Citaten uit
De journalist is steeds meer een aanjager
Hanan Nhass, Trouw 12 februari 2004
Mabelgate, de veelplegers, de Oudkerk-affaire, het
schietincident op het Haagse Terracollege. Het publiek is nog niet bekomen van
de ene hype of de andere dient zich al weer aan. Volgens mediasocioloog
Peter Vasterman spelen kranten, weekbladen, radio en televisie veel meer dan
vroeger een aanjagende rol bij het creëren en vergroten van deze nieuwsgolven.
Nog steeds zijn media geneigd nieuwsgebeurtenissen eenzijdig te interpreteren
en zo mee te gaan in een hype, zegt mediasocioloog Peter Vasterman.
,,Neem de schoolmoord op het Haagse Terracollege. Daar is iedereen door
geschokt en de media zijn er meteen van in de ban. Een gigantische stroom
berichten is het gevolg.''
Een mediahype ontwikkelt zich volgens Vasterman, die vandaag op dit
onderwerp promoveert, via een vast patroon.
,,In de eerste dagen na zo'n gebeurtenis plakken de media er een label op.
In het geval van Murat D. ontbreken harde feiten. Media konden daardoor het
incident gemakkelijk ophangen aan de mislukte integratie en de Turkse cultuur
van geweld en eerwraak, een thema dat nu speelt. Vervolgens gaan journalisten
op zoek naar deskundigen die dat verhaal kunnen bevestigen. Deskundigen die
wat anders zeggen, dat de moord niet per se eerwraak hoeft te zijn en
misschien wel niets te maken heeft met de integratie van allochtonen in
Nederland, komen niet aan bod.''
Naast de eenzijdige berichtgeving maken media zich ook 'schuldig' aan de
uitbreiding van het nieuws, de volgende stap in het creëren van een mediahype.
,,De nieuwsdrempel wordt lager en gebeurtenissen die maar enigszins gelinkt
kunnen worden aan de oorspronkelijke nieuwsgebeurtenis worden meteen groot
nieuws. [...]''
Een soortgelijk proces voltrok zich rond de dood van René Steegmans in
Venlo,
ruim een jaar geleden, herinnert Vasterman zich.
,,In beginsel was dit een klassiek verhaal van zinloos geweld met een
schurk en een held. Toen eenmaal bekend werd dat de verdachte van Marokkaanse
afkomst was, verschoof de berichtgeving van het thema zinloos geweld naar de
integratie van allochtonen. Dit werd nog eens versterkt door de
Netwerk-uitzending waarin de ouders van de dader Khalid geen Nederlands
spraken. Het gezin werd het toonbeeld van slecht geïntegreerde allochtonen.''
[...]
Wanneer spreken we van een hype? Vasterman:
,,Wanneer massamedia in de ban raken van een onderwerp en massaal op zoek
gaan naar nog meer nieuws. Het zichzelf versterkend effect maakt de nieuwsgolf
steeds groter. [...] ''
[...]
Gebeurtenissen die materiaal zijn voor een mediahype hebben gemeen dat
ze een gevoelige snaar raken bij het publiek.
,,Dat zijn vaak binnenlandse thema's met een hoog it could be you-gehalte.
Het zijn vaak ook onderwerpen die een collectieve verontwaardiging oproepen
[...]''
Bij een mediahype gaan journalisten op zoek naar identieke gevallen in andere
hoeken.
[...]
Mediahypes zijn een verschijnsel van de laatste twintig jaar bij zowel
kranten, radio, televisie, internet als weekbladen. Het publiek wordt vaker en
langer geconfronteerd met nieuws.
[...]
,,Vroeger beten media zich niet zo vast in onderwerpen. Zo was er in 1977
een grote hotelbrand in Amsterdam die aan 33 mensen het leven kostte. De
Volkskrant berichtte er slechts twee dagen over. Met een kort berichtje werd
de gebeurtenis gemeld. De teneur van het bericht was berustend: Het noodlot
heeft zich voltrokken. Zo'n houding kunnen journalisten zich in deze
tijdsgeest niet veroorloven. Na de ramp in Enschede werd meteen de vraag
gesteld wie er verantwoordelijk was.''
,,Ook bij de cafébrand in Volendam werd de burgemeester meteen door de
media op het matje geroepen. Een dergelijk kritische houding naar autoriteiten
was vroeger ondenkbaar. Maar tegenwoordig verwachten we niet anders van
journalisten. We willen namelijk afrekenen met de verantwoordelijken. En we
willen er meteen met de neus bovenop zitten. Live-uitzendingen kort na
rampen worden goed bekeken, ook al zijn er soms niet meer dan een paar
ambulances te zien.''
In zijn proefschrift onderzoekt Vasterman ook de rol van de media bij de
nasleep in 1998 en 1999 van de Bijlmerramp die in 1992 plaatshad.
,,Doordat media voortdurend berichtten over mogelijk kankerverwekkende
stoffen die zich aan boord van het neergestorte vliegtuig zouden bevinden,
steeg het aantal mensen dat haar gezondheidsklachten aan de ramp toeschreef.
Na de parlementaire enquête meldden zich zelfs zesduizend mensen aan voor een
medisch onderzoek. De klachten waren zo vaag dat ze niet direct in verband
konden worden gebracht met de vliegramp. De klachten waren wel
stress-gerelateerd. Dat is mede het gevolg van de snelle en eenzijdige
berichtgeving waarin alsmaar werd gehamerd op het gif en de doofpot. Een
soortgelijk effect zag je ook nadat de Eper incestzaak in de jaren tachtig
actueel werd. Het aantal meldingen van seksueel misbruik steeg en ook politici
gingen mee in de waan van de dag.''
Naast schokkende nieuwsgebeurtenissen leiden ook onthullingen tot mediahypes.
,,De hype neemt dan de vorm aan van een schandaal waarbij koppen
rollen. Daarbij bepaalt het tijdperk of de persoon in kwestie de morele code
heeft overtreden. [...] ''
,,Bij schandalen halen media allerlei dingen uit het verleden erbij die het
beeld van de onbetrouwbare persoon bevestigen. [...]''
Vasterman vindt dat journalisten het maatschappelijk belang meer moeten
afwegen tegen de persoonlijke schade.
,,Als journalist hoef je niet per se het spoor van andere collega's
te volgen. In het geval van Murat D. kun je het ook hebben over kinderen uit
gebroken gezinnen. De journalistieke opdracht houdt niet in dat je als
journalist het publiek naar de mond moet praten. Media moeten informeren en
afstand kunnen houden.''