In dit artikel wil ik op bovenstaande problematiek
ingaan. In de eerste alinea verken ik de ernst van de situatie. In alinea twee
bekijk ik op het niveau van de wereldpolitiek wat er zich afspeelt. Daarna wil
ik een sociologische verkenning maken, om op basis daarvan een eigen standpunt
in te nemen. Ik vervolg met een verdieping van het probleem en wil tot slot
enkele handreikingen doen om maatschappelijk, maar ook individueel aan de slag
te kunnen. Het artikel beoogt een bredere bezinning op gang brengen en roept
op om gezamenlijke verantwoordelijkheid te nemen.
Waarover hebben we het?
Wereldwijd lijden 1,1 miljard mensen aan overgewicht,
waarvan 300 miljoen aan ernstig overgewicht (ter vergelijking; 1
miljard van de wereldbevolking lijdt honger). Ook de kinderen blijven hiervan
niet gespaard. In Nederland is het aantal dikke kinderen afgelopen twintig
jaar verdubbeld. Volgens de gezondheidsraad is 1 op de 7 kinderen te dik.
Minstens 30 % van de te dikke kinderen raken hun overtollige kilo’s nooit
meer kwijt en blijven dus als volwassenen ook zwaarlijvig.
Sommigen zien een rond buikje als een symbool van
welvaart. Overgewicht is echter slecht voor de gezondheid en dus een serieus
probleem. Het kan namelijk hart- en vaatziekten en andere
gezondheidsproblemen, zoals kanker, diabetes en gewrichtsproblemen
veroorzaken. Er zijn zelfs deskundigen die het schadelijk effect van ongezonde
voeding al gelijk stellen aan dat van roken.
Ik zal eens wat cijfers geven om een wat beter beeld te krijgen waarover
we praten: in 2001 stierven wereldwijd zo’n 56 miljoen mensen. 60 % Daarvan
overleed aan niet overdraagbare ziekten, zoals hart- en vaatziekten en kanker.
De belangrijkste risicofactoren voor deze niet overdraagbare aandoeningen zijn
roken, een ongezond eetpatroon, alcoholmisbruik en een gebrek aan
beweging.
Naast de somatische problemen zijn er nog de psychische
problemen. ‘Hee dikke, jij mag niet meedoen want je kan ons toch niet
bijhouden’… Kinderen kunnen onderling erg gemeen zijn tegen elkaar.
Hierdoor ontwikkelen veel dikke kinderen een minderwaardigheidscomplex. Soms
zit er een psychische eetstoornis achter. Ongeveer 8 op de 1000 tienermeisjes
kampt daarmee, soms boulimia, maar meestal anorexia nervosa. De leeftijd van meisjes met deze stoornis wordt steeds lager.
Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie een serieus probleem
We kampen met een serieus probleem. De Wereldgezondheidsorganisatie
(WHO) heeft dit terecht geconstateerd en wilde actie ondernemen. Obesitas zou
‘epidemische’ vormen aannemen en een bedreiging zijn voor de
wereldgezondheid.
Amerika denkt hier echter anders over. Volgens hen, waar
trouwens de helft van de bevolking te dik is, valt het allemaal nog wel mee.
Het Amerikaanse ministerie van volksgezondheid heeft het plan van de
WHO voor een mondiale campagne tegen overgewicht gedwarsboomd.
Wat is hier aan de hand?
Om hier een antwoord op te geven is het van belang om te weten wat de
WHO voor campagne in petto had. Deze campagne, Global Strategy on Diet,
Physical Activity and Health geheten, bestaat er in de eerste plaats uit
dat overheden richtlijnen en aanbevelingen krijgen over voeding. Hier hoort
een waarschuwing bij tegen vet- en suikerrijk voedsel, zoals snacks en
andere fastfood producten. Bij reclames voor zulke producten zouden
kinderen beter beschermd moeten worden door ze te waarschuwen dat deze
producten ongezond zijn.
Het Amerikaanse ministerie van volksgezondheid schrijft aan de WHO dat
zij ongefundeerd focussen op ‘goed’ en ‘slecht’ voedsel.
Volgens hen bestaat dit onderscheid niet. Bovendien vinden zij dat je als
overheid niet teveel moet reguleren, maar mensen vooral vrij moet laten om
zelf te kiezen.
Volgens internationale kranten zoals de Financial
Times en de Wall Street Journal zit daar de lobby achter van
ondermeer de Amerikaanse suikerindustrie. Ook wetenschappers van de WHO zelf zagen de hand van Amerikaanse
voedselfabrikanten hierachter zitten.
Materialistisch of idealistisch – wat heeft de sociologie ons te zeggen?
