Citaten uit'De relatie tussen media en politiek is destructief'Hans Steketee, NRC 9 juli 2004 De media roepen de macht ter verantwoording, maar zijn zelf
ook een deel van de macht geworden. John Lloyd: LONDEN, 9 JULI. In de vroege ochtend van 29 mei 2003 beschuldigde Andrew Gilligan, defensiejournalist van de BBC-radio, premier Blair ervan het land met een moedwillige leugen in de oorlog tegen Irak te hebben gestort. Dat bericht rammelde, voorzichtig gezegd. Toch zou het niet meer dan een voetnoot in de persgeschiedenis zijn gebleven als de publieke omroep het meteen had ingetrokken en excuus had gemaakt. Dat gebeurde niet. Zelfs toen de gaten in Gilligans verhaal intern bekend waren, hield de BBC vol dat het grotendeels juist was. Waarom? Het ingegroeide cynisme over het politieke bedrijf - de grondhouding dat politici nu eenmaal altijd liegen en draaien - bleek sterker dan de regels van de journalistiek, zegt Financial Times-redacteur John Lloyd. De 'Gilligan-casus', die zou leiden tot de zelfmoord van wapengeleerde David Kelly (Gilligans bron) en het officiële onderzoek door Lord Hutton dat Blair totaal vrijpleitte van liegen, is het uitgangspunt van Lloyds boek What the Media Are Doing to Our Politics. Want de affaire werpt volgens hem ,,een bijzonder licht'' op de verhouding tussen de media en de politieke wereld - de Britse, maar ook die elders in de wereld. Het wantrouwen en cynisme heeft die verhouding ,,destructief gemaakt'', zei Lloyd gisteren in een gesprek met buitenlandse correspondenten in Londen. [...]
De houding dat politici geboren schurken zijn, heeft de instituten en praktijken aangetast van dezelfde democratie die de media hun eigen vrijheid en privileges geeft, betoogt hij. [...] Het is - in het klein - de machtsstrijd tussen politiek en media, die is begonnen met het 'tegels lichten' in de jaren '60 en die volgens hem heeft geleid tot een tweede paradox.
Media maken steeds vaker deel uit van internationale entertainment-bedrijven, die allerlei media samenbrengen, van advertenties tot internet-toegang, radio, tv, film, tijdschriften en kranten.
Dat heeft op zijn beurt geleid tot bezuinigingen op moeizame onderzoeksjournalistiek en het relatief dure, buitenlandse nieuws en tot een nadruk op goedkope en vaak gemakzuchtige commentaar-journalistiek. Bovendien schuift het nieuws zelf in de richting van entertainment, waardoor de
Door hun toegenomen macht - tv-kijken is de belangrijkste vrijetijdsbesteding geworden - construeren de media elke dag een serie narratives over de wereld, die de traditionele 'verhalen' vervangen: die van het gezin en de familie, tradities, de kerk, vakbonden, politieke partijen, zegt Lloyd. [...] Hun macht over de publieke opinie (en hun minachting voor het parlement) heeft journalisten in het Westen het gevoel gegeven dat ze de 'de ware oppositie' zijn. Ten eerste is het niet zo, omdat ze niet dezelfde verantwoordelijkheden als het parlement hebben. Bovendien oefenen ze die rol volgens hem uit door ,,te kwader trouw'' te zijn en hun lezers en kijkers aan te moedigen in hun wantrouwen. Klagen over 'apathie onder de kiezers' is in dat licht hypocriet. Dat moet veranderen, vindt Lloyd, maar hoe?
Lloyd trekt een vergelijking met de traditie van slow cooking als tegenwicht voor de instant-eetcultuur, een beweging die benadrukt dat je tijd moet nemen voor het toebereiden en eten van goed voedsel.
Of de Britse media daarnaar zullen handelen valt nog te bezien. [...]
|