NRC, 18 mei 2002
Het Amerikaanse Hooggerechtshof heeft een wet die kinderen moet beschermen tegen pornografie op internet, ten dele gehandhaafd.
De vraag of de wet, de Child Online Protection Act (COPA), een aantasting is van de vrijheid van meningsuiting, wordt echter niet door het Hof beantwoord.
De COPA maakt het strafbaar om doelbewust voor kinderen schadelijk materiaal op internet te publiceren op plaatsen die makkelijk te vinden zijn. De ,,hedendaagse normen van de gemeenschap'' bepalen of materiaal schadelijk is. Zo ja, dan moet het volgens de wet verborgen zijn achter registratiecodes, zodat kinderen er niet bij kunnen komen. Overtreders van de wet kunnen rekenen op een boete van maximaal 50.000 dollar of zes maanden gevangenisstraf.
Het Hooggerechtshof noemt de wet niet ongrondwettig, zoals een federale rechtbank in 1998 oordeelde, vanwege de brede en veranderlijke term ,,hedendaagse normen''. Het Hof oordeelde in eerdere zaken dat volgens die normen onfatsoenlijk materiaal mag worden geweerd.
Het Hof vindt echter wel dat de constitutionele bezwaren die de aanklagers hadden - de wet zou in strijd zijn met de vrijheid van meningsuiting, en ,,te vaag'' zijn - niet voldoende door een federale rechtbank zijn bekeken. De COPA is daarom teruggestuurd, wat betekent dat de regering-Bush nog niet tot invoering kan overgaan.
De uitspraak van het Hof is voor zowel het ministerie van Justitie, als de aanklagers, de burgerrechtenorganisatie American Civil Liberties Union (ACLU) een kleine teleurstelling. ,,Niemand heeft gewonnen'', aldus de ACLU.
Het Amerikaanse ministerie van Justitie probeert al enige tijd kinderporno op internet strafbaar te maken en wetten aan wil passen aan het computertijdperk. Justitie stuit daarbij echter steeds op de grenzen van de Amerikaanse grondwet. In 1996 meende het Hooggerechtshof dat de Communication Decency Act, die het versturen van pornografisch materiaal strafbaar maakte, een inbreuk op de vrijheid van meningsuiting was.
Vorige maand verwierp het Hof de Child Pornography Prevention Act, die het aanbieden van pornomateriaal waarin de deelnemers ,,minderjarig lijken te zijn'' expliciet strafbaar stelde. In Philadelphia dient momenteel een rechtszaak tegen de Children's Internet Protection Act die installatie van filtersoftware verplicht, om te voorkomen dat kinderen 'onbehoorlijke' websites kunnen bekijken.
18 mei 2002