Start Omhoog

 Eervol ontslag kapelaan na ontucht

Door onze redacteur Joep Dohmen, NRC 20 juni 2002

Een kapelaan misbruikte kinderen in verschillende gemeenten. Nu hij dood is, vertellen slachtoffers hun verhaal.

ROTTERDAM, 20 JUNI. Handtastelijkheden. Daar begon het mee. Het eindigde met verkrachtingen. De dader was de kapelaan, een vriend van de familie. Het waren zijn ouders die hem als jongetje van tien telkens naar de kapelaan stuurden, om hem te helpen met het wassen van zijn auto.

Na zoveel jaren durft Paul van Heumen (47) openlijk te praten over het misbruik door de kapelaan tussen 1968 en 1972. Als kind was Van Heumen radeloos en hulpeloos. Zijn ouders zagen niets of wilden niet zien wat er gebeurd was als hij thuiskwam met het sperma van de kapelaan in zijn haren, zo vertelt hij vanavond in het tv-programma Heilig Vuur (NCRV).

In Braamt, in de Achterhoek, klinkt een ander verhaal. Daar is dezelfde man de geliefde, voormalig dorpspastoor. Bij de gemeente ligt een verzoek om een straatnaam naar hem te vernoemen. De priester, wiens naam uit privacyoverwegingen onvermeld blijft, overleed in 1981 en ligt begraven naast de dorpskerk.

Hij werd in 1917 geboren en trad op 25-jarige leeftijd als frater Mauritius in bij de orde van de franciscanen. Van 1950 tot 1966 was hij kapelaan (hulppastoor) in Nieuwe Niedorp, Venray, Woerden, Nijmegen en Maastricht. Nergens bleef hij lang. In 1966, 49 jaar oud, verliet hij de orde. De reden voor zijn vertrek wordt bewaard in het archief van de franciscanen. ,,Dat blijft nog vijftig jaar gesloten'', meldt secretaris J. van Heijst van het bestuur van de franciscanen.

In 1970 kwam hij naar het aartsbisdom Utrecht. Uit onderzoek van Heilig Vuur blijkt dat hij daar regelmatig kinderen misbruikte. Slachtoffer waren kinderen in de Utrechtse wijk Lombok. Daar was de priester in 1966 door toenmalig aartsbisschop Alfrink benoemd tot kapelaan van de parochie van O.L. Vrouw van Goede Raad.

Twee jongens uit één familie, misdienaars, werden begin jaren zeventig door hem onzedelijk betast. Toenmalig hoofd van de r.-k. lagere school Villa Nova in Lombok, Dick de Wissel (62), inmiddels in de VUT: ,,Het meest verschrikkelijke vonden ze het tongzoenen. Dat was zó smerig. Dat die hand in dat broekje gleed en met hun piemeltje speelde, dat was erg, maar die tongzoen was het ergst.''

De jongens gedroegen zich vreemd in de klas. Daarop aangesproken door hun juf biechtten ze in 1973 op dat de kapelaan iets met hen deed, aldus De Wissel.

De juf stapte naar het schoolhoofd. Die confronteerde de kapelaan met het verhaal. De Wissel: ,,Eerst reageerde hij hautain. Toen ik zei dat die kinderen elke keer doodsbang waren als zijn tong weer in hen gleed, begon hij te transpireren. Hij huilde als een klein kind en smeekte om vergeving. Hij vroeg of ik het niet verder wilde vertellen. Het was slechts een zwak moment geweest. Het zou nooit meer voorkomen.''

De Wissel beloofde de kapelaan dat hij er geen ruchtbaarheid aan zou geven. Dat Paul van Heumen, ook een leerling van Villa Nova, eveneens misbruikt was, wist De Wissel toen niet. ,,Als ik dat geweten had, had ik niet toegezegd de zaak stil te houden'', zegt De Wissel. De affaire leek van de baan. Maar de volgende dag was de kapelaan ineens spoorloos. Op zijn bureau lag een afscheidsbrief. Daarin vroeg hij om vergeving en zei hij, meldt De Wissel, dat hij inzag dat hij niet geschikt was voor het priesterambt. Het briefje eindigde met: ,,Dick de Wissel weet er meer van!''

Omdat de kapelaan opeens weg was, vertelde De Wissel het schoolbestuur, dat tevens kerkbestuur was, en de pastoor van de parochie, H. Müter, wat er gebeurd was. De Wissel: ,,Müter is naar kardinaal Alfrink gegaan.'' Alfrink wilde meer weten. Als de kapelaan niet terug zou komen, wilde hij met De Wissel spreken, zei Müter meteen na zijn bezoek aan Alfrink.

