Peter Olsthoorn, 22 oktober 2004
< http://www.netkwesties.nl/editie112/artikel2.html >
Nederland heeft wereldwijd weer een grenspaal weten om te schoffelen: kamervragen spreken 'de enorme toename van babyporno'. Strookt deze duiding met de realiteit?
Mocht er over de opvatting van deze uitgave aangaande misbruik van kinderen met dit artikel misverstand ontstaan, dan is dat niet terecht. Seksueel misbruik van kinderen behoort tot de meest ernstige misdaden in de wereld. De jacht op de online verspreiders van kinderporno, waar ook een groeiend aantal Nederlandse rechercheurs aan werkt, staat hier niet ter discussie. En de de lakse houding die zich soms openbaart met vervolging en veroordeling na nijver werk door het Meldpunt Kinderporno en de politie (KLPD) met haar digitale recherche evenmin. Het gaat over publicitair misbruik van een ernstig feit.
Het Meldpunt Kinderporno verwerkt niet alleen meldingen van online afbeeldingen van misbruik van kinderen, maar voert ook een lobby om aandacht te vragen een het probleem waar het voor staat. Dit vond gehoor in het Algemeen Dagblad op 7 oktober 2004 met het artikel Babyporno populair op internet. Dat begint zo:
"Babyporno is in opmars op internet. Pasgeboren kinderen spelen steeds vaker een hoofdrol in perverse foto- en video-opnamen die op internet circuleren. Het Meldpunt Kinderporno, dat jaarlijks 6000 klachten krijgt, is verbaasd en verbijsterd over deze ontwikkeling."
Hier staat nagenoeg dat er jaarlijks 6.000 klachten zijn over 'babyporno'. Het Meldpunt kreeg in totaal 6.000 meldingen in 2003, waarvan 40 procent over kinderporno. In de daaropvolgende alinea komt de woordvoerster van het Meldpunt aan het woord: "Je denkt telkens dat de grens is bereikt om vervolgens weer verrast te worgen...Maar wat komt er na baby's? Seks met embryo's?"
Hier slaat de fantasie van de woordvoerster in haar effectbejag op hol. Afbeeldingen van babyporno, aldus het AD op gezag van het Meldpunt, is niet alleen ver weg verstopt en versleuteld in nieuwsgroepen te bemachtigen, maar 'overspoelen' het openbare internet.
Het aantal war het artikel op gebaseerd is : 'tientallen klachten' gaan alleen over 'pop-ups', de opspringende advertenties op websites. En met spam.
De gepubliceerde misstand leidde tot Kamervragen van Khadija Arib van de PvdA, als volgt ingeleid:
"1. Bent u op de hoogte van het feit dat er volgens het Meldpunt Kinderporno een enorme toename van babyporno op Internet is?
2. Is het u bekend dat mensen middels spam, banners en pop-ups ongevraagd geconfronteerd worden met deze extreme vorm van kinderporno?"
Het geschetste beeld is helder: een enorme toename van 'babyporno' dat het internet 'overspoelt' en wordt aangeboden met spam, banners en pop-ups.
Internet houdt niet op bij de Nederlandse grenzen. Kinderporno is, getuige ook een grote politieactie die vrijwel het gehele jaar 2004 duurt, een mondiaal gegeven.
Bij het zoeken op Google op baby+pornography komen 282.000 zoekresultaten, waarvan enkele over babyporno gaan. De eerste is een getuigenis over plaatjes over ernstig misbruik van een baby, van de Child Protection Society. En via-via komt er ook een BBC-bericht naar boven van veroordeling voor het misbruiken van een baby door een oppassend paar, waarbij foto's zijn gemaakt. Het artikel stamt uit oktober 2000. En er is een dergelijk bericht uit de VS, uit 2002. En nog een BBC-bericht in 2003. Het meest recente bericht is van een bericht uit Schotland van een veroordeling wegens bezit van online kinderporno met daarbij een plaatje van een baby: uit juli 2004.
Google kent niet de meest krochten van internet. Maar de bewering dat het openbare internet wordt 'overspoeld' met babyporno is verre van gestaafd.
(Opvallend is de toevoeging van Google Adwords aan deze zoekopdracht, met advertenties voor enerzijds 'sex met meiden van de straat geplukt' versus 'spullen voor de baby nodig' en 'Little Baby Zalf laat baby's glimlachen'.)
Als het Nederlandse Meldpunt Kinderporno te kampen heeft met 'babyporno' dan moet dit ook gelden voor de zusterorganisaties gezien het grensoverschrijdend karakter van internet.
De Association of Internet Hotline Providers (Inhope) is de wereldwijde club van online meldpunten van kindermisbruik. Cormac Callanan, een Ier, is er Secretaris-Generaal. "Babypornografie? Nee, die term is me onbekend. Nooit van gehoord. Ik zal eens voor u gaan polsen onder de leden van de organisatie en bel u dan terug." Cormac Callanan belde niet meer terug.
Een tweede autoriteit op dit terrein is Diana Sutton. Ze is van de Save the Children organisatie in Brussel, en schrijver van een helder 'Position paper' uit 2004 over online kinderporno en de bestrijding daarvan. "Nee, babyporno is een onbekend begrip. Ik heb er nog niets over gehoord, maar dat is geen maatstaf. Ik sta niet met beide benen in de praktijk. Belt u onze Skandinavische meldpunten eens."