Hier doemt een veel besproken sociologische vraag op, namelijk betreft
de aard van het verband tussen economische en andere maatschappelijke (in dit
geval politieke) processen: in hoeverre zijn de eerste bepalend voor de
laatste? Oftewel: zijn economische processen (hier de voedselfabrikanten)
bepalend en dus richtinggevend voor andere maatschappelijke processen (hier de
WHO)?
Volgens een ‘materialistisch’ standpunt moet de
verklaringsbasis van maatschappelijke ontwikkelingen in economische processen
worden gezocht. Hier staat het ‘idealistisch’ standpunt tegenover. Zij
zoekt de basis van maatschappelijke processen in de veranderingen van ideeën,
van kennis en van cognitieve [en m.i. ook affectieve] bindingen.
Zelf zou ik mij niet onder de ‘materialisten’ willen scharen, omdat
ik niet wil geloven dat we als maatschappij afschuiven in een economisch
determinisme. Wel zie ik de sterke arm van de economie die de maatschappij
zeer zeker diepgaand beďnvloedt. Ik geloof meer in de ‘logica van
industrialisering’ zoals de socioloog Clark Kerr die beschrijft. Hij doelt hiermee op de dwingende voorwaarden voor
en consequenties van industrialisering. Toch bepaalt volgens Kerr die
industrialisering, en dus de economie, niet in totalitaire zin
maatschappelijke processen.
De economie bepaalt wellicht in grote mate hoe onze
samenleving er vanuit materialistisch oogpunt uitziet, maar toch niet wezenlijk
ons moreel besef en handelen. Dit wordt m.i bepaald door m.n affectieve
bindingen, oftewel hoe wij met elkaar als samenleving affectief omgaan.
Obesitas is een cultureel verschijnsel
Om terug te keren naar ons onderwerp; natuurlijk zullen de Amerikaanse
voedselfabrikanten er alles aan gedaan hebben om de campagne van de WHO te
dwarsbomen. Zij verdienen immers goud geld aan alle snacks en fastfood.
Zij willen geen verantwoording dragen voor het wereldwijde en veelvoorkomende
probleem obesitas.
Nu vind ik dat ze hier wel een punt hebben. Je kunt de
schuld niet alleen op hen afschuiven. Natuurlijk is het probleem van obesitas
niet alleen te verklaren doordat er zoveel ‘slecht voedsel’ wordt
aangeboden. Er is meer aan de hand! Het is ook een cultureel verschijnsel,
een typisch postmodern probleem.
Het leven van kinderen speelt zich grotendeels af in klaslokalen en
achter de buis van tv en computer. Ze hebben veel minder lichamelijke
inspanning in vergelijking met hun leeftijdsgenootjes van vroeger. Daarbij
komt dat de hele maatschappij gericht is op directe behoeftebevrediging
(hedonisme). Snacks en fastfood zijn typische directe behoeftenbevredigers. Een
combinatie van te weinig beweging en te veel vet eten maakt dat onze kinderen
gemiddeld veel te dik worden.
Alleen lijnen helpt niet
Maar nu de vraag; wat ertegen te doen? Er is geen eenvoudige oplossing voor
deze vraag, simpelweg een dieet volgen blijkt niet afdoende. Eerst rijst al de
vraag: welk dieet? Er zijn zoveel verschillende diëten die allemaal
weer verschillende dingen zeggen. Om enkele diëten te noemen: het ‘Atkins-dieet’,
het ‘Mayo Dieet’, ‘Protein Power’, ‘Sugar Busters’, ‘GI-dieet’,
‘Montignac’, ‘Weight Watchers’, ‘Slimfast’, ‘Walter Willet’ en
‘een leven lang fit’.
Patricia Schutte, van het Voedingscentrum, is heel
duidelijk over al die diëten:
“Van elk dieet zul je afvallen omdat je je weer
bewust wordt van alles wat je in je mond stopt. Dat leidt altijd tot minder
calorie-inname.”
Helaas helpt het volgens Schutte op lange termijn
allemaal niets.
“Als je niet je levenswijze blijvend verandert, zal
het gewichtsverlies ook niet blijvend zijn”.
Niet alleen Schutte is deze mening toegedaan. Om obesitas te bestrijden is
meer nodig dan een dieet alleen. Professor Caroline Braet, verbonden aan de
Universiteit van Gent, adviseur van een obesitaskliniek in Belgie en
internationaal expert op het gebied van obesitas bij kinderen, heeft zelfs een
heel gedragstherapeutisch programma hiervoor ontwikkeld. Kinderen leren
in haar programma een gezonde levenswijze eigen te maken die ze hun hele leven
kunnen volhouden: minder eten, gezond voedsel en veel bewegen. Zij legt ook
nadruk op de psychische kant: de kinderen moeten werken aan een positiever
zelfbeeld. Kinderen leren om een balans te leggen tussen eten en bewegen,
welke relatie er ligt tussen gedachten, gevoelens en gedrag.
