door Wilfried van der Bles
2002-11-25, Trouw
Citaat: "Hij voelde zich buitengewoon aangetrokken tot jongens van een jaar of dertien, maar maakte daar geen werk van, al was het maar om uit handen van justitie te blijven, zoals hij ooit zei. Ter compensatie stortte hij op de boeken. Tegenover het Belgische blad Humo zei hij in 1994: ,,Verzamelaars als ik gaan relaties aan met objecten, die niet lastig zijn, die niet tegenspreken, die geen weerwerk bieden. Mijn liefde gaat uitsluitend naar mijn boeken.''
Moeten we afgaan op hoe de gisteren aan een hartstilstand overleden Boudewijn Büch zichzelf in interviews bij voorkeur neerzette?
Hij beschreef zichzelf als asociale, mensenschuwe en contactgestoorde neuroot en dat is aardig in tegenspraak met hoe hij op televisie overkwam, namelijk als een aardige man die met buitengewone passie kon praten over dat wat hem bezig hield: verre eilanden, Goethe, Achterberg, ontdekkingsreizigers, de Rolling Stones, eerste drukken van boeken over geeft bijna niet wat. Het contrast tussen het zelfbeeld en het tv-beeld kon bijna niet groter. Maar in een interview zei Büch daarover zelf ooit: De mensen hebben niet door dat ik maar een rol speel.
Büch, geboren in 1948, 53 jaar geworden, was van alles tegelijk: dichter, schrijver, columnist, journalist en verzamelaar van boeken. In zijn Amsterdamse grachtenhuis heeft hij in zijn in empire-stijl ingerichte bibibliotheek in de loop der jaren voor een onbekend, maar zeker ook ongekend kapitaal aan boeken verzameld. Bij voorkeur eerste drukken. De massa der Nederlanders zal hem in die hoedanigheid van boekenverzamelaar via het programma Barend en Van Dorp hebben leren kennen. Hij had die boeken puur voor de verzameling. Voor het lezen schafte hij altijd een andere uitgave aan.
Als dichter en schrijver, onder meer van De kleine blonde dood, was Büch omstreden. In Het dolhuis (1987) beschreef hij zijn belevenissen als jong kind in een psychiatrische inrichting. De hel (1990) verhaalt over zijn middelbare schooltijd als stotterende scholier. Zijn boeken werden doorgaans neergesabeld door de literaire kritiek. Hij zou teveel over zichzelf schrijven en het daarbij niet al te nauw nemen met de feiten over zijn leven. Wat de literaire critici, en kunstkenners met goede smaak wellicht ook heel dwars zat, was dat Büch niet elitair deed over kunst. Hij praatte er gewoon over. En hij kon even enthousiast zijn over popmuziek, zoals over zijn grote idool Mick Jagger van de Rolling Stones, als over Goethe of Achterberg. Als iemand de afstand tussen zogenaamde hoge cultuur en lage cultuur wist te overbruggen dan was hij het wel. Maar de meeste Nederlanders zullen Büch hebben leren kennen als maker van het tv-programma De Wereld van Boudewijn Büch, niet als dichter of schrijver. Zeer tot zijn ongenoegen heeft de Vara dat programma nog niet zo lang geleden van de buis gehaald. RTL4 bood hem de gelegenheid bij Barend en van Dorp het volk toch te vermaken met zijn ongehoorde kennis van zaken die buitengewoon aardig, maar tegelijk ook volstrekt onbelangrijk waren. Met witte of soms ook blauwe handschoenen aan liet hij de kijkers meegenieten van zijn boeken.
Contact met zijn vijf broers had Büch niet meer. Met zijn vader had hij een buitengewoon problematische verhouding gehad. De ene keer werd hij in elkaar gestampt, de andere keer werd hij door diezelfde man weer gekoesterd. Volgens Büch zelf had hij de laatste tien, vijftien jaar in relationele zin alle schepen achter zich verbrand. Hij voelde zich buitengewoon aangetrokken tot jongens van een jaar of dertien, maar maakte daar geen werk van, al was het maar om uit handen van justitie te blijven, zoals hij ooit zei. Ter compensatie stortte hij op de boeken. Tegenover het Belgische blad Humo zei hij in 1994: ,,Verzamelaars als ik gaan relaties aan met objecten, die niet lastig zijn, die niet tegenspreken, die geen weerwerk bieden. Mijn liefde gaat uitsluitend naar mijn boeken.''
De laatste tijd had Büch een soloprogramma waarmee hij de theaters afreisde: Op reis, Een diavoorstelling zonder dias. Vorige week leverde hij bij zijn uitgever he manuscript in van een boek dat vermoedelijk in februari zal verschijnen: Het Geheim van Eberwein.
En wat er met zijn boeken moet gebeuren? Zijn familie is erfgenaam van de verzameling, maar Büch zei kort geleden nog dat van hem betreft ,,de fik erin mag''.