Start Omhoog

Rutgers huizen

Er kwamen andere tijden

door Eveline Brandt 2001-09-03, Trouw

Dit najaar valt na 32 jaar het doek voor zes van de zeven Rutgers Huizen. Een paar krijgen nieuwe functies: 'proeftuin' of 'kenniscentrum. Maar voor de morning-afterpil of onderzoek op geslachtsziekte moet voortaan toch de huisarts bezocht worden. Afscheid van een relikwie uit de jaren zeventig.

Op het raam van het Amsterdamse Aletta Jacobshuis, een van de zeven Nederlandse Rutgers Huizen, hangt een plakkaat dat het einde aankondigt: 'Te koop'. Het adres is veel hoofdstedelingen welbekend: Overtoom 323. Wie is er in zijn jeugd níet ooit binnengeglipt in een Rutgers Huis?

De vijftienjarige die in paniek om een morningafterpil komt; de zeventienjarige die ongewenst zwanger is geraakt; de twintigjarige die vreest een geslachtsziekte te hebben opgelopen; de veertigjarige die er geen lol meer aan vindt, aan het vrijen - zij kunnen hier niet meer terecht voor een vertrouwelijk gesprek, voor anonieme hulp. De huisarts, de Riagg en de GGD kunnen het wel alleen af, zo is de redenering; er is geen geld en geen belangstelling meer voor een Rutgers Huis daarnaast.

Ondertussen staat de telefoon in het Aletta Jacobshuis roodgloeiend. Het afsprakenboek is zo vol dat de receptioniste blij is dat iemand afbelt en ze met tippex het consult kan weglakken. Jonge blonde vrouwen, donkere allochtone meisjes, wat oudere Hollandse mannen - van alles loopt er binnen. ,,Het is hier zo druk, wij moeten gewoon oppassen dat onze artsen niet overspannen raken'', zegt een van de medewerkers die hier al meer dan dertig jaar werkt.

Verontwaardigd is ze, en ontdaan dat het doek nu echt gaat vallen. ,,Ik werk hier keihard en met hart en ziel omdat ik nog steeds vind: niets zo verschrikkelijk op de wereld als een ongewenst kind. Onze hulpverlening overhevelen naar de huisarts? Ha! De huisarts stuurt zelfs patiënten naar ons door! Hier, ik heb het geturfd: alleen vanochtend al zeven vrouwen die een spiraaltje willen laten plaatsen omdat hun dokter dat niet kan. Seksuele problemen, daar weten huisartsen vaak ook geen raad mee. Heel goed dat ze dan naar ons verwijzen, want wij weten er wél raad mee.''

Ze snuift. ,,Wij moeten ons gaan richten op 'doelgroepen', zoals allochtonen en chronisch zieken. Waarom? Wij zijn er voor iedereen. Voorlichting en preventie zijn belangrijk voor alle gewone, gezonde en ongezonde mensen. En je ziet: die komen hier ook nog in groten getale binnen. De nieuwe generatie heeft weer net zoveel behoefte aan informatie en hulp als de generatie uit onze begintijd.'' Strijdbaar: ,,Ik zeg maar zo: goede voorlichting is het halve werk.''

'Wie trekt er voordeel uit de onbelemmerde voortplanting? Wie is gebaat bij de onwetendheid van de massa?' De arts Johannes Rutgers vroeg het zich in 1923 in gemoede af. 'Eigenlijk is het voor niemand goed', concludeerde hij, 'wanneer er roekeloos kinderen worden verwekt.'

Een anticonceptie-pionier was Rutgers, en Nederland was begin vorige eeuw met recht gidsland op dit gebied. Rutgers was al in 1882 oprichter van de Nieuw Malthusiaanse Bond, de voorganger van de Nederlandse Vereniging voor Sexuele Hervorming (NVSH).

In 1969 besloot de NVSH zich geheel toe te gaan leggen op haar hoofdtaak: de verspreiding van de boodschap van seksuele hervorming. De medische hulpverlening werd losgemaakt uit de roemruchte vereniging en ondergebracht in de nieuwe Rutgers Stichting. Haar taak werd 'hulpverlening en vorming op seksueel gebied'.

De Rutgers Stichting ging van start onder een gelukkig gesternte. In datzelfde jaar 1969 werd de openbare verstrekking van voorbehoedmiddelen uit het Wetboek van Strafrecht gehaald. De zorg voor anticonceptie werd vanaf toen zelfs beschouwd als een overheidstaak, niet langer als een particuliere aangelegenheid. En de overheid als subsidiegever gaf gul aan de Rutgers Huizen, 25 jaar lang.

