Citaten uit
Toen moesten alle meisjes huilen
door Dorien Pels, Trouw, 17 juni 2005 ,
Het vertrek van asielzoekerskinderen die jaren in Nederland waren, vaak van
de ene op andere dag, laat leerkrachten en klasgenootjes ontredderd achter.
Veerle (12) en Nanda (12) vertellen hoe zij het gedwongen vertrek van hun
vriendin Maryam hebben ervaren.
[...]
Veerle: De regering zegt: het wordt te vol in Nederland. Nou, dan moeten
ze maar niemand meer toelaten, als ze dat vinden. Maar Maryam was hier al.
Waarom mocht ze dan niet blijven? Ze hoort erbij, ze hoort bij ons.
Nanda: Ze sprak helemaal perfect Nederlands. Nu moet ze daar de taal
weer opnieuw leren.
[... ...]
Veerle: Ze mocht maar heel weinig meenemen en moest allemaal speelgoed
weggooien.
Haar gezicht staat strak als ze praat over hoe haar vriendin het land uit is
gezet.
[...]
Nanda: ,,Ze moesten ook nog eens drie dagen wachten voor hun spullen er
waren. Zaten ze daar zonder extra eten en zonder kleren. Daar hadden ze een
klein kamertje, het was er vies, klein en heel heet. Het is al erg dat ze weg
moesten en dan doen ze ook nog van die stomme dingen.''
Veerle: Er was overal politie. Wij moesten ons paspoort laten zien om
binnen te komen. Daar moest ze een maand zo wonen.
De klasgenootjes hadden het niet zien aankomen.
[...]
Veerle: Ze praatte er nooit over dat ze misschien terug moest. Maryam is
verstandig voor haar leeftijd. Ze zorgt ook voor haar broertjes. Ze hield zich
altijd groot.
Tot de dag van het afscheid in de klas, vertelt Veerle.
Toen moest ze huilen. Toen moesten alle meisjes huilen.
Vreselijk vond Veerle het dat het leven gewoon doorging.
,,De meester zette gewoon haar tafeltje de klas uit en gooide haar
schriftjes weg.'
De kinderen, ouders en leerkrachten hebben van alles gedaan voor Maryam en
haar broertjes. Brieven geschreven naar Balkenende, de krant en de koningin, een
protesttocht gehouden naar het stadhuis in Nijmegen.
Nanda: Ik heb Verdonk gemaild en geschreven dat ik niet begrijp hoe
zoiets in Nederland kan. Een van haar ambtenaren schreef
terug dat hij het erg voor ons vond maar dat het nou eenmaal de regels zijn.
[...]