Een pastoor in Geleen is na een klacht over seksueel misbruik ontslagen. Het bisdom Roermond hield de zaak twee jaar stil. Het beleid van de r.-k. kerk getoetst aan een voorbeeld uit de praktijk.
ROTTERDAM,
30 MEI. De gelovigen van de parochie van O.L. Vrouw van Altijddurende
Bijstand in de Geleense wijk Lindenheuvel weten tot vandaag de dag niet
beter dan dat hun vorige pastoor overspannen is. Op 17 april 2000, in de drukke
tijd voor Pasen met zeven missen en drie uitvaarten in het verschiet, ging de
man opeens met ziekteverlof.
In
werkelijkheid was hij op non-actief gesteld door bisschop Wiertz van Roermond na
beschuldigingen van seksueel misbruik. De affaire werd door het bisdom
binnenskamers afgehandeld, zoals nagenoeg alle gevallen van seksueel misbruik in
de rooms-katholieke kerk in Nederland.
De
pastoor werd enkele maanden later door Wiertz uit zijn functie gezet, een van de
zwaardere sancties die een bisschop kan opleggen. De parochianen kregen te horen
dat hun pastoor ziek was. Hij was nog maar net een jaar begonnen. ,,Vreemd vond
men het niet, want hij maakte een overspannen indruk'', zegt Ralf Smeets, die
een dag na het plotselinge vertrek van de pastoor als vervanger insprong. Smeets
is inmiddels benoemd tot pastoor in Lindenheuvel.
Hoe
goed het bisdom de affaire geheim heeft gehouden blijkt uit de verklaring van
Smeets tegenover deze krant. Ook hij zegt de ware reden van het overhaaste
vertrek van zijn voorganger niet gekend te hebben. ,,Ik dacht aan
overspannenheid. Pas een jaar geleden vernam ik dat er sprake was van een klacht
over seksueel misbruik'', aldus Smeets.
De nu
60-jarige ex-pastoor, wiens naam uit privacy-overwegingen onvermeld blijft, is
in 1991 in het bisdom Rotterdam gewijd. Het was een late roeping voor de in
Nieuwkuijk, bij Den Bosch, geboren verpleegkundige. De man begon zijn kerkelijke
loopbaan in de H. Adrianus parochie in Langeraar, in het Zuid-Hollandse
Ter Aar. In september 1994 vertrok hij alweer. Aanleiding waren klachten over
seksueel misbruik, meldt een betrokkene die anoniem wenst te blijven. De
woordvoerder van het bisdom Rotterdam, Joost de Witte, zegt echter dat het
dossier van de priester ,,geen aanwijzingen voor misbruik bevat''. Volgens hem
was het vertrek van de pastoor ,,het gevolg van heimwee naar het katholieke
zuiden''.
De
priester kreeg van bisschop Wiertz van Roermond in 1994 een aanstelling in de H.H.
Petrus en Paulus parochie in Grevenbicht, een dorp bij Sittard. Hij zou niet
lang blijven. Al een jaar later volgde een overplaatsing naar de H.H.
Fabianus en Sebastianus parochie in Sevenum, in Noord-Limburg. Na vier jaar
vertrok hij ook daar. Het bisdom plaatste hem in 1999 over naar Geleen, waar hij
in 2000 uit zijn functie werd gezet na klachten over misbruik.
Wist
het bisdom Roermond van eerdere beschuldigingen? De woordvoerder van bisschop
Wiertz wil alleen zeggen dat ,,de zaak volgens de geldende procedures [is]
afgehandeld''. Het bisdom weigert verder commentaar. Daarmee blijft de vraag
onbeantwoord waarom de gelovigen in Geleen niets is verteld.
In de
praktijk was de openheid van de rooms-katholieke kerk over misbruik nooit groot.
Affaires worden in eigen kring afgedaan, liefst via het eigen, door de
bisschoppen ingestelde meldpunt 'Hulp en Recht' in Utrecht. Volgens gisteren
door 'Hulp en Recht' gepubliceerde cijfers kreeg het meldpunt sinds 1996 180
meldingen van misbruik. Daarvan waren volgens het meldpunt 24 klachten gegrond.
Slechts enkele gevallen kwamen in de publiciteit, meestal omdat slachtoffers
naar justitie stapten.
Bisschop
Wiertz maakte op 12 mei in het televisieprogramma Kruispunt zijn
beweegredenen bekend om misbruikzaken niet publiek te maken, en die niet te
melden bij het openbaar ministerie. Volgens hem zijn het vaak de slachtoffers
die geen publiciteit en geen aangifte wensen. Wiertz: ,,[Wat betreft] de stap
naar justitie, heeft het slachtoffer het recht daar wel of niet gebruik van te
maken. Het is onmogelijk om tegen de zin van de klager een klacht bij het OM in
te dienen. Dat mag je niet van mij vragen, dat doe ik ook niet, dat zal ik heel
eerlijk zeggen.''
Pastoor
Smeets in Lindenheuvel is mild in zijn oordeel over de aanpak van Wiertz in de
kwestie rond zijn voorganger. Hij zegt: ,,Het belangrijkste is dat voorkomen
wordt dat nieuwe slachtoffers vallen. Ik vind dat Wiertz dit serieus en alert
heeft aangepakt.''
De
ontslagen pastoor woont nu in Noord-Limburg en assisteert bij uitvaarten. Met
pastorale taken houdt hij zich niet meer bezig, verklaart deken van Horst, R.
Merkx, desgevraagd. Maar: ,,Op afroep is hij wel beschikbaar om een mis op te
dragen'', aldus Merkx.
Heeft
het bisdom goed gehandeld? Merkx: ,,Het is een situatie waar ik goed mee kan
leven. De bisschop zei tegen mij: 'Hij kan assisteren, maar hij krijgt geen
benoeming zolang een psycholoog geen groen licht heeft gegeven dat een
pastoorsbenoeming veilig is'. Ik vind dat een verstandige beslissing.''
Of de
ex-pastoor onder toezicht staat, behandeld wordt en/of begeleiding krijgt van
het bisdom of van externe deskundigen, ook die vragen beantwoordt het bisdom
niet. De priester zelf zegt in een telefonische reactie zich ,,niet schuldig''
te voelen en ,,geheel vrijgepleit'' te zijn door de kerkelijk meldpunt van
seksueel misbruik 'Hulp en Recht'. Hij noemt zich ook nog steeds pastoor. ,,Het
is nu allemaal voorbij, ik wil er niets over zeggen. Ik ben gewoon pastoor en
dat is alles.''
Deken Merkx begrijpt dat wel: ,,Het is een beetje het gebruik om je pastoor te blijven noemen, maar nee, in feite is hij het niet meer.'' Opvolger Smeets in Lindenheuvel: ,,Als hij de telefoon opneemt met pastoor, dan is dat vreemd. Dat moet hij gewoon niet doen.''