Fastfood heeft een stoer imago in onze cultuur
Het probleem van obesitas heeft veel te maken met de cultuur waar we in leven.
Die cultuur beďnvloedt ook onze manier van opvoeden. We onderhandelen
dagelijks met onze kinderen en belonen hen veelal met snoep en snacks. “Kinderen
groeien nu eenmaal op in welvaart.” Zei Justine Pardoen, hoofdredacteur
van Oudersonline. We leven in een vrijemarkteconomie en de boodschap van de
foodindustrie luidt: ‘eet, eet, eet en geniet’.
In de pauze chips en cola kopen hoort bij een stoer
imago.
Veel ouders van te dikke kinderen speculeren over lichamelijke afwijkingen
waardoor ze te dik zouden worden. Dr. Rotteveel, verbonden aan een
obesitaskliniek in Amsterdam, zegt daarover:
‘Bij bijna alle dikke
kinderen is de oorzaak aanleg, gecombineerd met het verkeerde leefpatroon’.
Soms raken ouders zelfs geagiteerd als Rotteveel hen vertelt dat er
lichamelijk niets aan hun kind mankeert
‘en ze worden helemaal kwaad als
ik zeg dat elk pondje door het mondje gaat’.
We moeten obesitas niet als een biomedisch probleem benaderen,
maar vooral als een cultuurverschijnsel.
Wie is verantwoordelijk?
De voedselindustrie is deels verantwoordelijk voor deze maatschappelijke
ontwikkeling. Het wordt tijd dat zij deze verantwoordelijkheid ook gaan dragen
en zich niet langer blijven verschuilen achter het dogma van de individuele
vrijheid en eigen verantwoordelijkheid.
Binnen de Nederlandse voedselindustrie is hierover veel discussie ontstaan.
Anthony Burgmans, bestuursvoorzitter van Unilever, is van mening dat de
voedselindustrie geassocieerd mag worden met gewichtsproblemen. ‘We
moeten onze verantwoordelijkheid nemen’, verklaart hij in een interview
met NRC-correspondent Folkert Jensma.
Burgmans wijst er echter op dat zij niet alleen schuldig
zijn. Er zijn zoveel factoren aan te wijzen: de elektronica industrie –
mensen kijken tegenwoordig gemiddeld 4 a 5 uur tv – , de auto industrie, de
software industrie – kinderen zijn 2 a 3 uur per dag met hun PC in de weer
– en ga zo maar door met schuldigen aan te wijzen.
Paul van der Stoel, directeur van Mc Donald’s
Nederland, lijkt zich ook het probleem te erkennen. Hij heeft een ingrijpende
omslag in de geschiedenis van dit befaamde fastfood-bedrijf te berde gebracht,
door per mei 2004 maaltijdsalades, fruit en yoghurt aan het assortiment toe te
voegen.
De discussie in de wereld van de Nederlandse
voedselindustrie is niet geheel vruchteloos geweest. Er heeft zelfs een grote
doorbraak plaatsgevonden; zo concludeert Jaap Seidell, voedingshoogleraar
aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Voor het eerst heeft de industrie gedragsregels over de reclame
en promotie van voedingsmiddelen opgesteld. De industrie erkent hiermee dat
met name jonge kinderen beschermd moeten worden.
Maar we zijn er nog niet met deze gedragsregels. Ze zijn
namelijk vrijblijvend en sommige bepalingen zijn ronduit vaag. De
voedingsindustrie is hierover nog in gesprek met de Reclame Code Commissie.
Blijft de overheid buiten schot?
Als we ervan uitgaan dat obesitas niet alleen een individueel (biomedisch)
probleem is, of een probleem tussen de consument en de voedselindustrie, maar
een cultureel probleem, dan staat ook de overheid een taak te wachten.
Denemarken is reeds ten strijde getrokken. Daar is het
voor dikkerds mogelijk om op kosten van de staat af te slanken. Zij krijgen
een gratis cursus aangeboden. Deze intensieve cursus, een ˝ jaar lang
dagelijks intensieve begeleiding, bevat lessen over gezonde voeding,
oriëntatie op de arbeidsmarkt en psychologie. Bovendien bestaat een
belangrijk deel uit lichamelijke beweging. Ook hier geldt dat alles erop is
gericht om te komen tot een gezondere levensstijl.
Maar ook in Nederland is de overheid niet passief.
Dankzij druk van overheidswege zijn de reeds genoemde gedragsregels voor de
reclame door de voedselindustrie opgesteld. De overheid zou echter meer kunnen
doen. Er wordt bezuinigd op sportverenigingen, terwijl sporten heel gezond is
en preventief werkt tegen obesitas. Ook in het onderwijs wordt steeds meer
bezuinigd op het sport- en zwemuurtje.