Start Omhoog

'Verhoren slachtoffers moet beter'

Zedenzaken vaak onjuist aangepakt door rechercheurs

(Trouw, dinsdag 2 oktober 2001, p. 3)

Van onze verslaggever

DEN HAAG - Slachtoffers van een ingewikkelde zedenzaak worden vaak op de verkeerde manier verhoord, waardoor daders niet altijd worden vervolgd. Dat blijkt uit een eerste evaluatie van de landelijke expertisegroep bijzondere zedenzaken van het openbaar ministerie (OM).

In ruim 60 procent van de tot nu toe 26 bestudeerde zedenzaken, hebben de deskundigen van de expertisegroep kritiek op de verhoren. Ze zijn vaak te slachtoffergericht: de rechercheur is te weinig gespitst op juridische aanknopingspunten en luistert kritiekloos. Ook vraagt hij niet door.

Sinds twee jaar moeten gecompliceerde zedenzaken worden voorgelegd aan de expertisegroep. Dat moet bijvoorbeeld bij ritueel misbruik of als een kind tot drie jaar alleen eigen herinneringen als bewijs heeft.

Professor W. Wagenaar, lid van de groep: "Het ingewikkelde aan de zaken is dat het bewijs altijd afhangt van getuigen. Er is geen fysiek bewijs, het gaat om een zedenmisdrijf dat lang geleden is gebeurd en je moet afgaan op het geheugen van de getuigen. En in de verklaringen zitten elementen die je doen twijfelen aan de kwaliteit van het geheugen. Het lastige is dat je zulke zaken niet altijd kunt afwijzen. Dan zou je mensen groot onrecht aandoen, want een deel van die zaken is wel waar."

Volgens de expertisegroep kan het slachtoffer bij een verhoor van alles worden aangepraat, een mogelijkheid waar rechercheurs te weinig rekening mee zouden houden. Fouten die bij het eerste verhoor zijn gemaakt, kunnen niet worden hersteld.

Het college van procureurs-generaal bespreekt vandaag het rapport. De politie neemt de bevindingen van het rapport zeer serieus, zegt C. den Bakker van de raad van hoofdcommissarissen. "We erkennen dat er verbeteringen mogelijk zijn, zeker in de verhoorkamers."

Start Omhoog