99dec15d Nederland schendt kinderrechten
Tel. 30 oktober 1999
DOOR MARIANNE JANSSEN
MAASSTRICHT - Nederland biedt onvoldoende bescherming aan zijn kinderen. De overheid neemt al bijna 25 jaar niet de verantwoordelijkheid op zich om kindermishandeling preventief tegen te gaan. Bij melding van (vermoedens van) kindermishandeling zorgen wachtlijsten voor uitblijven of tenminste sterke stagnatie van hulp. De burger is niet verplicht kindermishandeling te melden, de privacy van de mishandelende ouder gaat boven het belang van het kind en structurele plannen ter verbetering van deze situatie ontbreken.
Aldus uitte onlangs het VN-comite voor de Rechten van het kind scherpe kritiek op Nederland. Had een ander land deze kritiek van de VN gekregen en Nederland zijn zaken op orde gehad, dan zou er schande gesproken zijn van deze harde woorden. Nu de berisping het eigen land gold, is het onderwerp zelfs geen 'hot-item' gebleken tijdens bijvoorbeeld het wekelijkse vragenuurtje in de Tweede Kamer. De kritiek is binnenskamers gebleven en wel binnen de vertrekken van mensen die zich, dag in dag uit, met de preventie van kindermishandeling bezighouden. Mensen die niets liever zouden hebben dan dat de Kamer er wel schande van sprak en eindelijk tot actie zou overgaan. Op een studiedag over kindermishandeling in Maastricht zat dat gezelschap bijeen. Centraal stond het proefschrift van de jurist J. Willems met de titel 'Wie zal de opvoeders opvoeden?'. Willems dringt aan op een mentaliteitsverandering bij zowel publiek als kinderbescherming. Want nog te zeer wordt er over opvoedersproblemen gezwegen om redenen van misplaatste privacybescherming. Willems acht meldplicht een noodzaak. Want: 'Wie niet meldt maakt zich schuldig aan verlating van een hulpbehoevende'. Melding is er niet om de ouders te kunnen straffen, maar om de mishandeling te doen stoppen en ouders in een vroeg stadium te begeleiden in het opvoedingsproces. Jarenlang heeft het getal 50.000 boven kindermishandeling gehangen. De Universiteit Maastricht heeft opnieuw onderzoek gedaan en komt tot een onrustbarend hoger cijfer. Niet 50.000 maar 80.000 kinderen worden ieder jaar door hun ouders mishandeld. Een op de honderd kinderen bezwijkt aan de gevolgen. Daarmee stijgt ook het sterftecijfer van 50 naar 80 doden per jaar. Hoogleraar preventie kindermishandeling aan de vrije Universiteit Amsterdam mr. Jaap Doek, die zitting heeft in het VN-comite voor de rechten van het kind, pleit voor de opzet van een netwerk dat kinderen en ouders in noodsituaties zou moeten opvangen en begeleiden. Zijn voorstel vindt in velerlei variaties bijval in de kring van verontruste experts. Zo kunnen bijvoorbeeld de medewerkers van het consultatiebureau een rol spelen. Op de bureaus kan men risicofactoren, onwil, onkunde of onbehagen bij jonge ouders constateren en hen verwijzen naar hulpverleners. Niet alleen het bijhouden van de lichamelijke ontwikkeling van een kind is hun taak, maar tevens preventief optreden als het kind op enigerlei wijze gestoord wordt in zijn groei. Blijken ouders zwakbegaafd of verslaafd te zijn of zitten zij in psychiatrische problemen, dan moet men langdurig en intensief begeleiding bieden bij de opvoeding van hun kinderen. Omdat een dergelijke zorg een taakverzwaring zou zijn voor de werkenden in de zorg moeten deze specialisten beter opgeleid en beter betaald worden. Wint het werk daardoor status, dan zou dat nieuwe mensen trekken, waarmee de wachtlijsten tot het verleden kunnen gaan behoren. De meldingsplicht is een geval apart. Daarvoor zou wetgeving moeten komen. Zolang die er niet is, houden mensen hun mond: uit gemakzucht, omdat het 'hun zaak niet is' of vanuit de gedachte dat 'er toch niets aan te doen is'. Gevolg is dat jeugdbescherming meestal pas ingrijpt na escalatie van de problemen. Een 'minister voor Kind en Gezin' zou belangrijk werk kunnen doen. De Amsterdamse psychiater A. van Dantzig fulmineerde tegen de vergaande rechten op privacy die gezinnen nu nog hebben. ,,Deze privacy kost ieder jaar het leven van tachtig kinderen die worden doodgeslagen door hun opvoeder! Gezinnen moeten doorzichtiger zijn, zodat er ingegrepen kan worden als er opvoedingsproblemen zijn", aldus de verontruste psychiater.
Ergerniswekkend, treurig en onaanvaardbaar noemden alle sprekers het Nederlands overheidsbeleid. Want zinloos geweld op straat wordt als een belangrijk probleem ervaren, terwijl 80.000 gevallen van kindermishandeling binnen de gezinnen worden doodgezwegen. Prof. Doek deelde mee dat het VN-comite er bij de overheid op heeft aangedrongen dat er op korte termijn een alomvattend en samenhangend beleidsplan op tafel zal komen.