gelijke rechten gaf, dit onhistorische oordeel gaat voorbij aan het feit
dat zijn richtlijnen in het Arabië van de zevende eeuw, waar vrouwen
aanvankelijk helemaal geen rechten bezaten, een grote vooruitgang betekenden.
Karen Armstrong wijst terecht op het feit dat het idee dat een vrouw voor de wet
mocht getuigen en kon erven - vastgelegd in het islamitisch recht - in het
christelijke Europa pas twaalf eeuwen later haar intrede deed. [...]
Zoals gezegd was Mohammed niet de heilige voor wie miljoenen moslims hem
thans houden. Familie en vrienden plaatsten soms kanttekeningen bij zijn gedrag.
[...]
Zijn, in Arabische ogen incestueuze maar volgens Mohammed door God
goedgekeurde, huwelijk met Zaineb, vrouw van pleegzoon Zaid ibn Haritha, deed
naaste volgelingen eveneens de wenkbrauwen fronsen.
Dat was niet het geval bij Mohammeds huwelijk met Aisha, de negenjarige
dochter van Aboe Bakr, zijn naaste medewerker en latere opvolger. Hirsi Ali
schilderde zaterdag in Trouw Mohammed af als een kinderverkrachter die het
dochtertje van zijn beste vriend stal. In Mohammeds eigen tijd hebben echter
zelfs zijn vijanden dat nooit beweerd. Men huwde in Arabië wel vaker zo'n jonge
maagd.
Of het huwelijk ook direct geconsumeerd werd is niet duidelijk. Volgens veel
moslimgeleerden wel, maar de befaamde koranexegeet en historicus Aboe al Tabari
(839-923) schrijft dat Aisha in het huis van haar ouders bleef wonen en er met
vriendinnen speelde. Soms kwam Mohammed haar opzoeken en keek hij toe hoe ze met
poppen in de weer was. Pas later, toen Aisha de puberteit had bereikt, zou de
relatie ook seksueel van aard zijn geworden. Eén ding is zeker, de betrekkingen
tussen Aboe Bakr en de Profeet werden door deze trouwerij verder versterkt. Van
onmin was geen sprake.
[...]