Citaten uit'Waarom bent u er zolang ingetrapt?'The New York Times vereffent Irak-rekeningen en oogst kritiekMarc Chavannes, NRC 27 mei 2004 WASHINGTON, 27 MEI. De kritische zelfstudie van The New
York Times is massaal becommentarieerd. Soms met bewondering, maar ook
kritisch. ,,Toen ik 'The Times and Iraq' las, dacht ik: niet goed genoeg. U bent The New York Times. Wij in de airconditioned wildernis die hun verstand nog bezitten hebben iedere ochtend uw scherpe ogen nodig. Falen en zelfkastijding brengen het in Irak verspilde bloed niet terug. De waarheid, in ieder stuk, het is een onmogelijk hoge standaard. Maar dat is waar The New York Times voor staat. Aan het werk!'' De ingezonden brief, getekend: Jon Bell, Tucson, Arizona, was één van de negen die de opiniepagina van Amerika's belangrijkste dagblad vanmorgen plaatste nadat de hoofdredactie gisteren publiekelijk te biecht was gegaan over de eigen Irak-berichtgeving. Verschillende nieuws-makende reportages tussen 2001 en 2003 over Saddam Husseins massavernietigingswapens waren onjuist en onvoldoende geverifieerd geweest. De krant beloofde beterschap en noemde het verhaal over Iraks wapens en het hele patroon van desinformatie 'unfinished business', al was het maar omdat The Times mede slachtoffer was geworden van de zelfde leugens waar de regering-Bush haar argumentatie voor de oorlog tegen Irak op heeft gebaseerd. Sommige lezers spreken hun bewondering uit voor de moed van de hoofdredactie om gemaakte zware fouten te erkennen. [...] Over de publicatie van de kritische zelfstudie van de Times is massaal gerapporteerd in andere Amerikaanse media, soms feitelijk, soms kritisch, maar nergens met leedvermaak. [...] De erkenning van de hoofdredactie van de Times dat de krant bij herhaling overdreven stellig heeft bericht over Saddams wapenprogramma's is niet alleen van direct belang voor de geloofwaardigheid van The New York Times zelf. Veel regionale kranten in de Verenigde Staten zijn geabonneerd op de NYT-nieuwdienst. [...] De rode streep die de Times door veel van haar 'onthullingen' haalt is ook een belangrijk element in de nationale analyse van wat er fout is gegaan. De betrekkelijk agressief geformuleerde reportages met geheimzinnige maar als betrouwbaar gebrachte bronnen hebben de regering sleutelargumenten verleend om het Congres en de publieke opinie ervan te overtuigen dat een oorlog tegen Saddam Hussein onvermijdelijk was. [...] De krant verifieerde de wereldwijd van Iraakse vluchtelingen opgepikte informatie wel bij defensie- en inlichtingendienst-bronnen in Washington. Dat leverde voornamelijk positieve reacties op omdat men grotendeels de zelfde bronnen gebruikte [...]. De enige nieuwsorganisatie die al in 2002 ruimte gaf aan die stem van de twijfel, en sindsdien bleef aantonen dat de regering-Bush inlichtingen uit één hoek kreeg en analisten met andere meningen de mond snoerde, was de Washingtonse redactie van de Knight-Ridder-persgroep, een keten van regionale dagbladen. [...] De biecht van de New York Times maakt één ding pijnlijk duidelijk: de regering had vrij spel, en werd geholpen door de als Bush-kritisch bekend staande New York Times. Als de pers en het Congres hun werk naar behoren hadden gedaan, en zich niet hadden laten koeioneren door het Witte Huis, hoe anders zou de geschiedenis er uit hebben gezien [...]. De zaak blijkt nog een ander staartje te hebben. De gisteren toegegeven en geanalyseerde vergrijpen tegen de journalistieke beroepscode vonden plaats onder het hoofdredacteurschap van Howell Raines. Die moest een jaar geleden aftreden nadat aan het licht was gekomen dat de'jonge, veelbelovende' redacteur Jayson Blair op grote schaal nieuws uit zijn duim had gezogen. In het hoofdredactioneel krijgt de Raines-equipe impliciet schuld toegeschoven met één voor de insiders glashelder zinnetje:
[...]
|