Citaten uitDe journalistiek onder de loepOnderzoek Amsterdamse wetenschappers naar gedrag mediaMerel Thie, NRC 8 februari 2005 Politici buitelen over elkaar heen in hun kritiek op de media.
Papegaaien media? Worden onjuistheden zonder controle overgenomen? Bellen journalisten gemakzuchtig naar dezelfde bronnen? Naar deze en andere vragen wordt vanaf 1 maart door de Universiteit van Amsterdam grootschalig onderzoek gedaan. De komende drie jaar zullen onderzoekers duizenden actuele krantenberichten, televisiereportages, columns en praatprogramma's onder de loep nemen. Woorden, zinnen en uitspraken worden minutieus 'gelabeld'. Wie zegt wat over wie? Betreft het feiten of meningen? Welke bron wordt genoemd? Worden onjuistheden rechtgezet? Op de verzamelde informatie worden statistische modellen losgelaten die eerder hun waarde bewezen bij NIOD-onderzoek naar de verslaggeving rond de val van de enclave Srebrenica (Srebrenica en de journalistiek). Twee onderzoekers die bij dat onderzoek betrokken waren, N. Ruigrok en O. Scholten, zijn nu verantwoordelijk voor de nieuwsmonitor van de UvA. Het onderzoek lijkt goed getimed, want juist dezer dagen buitelen politici en adviesorganen over elkaar heen in hun kritiek op media. [....] [.... D]e plannen voor het UvA-onderzoek dateren al uit 1999. Het huidige anti-mediaklimaat zorgde er misschien wel voor dat juist nu het benodigde geld op tafel kwam, oppert Scholten. [...] De overheid betaalt niet mee aan het onderzoek. Zij laat, via de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD), eigen onderzoek uitvoeren naar het functioneren van de media. Dit onderzoek, waarvoor de aanbesteding een dezer dagen wordt afgerond, focust op overheidsinformatie en berichtgeving over het kabinet. Het UvA-onderzoek bestaat uit drie delen.
[...] Hoewel Ruigrok en Scholten niet vooruit willen lopen op uitkomsten van de nieuwsmonitor, verwachten zij bepaalde tendensen uit het Srebrenica-onderzoek wel terug te zien. Allereerst, zegt Scholten, zien wij dat de discussie steeds vaker vooruitloopt op de feiten.
Ruigrok: Leden van de Marokkaanse gemeenschap spraken direct over 'moord' en anderen, onder wie minister Verdonk en Tweede-Kamerlid Wilders reageerden daar weer op door te stellen dat het géén moord was.'' De tweede ontwikkeling is, volgens Ruigrok en Scholten, dat beeldvorming van de ene op de andere dag ,,dramatisch kan kantelen''. Zij zagen dat bijvoorbeeld met Dutchbat-commandant Karremans gebeuren. Hij kon lange tijd rekenen op enthousiaste pers, werd letterlijk `de juiste man op de juiste plaats' genoemd. Maar nadat hij op een persconferentie in 1993 zei dat er in het ingewikkelde conflict in voormalig Joegoslavië ,,geen good guys en bad guys'' waren (Ruigrok: ,,Dat wilde niemand toen horen'') werd hij met de grond gelijk gemaakt. [...]
|