Halverwege de jaren zeventig, in de tijd van flower power en All you need is love verscheen er een prachtig 'affiesje'. 'Hoe doen twee egeltjes het? Hééél voorzichtig - met een goed voorbehoedmiddel dus' stond er boven de afbeelding van twee lieve, stekelige beestjes die elkaar wel zagen zitten. Het was de eerste voorlichtingscampagne van de Rutgersstichting die gericht was op jongeren, en het werd een doorslaand succes. In 1972 nog weigerde de helft van de huisartsen de anticonceptiepil voor te schrjven aan meisjes tussen de 15 en 17 jaar. Hun afwijzing van 'voorechtelijk geslachtsverkeer' maakte de ongeveer zestig Rutgers Huizen vooral voor jongeren onmisbaar.

Groepjes voorlichters gingen de Huizen uit, de scholen in, en daar openhartig praten over seks en anticonceptie. Een van hen was Gemma Pagano, die veertien jaar als verpleegkundige en voorlichtster voor de Rutgers Stichting werkte. ,,Het was een echte bloeitijd'', zegt zij. ,,Er wordt nu vaak negatief over gedaan, alsof er toen alleen maar geitenwollen sokken rondliepen. Maar er is niets mis met een ideologische drijfveer in je werk, en er kwam wel degelijk wat van de grond. We hielden zestig bureaus draaiende, niet doordat het big business was maar door de inzet van alle betrokkenen. Het was hard werken en veel 's avonds vergaderen, onbetaald. We waren bezig een specialisme te ontwikkelen, en dat wilden we goed doen.''

Naast de medische hulpverlening en de nieuw opgezette voorlichtingsafdeling, werd ook een aarzelend begin gemaakt met psychosociale hulpverlening. Zo startte in 1976 Willeke Bezemer met een groepstherapie voor wat heel netjes heette 'pre-orgastische' vrouwen. In deze - minder netjes genoemde - 'klaarkomgroepen' zochten de therapeuten naar diepere oorzaken van de onvrede bij vrouwen over hun (seks)leven. Daarin gingen zij mee in de golf van bewustwording die door de vrouwenbeweging in gang was gezet.

Terwijl de Rutgers Stichting democratiseerde, of misschien zelfs verburgerlijkte, radicaliseerde de NVSH. De club verwerd tot een soort seksueel rariteitenkabinet waar vooral mensen met belangstelling voor partnerruil, sm en groepsseks op afkwamen.

Maar in de jaren tachtig liep ook binnen de Rutgers Stichting het beeld van een onschuldige, blije seksualiteit een deuk op. Seks kreeg langzamerhand een andere uitstraling dan die van de zoete lieve egeltjes uit de jaren zeventig. De aanzwellende stroom berichten over seksueel geweld en ongewenste intimiteiten, incest en pedofilie, en de intrede van aids wierpen een schaduw over de lust.

,,Aids sloeg in als een bom'', zegt Gemma Pagano. ,,We schrokken ons rot. Maar we hebben er gauw op ingespeeld. We zijn het condoom sterk gaan promoten, als iets dat normaal was om bij je te dragen. Dat was het voordien zeker niet - een condoom, dat was iets voor hoeren.''

In 1983 startte het project Seksuele voorlichting voor jeugdige plegers van zedendelicten. Ook kwam er binnen de Rutgers Stichting in die tijd meer aandacht voor machtsverschillen tussen mannen en vrouwen als schaduwzjde van de seksualiteit. En met aids als nieuw thema in het voorlichtingsaanbod werden nieuwe geldstromen aangeboord. De subsidiepot van de Nationale Commissie Aids Bestrijding was goed gevuld, beter dan die van de Rutgers Stichting.

Maar de neergang had zich al ingezet. De terugloop van de anticonceptiehulpverlening, steeds meer overgenomen door de huisartsen, zette door vanwege de vergrijzing van de bevolking en de afschaffing van de halfjaarlijkse pilcontrole. Het aantal consulten nam gestaag af met zo'n 10000 per jaar. De seksuele voorlichting liep wél goed en ontwikkelde zich verder. Eigen boeken werden geschreven, zoals 'Voorlichten dat het een lust is'.

Rond 1990, zegt seksuologe Sanderijn van der Doef, tot vorig jaar werkzaam bij de Rutgers Stichting, was er nog een laatste staartje van de euforie. ,,Het gebied van de voorlichting, waarop ik werkzaam was, bloeide. Voorlichting was toen heel hard nodig en er werd veel geld voor uitgetrokken. Er waren dan ook goede resultaten. Het aantal tienerzwangerschappen was nergens ter wereld zo laag; Nederland was heel open en tolerant over seksualiteit.''

Maar veel Rutgers Huizen redden het niet. In 1991 werden tien van de 36 overgebleven huizen gesloten. In 1992 gingen nog eens 19 'loketten' dicht. En toen waren er nog maar zeven... Dat kleine aantal alleen al deed veel af aan de doelstellingen 'toegankelijkheid' en 'laagdrempeligheid'. Jongeren die een consult al nauwelijks konden betalen, kregen er nu ook nog een treinreis bij.

