01jul03_moordenaar
De Standaard 24 april 1997
BLAKE MORRISON As If, Granta Books, Londen, 245 blz., 1.017 fr. Distributie: AMP-PVD Buitenlandse boekhandel. De Nederlandse vertaling bij Nijgh & Van Ditmar.
,,Wij moeten wat meer veroordelen en wat minder begrip tonen'', zei de Britse premier John Major in december 1993. Major doelde op de twee tienjarige knapen die op dat ogenblik terechtstonden wegens moord op de peuter Jamie Bulger. Blake Morrison volgde het proces en schreef er een boek over, As if.
BLAKE MORRISON is een dichter, een specialist in metaforen, in onverwachte en onvermoede gelijkenissen en parallellen. Zijn nieuw boek, As If, een persoonlijke beschouwing over de moord op de bijna driejarige James Bulger door twee tienjarige jongens, begint met een lang hoofdstuk over de Kinderkruistochten. Tijdens de lectuur van dat hoofdstuk foeter je op de schrijver, omdat hij maar niet van wal steekt met zijn eigenlijk onderwerp. En als hij er dan eindelijk aan begint, is het niet duidelijk waarom hij die lange aanloop nodig had. Maar als je het boek uit hebt, stuur je jezelf terug naar af, naar dat beginhoofdstuk. En dit keer lees je met meer geduld en aandacht over een van de vreemdste episodes uit de middeleeuwse geschiedenis, begraven onder een wildgroei van verdichtsel en mythe, en de overeenkomsten beginnen op te lichten. De ingewikkelde metafoor werpt een zijdelings en intrigerend licht op de onbegrijpelijke moordzaak, die eerst Liverpool en daarna de wereld een tijd in haar greep had.
Velen herinneren zich ongetwijfeld de wazige, beverige beelden die de bewakingscamera's midden februari 1993 in het winkelcentrum van Bootle Strand hebben gemaakt. Eerst zien we een peuter, James Bulger, verloren gelopen tussen de volwassenen. Daarna twee jongens die rond hem drentelen, hem bij de hand nemen en samen met hem verdwijnen... Na een tocht van vier kilometer door de stad komen ze in Walton Village aan, het stadsgedeelte waar de twee jongens wonen. Daar gaan ze een spoorwegberm op, waar de peuter in nog altijd niet volledig opgehelderde omstandigheden door de twee spijbelende schooljongens, Robert Thompson en Jon Venables, wordt vermoord. Negen maanden later, in november 1993, begint hun proces. In Engeland kunnen kinderen vanaf tien jaar voor moord of verkrachting voor de rechtbank worden gebracht. Het proces duurt bijna een maand. De daders worden door een jury schuldigverklaard. De rechter spreekt een straf uit van acht jaar, die nadien door een hogere rechtsinstantie wordt opgevoerd tot tien jaar. De minister van Binnenlandse Zaken probeert die straf nog te verhogen tot vijftien jaar, maar slaagt daar niet in. Blake Morrison verslaat de rechtszaak voor een Amerikaans blad, wordt er fel door aangegrepen en om met zijn emoties en verwarring in het reine te komen, besluit hij er een boek over te schrijven.
DE kerstperiode van 1993 (de periode van het proces) was in Engeland allesbehalve een tijd van vrede op aarde. De sfeer was opgeklopt. Vooral de tabloids hadden de voorbije negen maanden het onderwerp in de belangstelling gehouden. Men wilde het vel van de twee jeugdige moordenaars. Tijdens het proces kwamen de daders alleen onrechtstreeks aan het woord tijdens lange sessies waarin de bandopnamen van de politieverhoren werden beluisterd. De advocaten van de verdediging weigerden in laatste instantie de jeugdige beschuldigden aan een kruisverhoor te onderwerpen omdat ze schrik hadden voor hun onberekenbare reacties. Ze oordeelden dat geen verdediging beter was dan de verwarde wederzijdse beschuldigingen die de juryleden al dagenlang op de bandopnamen hadden gehoord. En dan kwam de uitspraak van de jury: ,,Schuldig aan ontvoering en moord.'' Met minder zou het publiek geen genoegen hebben genomen. En op die golf van verontwaardiging speelde Michael Howard, de minister van Binnenlandse Zaken, in toen hij een hogere straf eiste. Het is ook in diezelfde sfeer dat men de beruchte uitspraak van John Major moet plaatsen: ,,We must condemn a little more and understand a little less.''
IN zijn boek zet Blake Morrison Majors stelling op haar kop. Hij veroordeelt niets of niemand, tenzij heel eventjes en terloops de wraakgevoelens en de lynchmentaliteit van de meute en de politici die daarop inspelen. De opdracht die Morrison zichzelf heeft gegeven, is ,,understand a little more''. Van in het begin is het voor hem duidelijk dat het gerecht alleen genteresseerd is in wanneer en waar, in wie en hoe, maar niet in waarom. In zijn poging toch antwoorden te vinden op die laatste vraag moest Morrison altijd weer de weg van de introspectie opgaan: ,,Bij de poging om op de vraag Waarom te antwoorden, was het meer en meer nodig een sprong te maken, een sprong van empathie of speculatie: van de misselijk makende gruwelijke feiten van het geval naar meer algemene bedenkingen over wat het is om kind te zijn - en ouder.'' Zoals al bleek uit zijn terecht uitbundig geprezen autobiografisch boek And when did you last see your father?, is Blake Morrison een specialist in het uitbenen van de fijnere nuances in de relaties tussen ouders en kinderen.
