Dirkje van der Wetering, Amersfoort
Trouw, 16 april 2005
Rubriek: ware verhalen
Ik was acht jaar en het was een paar maanden na de bevrijding. In het dorp waar ik woonde was een legerplaats van Canadezen. Mannen die na alles wat ze meegemaakt hadden niet veel meer te doen hadden, maar nog niet naar huis mochten.
Daarom was het die warme middag een welkome
afwisseling voor ze dat twee kleine meisjes kwamen buurten. Een aantal mannen
zat buiten met ontbloot bovenlichaam wat te drinken; we mochten er even bij
komen en ze namen ons op schoot. Dat was voor mij een ongekende ervaring. Ik
ervoer de aanraking met die warme, behaarde mannenborst als plezierig erotisch.
We zongen een liedje en de soldaten schaterden het uit.
Jaren later heb ik pas begrepen waarom ze zo'n plezier hadden om ons zingen. We zongen namelijk een straatliedje dat populair was zo kort na de bevrijding: 'Ga je mee naar boven, ga je mee naar bed, onder de wollen dekens heb je o zo'n pret'. De Canadezen herkenden waarschijnlijk de melodie die ze in moeilijke tijden uit hun krakerige radiootje hadden horen komen, gezongen door Vera Lynn.
De soldaten stuurden ons eropuit met een papieren bekertje dat we moesten vullen met bramen. Toen we een tijdje later onze opdracht vervuld hadden, kregen we als betaling een halve reep chocolade. Ongekende luxe. Daarna werden wij naar huis gestuurd en trokken de mannen zich terug. Maar ik kon nog geen afstand nemen van mijn Canadees, dus we volgden op enige afstand. Toen hij aankwam bij zijn sheltertje kropen wij ook onder het tentzeil door en stonden voor zijn neus. De soldaat wist waarschijnlijk niet wat hij hiermee aanmoest. Terwijl hij op zijn brits lag maakte hij een kistje open dat aan zijn hoofdeinde stond. Hij haalde er een foto uit: twee meisjes in witte jurkjes, zittend op een schommel en daarnaast een jonge vrouw. Ik zie het nog helemaal voor me.
Wat er daarna gebeurde weet ik niet meer. Mijn volgende herinnering is dat ik het verhaal thuis vertelde. Mijn vader en mijn moeder besloten toen dat wij daar nooit meer heen mochten. En ik huilde mijzelf 's avonds in slaap om mijn verloren Canadees.