Na deze grote aderlating kwam in 1994 alsnog het bericht dat de subsidiekraan van de overheid helemaal dichtgedraaid zou worden. ,,Er moest bezuinigd worden'', zegt Pagano. ,,Dat trof veel instanties die ooit heel ideologisch gestart waren. Zie de jeugdhulpverlening, en allerlei vrouwenorganisaties. Het argument is dan altijd dat zo'n instelling achterhaald was. Maar dat geloof ik niet, ook nu niet. Met de sluiting van de Rutgers Huizen komen mensen in de kou te staan die bang zijn voor zwangerschap. En dat is niet leuk, of je nu 13 of 33 bent.''

Er kwamen, zoals dat ging in de jaren negentig, verschillende interim-managers. Die kostten weer veel geld, zo verzuchten de betrokkenen nu. En die bedachten dat de Rutgers Stichting commerciëler moest gaan werken. In 1995 moest toenmalig directeur P. Babeliowsky nog moeite doen om de worden 'Rutgers Shops' en 'Business Units' over de lippen krijgen - maar ze waren een feit. Eind jaren negentig ging de Rutgers Stichting zelfs in zee met de farmaceutische fabrikant Pfizer, maker van Viagra. Samen runden zij een telefonische hulplijn voor erectieproblemen.

,,Ik wilde dat niet'', zegt Pagano. ,,Altijd maar tegengas geven aan die commercialisering. Bij een van de bezuinigingssronden heb ik me laten ontslaan.''

Het lukte ook niet goed. Voor de voorlichting op de scholen ging de Rutgers Stichting veel geld vragen, maar de scholen konden dat niet betalen. De medewerkers trokken naar de bedrijven, maar ja, één keer praten over ongewenste intimiteiten en je was klaar, zegt Pagano. De dochterorganisatie Rutgers Consult ging failliet, en dat drukte op de Rutgers Huizen die toch al verlies maakten.

Er kwam een overbruggingssubsidie van de overheid tot het jaar 1999 die de Rutgers Stichting als 'expert in seksualiteit' de toekomst moest inloodsen als zelfstandig ondernemer. Het heeft niet lang mogen duren.

En toch, anno 2001 kan het Rutgers Huis nog bogen op een aardige produktie. Zwangerschapstesten, met veel aandacht voor het verhaal van vrouwen die niet weten wat ze moeten beginnen. Uitstrijkjes worden gedaan, bijvoorbeeld bij moslimvrouwen die geen mannelijke arts mogen of durven raadplegen. De morningafterpil voor jonge schoolmeisjes, die veelal op hun vrije woensdagmiddag komen.

,,En vergeet niet de seksuologische hulpverlening'', zegt Johan Feijter, als seksuoloog werkzaam in het Amsterdamse Rutgers Huis. ,,We doen hier echt wel meer dan het verstrekken van de morning-afterpil. Wij zijn er ook voor gesprekken over seksuologische problemen zoals erectiestoornissen, pijn bij het vrijen, geen zin in seks. Specialistische hulpverlening die de Riagg niet kan bieden, en die met onze opheffing grotendeels zal verdwijnen.''

In Amsterdam worden jaarlijks 1600 van dit soort seksuologische consulten gegeven, naast 5500 medische. Landelijk zijn er ruim 7500 seksuologische consulten per jaar en verleent de Rutgers Stichting zo'n 15000 keer medische hulp. Daarnaast beantwoordt ze jaarlijks 50000 telefonische vragen.

Maar het is niet genoeg. ,,De anonimiteit van de Rutgers Stichting - wie heeft daar nog behoefte aan?'' vraagt seksuoloog Rik van Lunsen, hoofd van de afdeling seksuologie van het AMC, retorisch. ,,Een meisje van 15 dat aan de pil wil, gaat allang naar de huisarts. Dat blijkt ook wel uit het aantal eerste pil-recepten: daarvan wordt nog geen half procent door de Rutgers Stichting uitgeschreven.'' Hij denkt dan ook niet dat met de sluiting het aantal ongewenste zwangerschappen weer zal toenemen.

De Rutgers Stichting, analyseert Van Lunsen, heeft veel betekend voor de seksuele voorlichting. ,,Daar ligt nu echt een lacune. Verder hebben de Rutgers Huizen veel gedaan aan het toegankelijker maken van seksuele hulp en adviezen. Een deel van die rol is door de huisarts overgenomen. Uit onderzoek dat wij in het AMC hebben gedaan, blijkt dat mensen hun informatie over anticonceptie nu vooral bij de huisarts vandaan halen, en uit hun sociale netwerk.''

Het afscheid stemt uitermate weemoedig, verzucht Van Lunsen. ,,Ik ben zelf ook gevormd door de seksuele omwenteling van de jaren zeventig. Maar de tijd is veranderd. Je kunt niet aan alles vasthouden.''

Bron: Lidy Schoon: 'In de schaduw van de lust - vijfentwintig jaar Rutgers Stichting (1969 -1994)'

Start Omhoog