Uit schaamte, frustratie en verwarring omdat tijdens de rechtszaak alle belangrijke vragen (de vragen naar de familiale achtergrond van de twee jongens bijvoorbeeld) naar ,,inadmissible evidence'' leidden - en omdat de twee knapen uiteraard als onderzoeksobject voor hem niet beschikbaar zijn - gebruikt Morrison elke gelegenheid om zichzelf te bevragen: over zijn jeugd, over de moeilijkheden in zijn huwelijk, over de relatie met zijn drie kinderen (jongen, meisje, jongen; de oudste jongen is zo oud als de daders; de jongste heeft de leeftijd van James), over seksuele kinderspelletjes, over erotisch geladen scnes tussen ouders en kinderen, over de invloed van televisie en video.
Die publieke biecht levert niet altijd bruikbare of directe parallellen op, maar het totaaleffect ervan is dat de lezer zich samen met Morrison begint af te vragen: wie zijn wij dat we ons een oordeel zouden aanmatigen over die twee knaapjes, van wie we weinig of niets afweten. En dan komt het niet als een verrassing dat na de laconieke mededeling van de advocaten van de verdediging dat er ,,no defence'' zou zijn, Blake Morrison met zijn eigen ,,defence'' afkomt. Die verdediging is de bestaansreden van Morrisons boek.
Het vreemde is dat nergens in het lange essay sprake is van sympathie voor de daders. Wel wordt herhaaldelijk de opvallende afwezigheid vastgesteld van de volwassenen die een rol hadden moeten of kunnen spelen in het leven van de twee jongens. Dat is een van de voornaamste parallellen met de Kinderkruistocht. Andere gelijkenissen moet elke lezer maar voor zichzelf ontdekken. Ook in de Kinderkruistochten treden geen volwassenen op, hoewel het duidelijk is dat zij een belangrijke rol hebben gespeeld in de achtergrond.
Voor een goed begrip: de moeder van Robert en de ouders van Jon zijn wel op het proces aanwezig, maar hun rol in de opvoeding van de jongens wordt niet besproken. De vader van Robert heeft men zelfs niet eens kunnen opsporen.
Waaruit bestaat nu Morrisons verdediging, of misschien beter verklaring, van de afschuwelijke feiten? Welke zijn zijn antwoorden, op de vraag: waarom? Ik geef ze hier beknopt weer, zoals ook Morrison ze op het einde van het boek nog eens samenvat.
Omdat Jon een gestoorde jongen was, opgegroeid in een gespannen en ongelukkige gezinssituatie. (Jon heeft een oudere broer en jongere zus, allebei moeilijk opvoedbare kinderen; de ouders leven gescheiden.) | |
Omdat Robert geterroriseerd werd in een gewelddadig gezin. (Ook de ouders van Robert zijn gescheiden; voor de scheiding sloeg de vader zowel zijn vrouw als zijn zes zoons; na de scheiding is er een lange geschiedenis van geweld van de oudere kinderen tegenover de jongere.) | |
Omdat Jon en Robert elkaar aanvulden en opjutten. Ze zagen het als een uitdaging, een ongelooflijk plan waarvan ze niet dachten dat het uitvoerbaar was. | |
Omdat geen enkele volwassene luisterde naar hun vraag om tussenbeide te komen. (Achteraf zijn 38 getuigen komen opdagen die de drie kinderen tijdens hun lange tocht door Liverpool hebben opgemerkt. Door de media werden ze ,,the Liverpool 38'' genoemd.) Omdat ze niet wisten waar de fantasie eindigde en de werkelijkheid begon. (Zowel Robert als Jon zijn verslingerd aan horrorvideo's, die meestal ontleend werden door Jons vader.) | |
Omdat ze niet begrepen dat de dood onherroepelijk was. (Weer onder invloed van horrorfilms.) | |
Omdat ze bang waren om in moeilijkheden te geraken; James het zwijgen opleggen leek de beste manier om dat te vermijden. |
HET knappe van Blake Morrisons relaas is dat al die verklaringen in de loop van het boek op een overtuigende en vaak empathische manier zijn voorbereid. Nergens zegt hij dat men de kinderen had moeten vrijspreken, maar het proces zelf vindt hij middeleeuws en mensonwaardig. Morrison weigert de vinger uit te steken naar schuldigen. Als er al schuldigen zijn, dan wij allemaal. Dat is de teneur van het boek. Impliciet rekent hij zichzelf bij ,,the Liverpool 38'', de farizeers die dachten dat er niets aan de hand was en hij voelt zich in zekere mate solidair met ouders en opvoeders: ,,It's the age of Bad Boys. And we're the Frankensteins who made them.'' Morrison stapt niet op in een Witte Mars, maar schreef integendeel een Zwart Boek. Wim D'haveloose