De Volkskrant, 28 juni 2004 Door: Peter de Graaf
Rechtbankverslaggever Peter de Graaf beschrijft de zaak tegen een man die een 13-jarige jongen onzedelijk betastte
Boudewijn Burgers valt op jongens van rond de 16. Toch vergreep de begeleider van jonge scouts zich tijdens een uitje aan Laurens, die destijds 13 jaar oud was.
Het is alsof ze elkaar niet willen kennen. Uiterst rechts op de publieke tribune de stiefvader van Laurens. Linksachter de familie van Bastiaan. Toch hebben ze een band die loopt via de man in de verdachtenbank: Boudewijn Burgers (42). Zijn stem is zacht. Nu en dan huilt hij. Daaraan is niets gekunsteld. Waarschijnlijk is het spijt, misschien ook schaamte en zelfs zelfmedelijden.
Want wat Burgers heeft gedaan, heeft hem tot een outcast gemaakt. Daarbij heeft hij het leven kapotgemaakt van Laurens. Een jongen op wie hij verliefd was en misschien nog wel is, zegt hij. Burgers' verhaal laat zich moeilijk begrijpen. Hij weet dat.
Want wat moet je met een man (toen 39 jaar) die verliefd wordt op een jongen van 13 en hem tijdens een pleziervaart in de Biesbosch onzedelijk betast? Dat valt niet uit te leggen en het is niet ongedaan te maken.
Laten we Laurens, inmiddels 17, zelf citeren. Hij zegt bij de politie over wat hem is aangedaan:
'Ik word er gek van. Ik sta ermee op en ik ga ermee naar bed. Al drie jaar lang. En niemand weet ervan. Ik durf het niemand te vertellen. Ook mijn ouders niet. Ik ben heel bang voor hem.'
Het is niet de eerste keer dat Burgers moet verschijnen voor aanranding van een jongen. Dat geeft hem het aura van een onverbeterlijke zedendelinquent, hoe hard zijn advocaat ook probeert duidelijk te maken dat
'het verlangen naar jongens in sommige gevallen als een noodlot in het leven van een persoon komt vallen'.
Burgers kende Laurens vanaf diens 8ste. Laurens zat bij de scouting, Burgers zat in de leiding. Voor Laurens was scouting zijn lust en zijn leven; voor Burgers gold dat nog meer. Bijna in z'n eentje bouwde hij de lokale scounting-afdeling op. Dat gaf hem aanzien en verschafte hem een sociaal netwerk.
In 2000 werd hij echter aangeklaagd voor ontucht met Bastiaan (12). In datzelfde jaar heeft het misbruik van Laurens plaats. Burgers wrijft de jongen in diens slaap over rug, borst en penis. Burgers' advocaat noemt het een 'ontuchtig toenaderingsmoment' en wijst erop dat in de jaren erna Burgers en Laurens een soort vader-zoon-relatie opbouwen, waarbij Laurens geregeld bij Burgers langskomt en met hem praat over problemen thuis. Niemand ontkent dit.
De zaak gaat rollen als in 2003 bij Burgers kinderporno wordt gevonden.
Burgers ontkent niet dat hij na zijn veroordeling in 2000 op zoek is gegaan naar kinderporno op internet. Burgers' advocaat:
'Voor sommigen is kinderporno een prettig soort uitlaatklep om met de eigen fantasie de daad aan jezelf te voltrekken en zo op het rechte pad te blijven.'
Burgers zegt het zo:
'Omdat ik alles om mij heen ingestort zag - ik had geen werk meer en zat alleen nog maar thuis - was ik zwaar depressief. Ik voelde mij erg rot. Als ik naar de kinderpornosites ging, kon ik dat verdringen. Soms kwam ik daar een paar dagen achtereen dan weer weken niet.'
Het is een verklaring voor het onverklaarbare. Officier van justitie Van Solingen formuleert het in een zin: kinderporno is de vreselijke uitbuiting van jonge kinderen voor commerciële doeleinden.
Officier Van Solingen: 'Ziet u zichzelf als een
pedofiel?'
Burgers: 'Nee, ik ben een homoseksueel die valt op jongens van 15, 16, 17, 18
jaar. Mannen van mijn eigen leeftijd vind ik niet aantrekkelijk. Ik weet niet
beter dan dat dit altijd een onderdeel van mij is geweest.'
Burgers zit fout. Hij weet het maar hij voelt het anders.
(Het vonnis, twee weken later:
Een jaar cel, geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar. De rechtbank
kiest voor een voorwaardelijke celstraf omdat Burgers reeds zeven maanden in
therapie is en de rechtbank die niet wil doorkruisen.)
De namen van verdachte en slachtoffers zijn om privacyreden gefingeerd.