Citaten uit
'Het oude Wall Street komt niet terug'
Frank Kools, Washington, Trouw, 4 oktober 2008
Volgens oud-bankier en bewindvoerder bij de Wereldbank Herman
Wijffels signaleert de financiële crisis in de VS niet alleen de
eindstrijd van het harde Wall Street-kapitalisme. Ze betekent zelfs het
einde van de hele Amerikaanse manier van leven.
[...]
De crisis was in zijn ogen onvermijdelijk. Tegelijkertijd kan zij de
weg vrijmaken voor wat hij niet minder dan een „nieuwe cultuurfase”
voor de mensheid noemt. „Daar kijk ik zeer naar uit.”
Vanaf het einde van de jaren ’80 is hij steeds sceptischer geworden
over het financiële stelsel van Wall Street.
„Ik vergeleek het met trapezewerk, hoog in de nok van het circus.
De financiële sector ging steeds minder verband houden met wat zich
beneden op de grond afspeelde in het leven van mensen. Het is dan ook
logisch dat die hele boel op een gegeven moment naar beneden lazerde.”
„Het keiharde Wall Street-kapitalisme zette de natuurlijke
verhoudingen op zijn kop. Voor mij draait de economie om behoeftes van
mensen. De financiële sector is daaraan dienstbaar. Maar Wall Street
gooide na de val van de Muur de dienstbaarheid overboord en trok de
hele koek naar zich toe. In de VS slokt de financiële sector veertig
procent van de winsten op, terwijl daarin maar tien procent van de
mensen werkt.”
[...]
De financiële sector is een fragiel bestel. Ze hangt van vertrouwen
aan elkaar. De huidige onrust ontstond omdat het vertrouwen in de banken
kelderde. Banken wantrouwen elkaar en lenen elkaar amper nog geld.
Daarmee kwam de kredietverlening in gevaar.
Centrale banken pompten miljarden in het banksysteem om de
kredietstroom weer aan te jagen.
[...]
Wijffels had liever voor de wijze gekozen waarop de Zweden begin
jaren ’90 hun bankencrisis aanpakten.
„Zij nationaliseerden hun bankwezen, gaven banken de tijd hun
slechte kredieten kwijt te raken en verkochten de banken daarna weer.”
„Dat is de degelijkste weg. Je laat de verantwoordelijkheid voor
de leningen waar die thuishoort: bij de banken. De Amerikaanse
overheid daarentegen moet nu zelf een hele portefeuille hypotheken
managen en laat zo de foute jongens vrijuit gaan. Maar zo’n complete
nationalisatie is in Amerika onbespreekbaar. Dan zou geroepen worden:
’Ons land wordt socialistisch’.”
[... ... ...]
„Bush en de zijnen zijn slechts met één ding bezig: hoe kunnen
we de boel weer in het oude spoor brengen.”
Die pogingen zijn kansloos, zegt hij.
„Omdat het financiële systeem voos was. Met zijn ondoorzichtige,
duistere constructies was het niet meer geaard in menselijke
behoeftes. Het valt dus niet op te lappen.”
[...]
Luidt de financiële crisis een recessie in? Wijffels:
„Een recessie is onvermijdelijk geworden. Hoe diep die wordt,
valt moeilijk te voorspellen. Maar de westerse wereld moet er niet van
staan te kijken als we een reeks jaren krijgen van nul groei.
Misschien het ene jaar een half procent of zo, en dan weer niets.”
[...]
„In Amerika wordt het gebracht alsof de financiële crisis de
oorzaak is van de neergang. Maar voor mij is die crisis eerder een
symptoom van wat er werkelijk mis is, dan de oorzaak”, analyseert
hij.
„Amerika’s grote probleem is dat het weigert binnen zijn
grenzen te leven. Het leeft al jaren boven zijn stand. De consument
spaart niet. Het land moet voor zijn investeringen en oorlogen lenen
in het buitenland en overal ter wereld voor zijn economie beslag
leggen op natuurlijke bronnen.”
Deze crisis is in zijn ogen niets minder dan een breuklijn in de
wereldgeschiedenis.
„Amerika, het summum van wat de industriële revolutie heeft
voortgebracht, is enorm aan het afbladderen. Amerikanen willen dat
zelf nog niet zien. Ze zitten nog in de ontkenningsfase.”
„Maar de hele Amerikaanse wijze van denken, die teruggaat op de frontiermentaliteit
en zegt dat de aarde geen grenzen heeft, staat nu ter discussie. Alles
werd in de Amerikaanse cultuur altijd tot het uiterste punt uitgerekt,
van het financiële bestel tot de consumptie. Intussen is Amerika ver
over het punt heen gegaan van wat houdbaar is. ’The party is over’,
zei voorzitter van het Huis van Afgevaardigden Nancy Pelosi eerder
terecht.”
Het bewijs dat Amerika, maar ook de planeet als geheel, boven het
draagvermogen van de aarde leeft, is volgens Wijffels
„de opeenstapeling van crises die je ziet. We hebben een
financiële crisis, maar ook een voedsel-, water-, energie- en
klimaatcrisis. We staan voor een nieuwe cultuurfase in onze
geschiedenis. We moeten een nieuwe manier van leven vinden, die past
binnen wat de aarde hebben kan.”
[...]
Maar de kerk leert toch dat de mens een goed rentmeester van zijn
aarde moet zijn?
„Dat idee maakt de mens tot de overheersende factor in de natuur.
Het heeft ons mee tot het punt gebracht waarop we onze aarde aan het
vernietigen zijn. We moeten naar een nieuw bewustzijnsniveau waarin
respect voor leven centraal staat, het menselijke en al het andere.
Ecologie en het sociale zijn daarin geen randvoorwaarden meer voor een
goede economie, maar de basis van een gezonde economie.”
[...]
De Verenigde Staten zijn nog niet klaar voor zijn cultuuromslag,
erkent hij. Maar hij ziet hoopvolle tekenen.
[...]
Hij gelooft niet dat de nieuwe tijd er juist één wordt van oorlogen
over schaarse hulpbronnen en water.
„Hyperrealisten zijn defaitisten. Mensen hebben veel gezamenlijke
belangen. Je moet de goede krachten mobiliseren. Daar gaat het om.”
[... ... ...]