Citaten uitEen canon die geen wet wil zijnMark Duursma, NRC Handelsblad 16 oktober 2006 De canon van Nederland, vandaag gepresenteerd door een commissie die werd ingesteld door het kabinet, wil geen dogmas dicteren, maar vensters openen op het verleden. Hoeveel nationalisme past er in een canon? Daar zijn ze dan, de vijftig hoogtepunten uit de Nederlandse geschiedenis. Dit is onze canon, ofwel die waardevolle onderdelen van onze cultuur en geschiedenis die we via het onderwijs aan nieuwe generaties willen meegeven. Wel Annie M.G. Schmidt, (nog) geen Pim Fortuyn. Wel de gasbel van Slochteren, geen Batavieren. Wel De Stijl, geen verzuiling. Sinds vanmiddag heeft Nederland een canon. Het schieten kan beginnen. [...] De commissie is opmerkelijk genoeg de eerste om het belang van deze canon te relativeren. De canon is open en dynamisch. Het is géén keurslijf en géén dictaat. Geen zaligmakend einddoel, maar een inspirerend fundament om op verder te bouwen. Permanent onderhoud is gewenst. Want, aldus de commissie, wellicht geven toekomstige generaties wel de voorkeur aan Pim Fortuyn boven Vader Drees. Of aan Ali B. boven Annie M.G. Schmidt. Met dit nadrukkelijke voorbehoud pareert de commissie op voorhand de meest voor de hand liggende kritiek op het begrip canon, dat de laatste jaren steeds meer aanwezig is in discussies over Nederland, nationale identiteit en cultuur. Een canon is geen van bovenaf opgelegde staatskennis, maar een handzame leidraad voor het onderwijs. Ook over een ander gevoelig punt is de commissie glashelder. De canon is een doel op zichzelf, geen middel om iets anders te bereiken. Gedeelde cultuurhistorische kennis is geen vehikel om burgerschap of integratie te bevorderen. Daarmee distantieert de commissie zich van haar opdrachtgever, minister Van der Hoeven, die dat wel degelijk als nevendoel beschouwt. Voor de Onderwijsraad, waar de minister haar opdracht aan ontleent, staan burgerschap en onze culturele identiteit zelfs voorop. De commissie wil niets weten van het begrip nationale identiteit; in de
internationale, multiculturele wereld van vandaag is het een bedrieglijk, ja
gevaarlijk begrip. [... ...] Minstens zo interessant als de lijst met vijftig vensters is het begeleidende verhaal van de canoncommissie. Dat verhaal is een even overtuigende aanbeveling van de Nederlandse cultuurhistorie als de canon zelf. Omdat het zo ontzettend goed geschreven is. Helder, zorgvuldig, met veel liefde voor taal. Geen dikdoenerij, maar bescheiden zelfspot. [...]
|