Het gesprek kwam er niet. De kapelaan was naar Duitsland gevlucht, maar de eerste de beste avond belde hij al op, aldus De Wissel. De kapelaan wilde weer aan de slag. De Wissel: ,,Hij zei tegen zijn collega Müter dat hij tot rust was gekomen. Hij wilde graag een tweede kans.''

Na zijn terugkomst blijkt de kapelaan door Alfrink ,,eervol'' te zijn ontslagen als kapelaan in Lombok. Zijn bekentenis van seksueel misbruik was geen belemmering om de kapelaan te bevorderen tot pastoor en hem elders in het aartsbisdom opnieuw te benoemen. De pedofiele kapelaan werd op 12 juli 1973 pastoor van de parochie van O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand in Braamt (990 inwoners).

De Wissel zegt ,,100 procent'' zeker te weten dat Alfrink op de hoogte was van de affaire en van de seksuele geaardheid van de priester. Ton van Schaik, kerkhistoricus in Utrecht en auteur van een biografie over Alfrink, zegt het goed voor mogelijk te houden dat de kardinaal de affaire onder de pet heeft gehouden. ,,Hij was een man die in het algemeen dit soort dingen het liefst in zijn eigen kamer hield'', aldus Van Schaik, die aan het woord komt in de uitzending van Heilig Vuur.

De Wissel: ,,Ik wist tot nu toe niet dat de man eervol is ontslagen. Ongelooflijk. En die benoeming in die nieuwe parochie, een eenmanspost zonder controle. Dat was de kat op het spek binden.''

Kerkhistoricus Van Schaik verbaast zich ook over het eervolle vertrek: ,,Dat was voor deze man te veel eer. Hij heeft daar dingen aangericht waar nu nog de gevolgen van zijn.'' Volgens Van Schaik heeft niemand juist gehandeld: ,,De pastoor niet, de benoemingscommissie niet, de bisschop ook niet.'' Het paste volgens hem overigens in het denken van die tijd dat pedofilie geen ziekte maar een eenmalig misstap kon zijn.

Een woordvoerder van kardinaal Simonis, die nu het ambt bekleedt van de in 1987 overleden Alfrink, zegt binnen het aartsbisdom geen schriftelijke of mondelinge informatie te kunnen vinden over de kwestie. ,,Wij willen echter ons medeleven betuigen met de slachtoffers, en hen verwijzen naar het meldpunt voor misbruik door binnen de r.-k. kerk'', aldus de woordvoerder.

Parochianen in Braamt zijn nog altijd vol lof over hun oude pastoor. Ze vertellen over zijn gloedvolle preken en hoezeer hij actief was in het jeugd- en jongerenwerk.

In 1976 volgde ook hier een affaire. Een 14-jarige leerling van de technische school in het buurdorp 's Heerenberg sloeg de pastoor tijdens een les. De pastoor, tevens leraar maatschappijleer, kreeg de klap omdat hij vaker handtastelijk was, vertelden de leerling en een klasgenoot tegen de directeur. Het pedofiele verleden van de pastoor was bij ons niet bekend, zegt toenmalig adjunct-directeur G. Huyink. ,,Als het seksueel misbruik uit zijn Utrechtse periode bekend was geweest, denk ik niet dat hij benoemd was door ons bestuur.''

Huyink vertelt dat de schoolleiding een klacht kreeg van de jongens en dat ook de politie was geïnformeerd. De pastoor reageerde emotioneel. Opnieuw verdween hij naar Duitsland.

De jongens trokken de klacht in, na overleg met het schoolbestuur. De directie stelde een verklaring op waarin stond dat na ,,nauwgezet onderzoek'' gebleken was dat de beschuldigingen ,,elke grond'' misten. Nu om een reactie gevraagd, zegt een van de jongens dat de pastoor wél handtastelijk was. ,,Ik stond onder grote druk. Mensen geloofden mij niet, de pastoor werd alom gewaardeerd. Daarom heb ik die klacht ingetrokken'', aldus de nu 40-jarige man.

Ondanks de ontlastende verklaring zou de pastoor nooit meer voor de klas verschijnen in 's Heerenberg. Hij bleef wel pastoor, tot zijn dood in 1981. Bij zijn begrafenis bewees het hele dorp hem de laatste eer.

Het misbruik is nu dertig jaar geleden, maar voor Paul van Heumen nog dagelijks pijnlijk actueel. ,,Er lopen duizenden lotgenoten rond en die houden hun mond. Laat ik dan maar in mijn eentje mijn mond opendoen.''

20 juni 2002

 

Start Omhoog