Het Zweedse meldpunt van Save the Children wordt geleid door Per-Erik Åström. Wat weet hij van het fenomeen babyporno? "Er passeren inderdaad ook plaatjes van baby's, maar het gaat om een klein aantal. Of het toeneemt kan ik niet zeggen. Wat je wel ziet is dat de afbeeldingen van het misbruik grover worden en de kinderen jonger."
In Engeland zetelt de Internet Watch Foundation (IFW. Woordvoerster Fay MacDonald kent het fenomeen 'babyporno' niet: "We maken daarvan niet apart melding in de statistieken en ik heb ook niet vernomen dat daar een toename van is."
Ze verwijst naar Terry Jones. Hij is als ex-speurder naar kinderporno bij de politie bekend geworden, en is nog actief als expert. Hij constateert wel een toename: "Beelden van misbruik van baby's van zeg beneden is de zes maanden zijn niet ongewoon. Met de toename van de populariteit van digitale camera's en internet bieden meer mogelijkheden voor het maken en publiceren van misbruikte kinderen, en dus ook van baby's. De beelden tonen steeds jongere kinderen, extremer misbruik en zijn vooral in thuissituaties opgenomen."
De woordvoerster van het National Center for Missing & Exploited Children (NCMEC) in de Verenigde Staten heeft geen weet van het gevraagde fenomeen. Ze belooft tot drie keer toe terug te laten bellen door een deskundige die er meer van weet, maar dat gebeurt niet.
Volgens Ellen Rasmussen van het Deense meldpunt komen er uit de Verenigde Staten juist wel berichten over toename van beelden van misbruik op steeds jongere leeftijd en in steeds extremere vormen. "Maar wij hier stellen dat niet vast. Er is geen toename van beelden van misbruik van baby's en het is hier geen majeur probleem voor ons."
Contacten met meldpunten in Zuideuropese landen mislukken daar vaak geen telefoonnummer vermelden en niet op e-mail reageren.
Tenslotte is daar Duitsland waar advocaat Sven Karge in Bonn namens de hotline verantwoordelijk is voor de Nieuwsgroepen en spambestrijding. "Nee, ik kan dat niet bevestigen. Meldingen van babyporno heb ik nog niet gezien. Dan zou onze Hotline er toch weet van moeten hebben."
Er is internationaal dus geen 'enorme groei van babyporno', maar er zijn wel aanwijzingen van extremer misbruik op jongere leeftijd.
Terug naar onze natie. Heeft de recherche nadere aanwijzingen van 'enorme groei van babyporno' en is dit een extra zorg? Het antwoord is ontkennend. De recherche heeft die ervaring niet. Er is wel meer verspreiding van kinderporno, en met een miniem aandeel van babyplaatjes daarin, neemt ook de verspreiding hiervan toe.
De digitale recherche zegt wel in toenemende mate hinder te ondervinden van verkeerde beeldvorming. Vooral het onderscheid tussen het uitwisselen van plaatjes, het feitelijk kindermisbruik en de verschillende acties van de politie jegens enerzijds de downloaders en anderzijds werkelijk kindermisbruik schiet in de media voortdurend te kort.
Kortom, de Nederlandse introductie van het begrip 'babyporno', met daaraan gekoppeld de 'enorme groei', is voorbarig. We spraken daarover met mevrouw Khadija Arib. U kunt het bestand van dit gesprek downloaden, in mp3 (4,7 MB) of in in Windows Media (1,6 Mb, rechter muisknop). Het gesprek duurt ruim tien minuten.
Over de 'enorme groei' die ze heeft vastgesteld op grond van het krantenartikel heeft ze geen cijfers. Volgens haar zijn die cijfers ook niet beschikbaar. "Ik weet niet welke omvang het heeft", moet ze bekennen. "Ik vind dat er aandacht voor moet komen, want die misbruikte kinderen zullen zelf niet bellen."
Arib had alvorens de vragen te stellen contact gehad met het Meldpunt. Dit heeft mevrouw Arib inderdaad verteld over de grote toename van babyporno, maar heeft geen cijfers of bewijsmateriaal om dit te staven; anders dan dat het gaat om een 'verviervoudiging' van spam met kinderporno, waarvan altijd een of twee foto's met babymisbruik. "In het geval van deze spam was het vaak dezelfde foto", aldus de woordvoerster van het Meldpunt uiteindelijk.
Volgens het Meldpunt heeft niettemin 'alle aandacht voor het onderwerp' zin, ook de Kamervragen. Het gaat, zegt het Meldpunt, om meer aandacht voor kinderporno. En de politie moet worden uitgebreid. Opsporing wordt volgens het Meldpunt slechts verricht door een 'handjevol politieagenten'. En het Meldpunt zelf is onderbezet met drie personen en wil meer armslag.
Het Meldpunt Kinderporno maakte misbruik van de term 'babyporno' en de 'enorme toename' daarvan als onderdeel van een lobby om meer aandacht en geld (personeel) te krijgen voor haar werk en dat van de politie. Dit effectbejag laat onverlet de belangrijke taak van het Meldpunt volgens het ministerie van Justitie.
Dit geval van het Meldpunt Kinderporno staat niet op zichzelf. Eerder publiceerde Netkwesties over de handel en wandel bij het Meldpunt Discriminatie Internet, dat ook in haar kerntaak fouten maakte, die bij het Meldpunt Kinderporno niet zijn vastgesteld. Vorige week schreef Netkwesties over inconsequent gedrag met betrekking tot het optreden bij meldingen, in vakjargon 'notice & take down'.
Justitie is met branche-organisaties al lang bezig met de oprichting van een algemeen meldpunt, dat op meer algemene grondslagen zal werken, maar dat schiet niet op.