00sep28b Literatuur over de heksenjacht (André)
Naast bibliografische gegevens, geef ik ook een URL indien zulks mij bekend is en informatie over de inhoud, hetzij via het abstract, hetzij via een beschrijving door mij of iemand anders:
PRD = Pedosexual Resources Directory
J.Haaken and S. Lamb: The politics of child sexual abuse research.
Society 37:4 (2000), pp. 7-14. [verkeerde link] [ Ik heb 'm, als
< http://www.ipce.org/Library/00-017_politics_of_csa.htm
> Fr.]
Abstract: In Jul 1998, "Psychological Bulletin" published a meta-analysis of the long-term impact of child sexual abuse on college students which sought to debunk the belief that childhood sexual abuse was inevitable traumatic and inevitably led to later mental health problems. Haaken and Lamb attempt to steer a middle ground between a social constructionist or culturally relative position on sexuality on the one hand, and an approach that emphasizes universal principles of justice and care on the other.
Mijn samenvatting: Good overview of the current situation regarding the subject of child sexual abuse. Shows the popular and political forces that have caused the current extremely negative opinion without committing themselves to either side of the debate.
B. Rind, P. Tromovitch and R. Bauserman: The Clash of Media, Politics and
Sexual Science: An examination of the controversy surrounding the Psychological
Bulletin meta-analysis on the assumed properties of child sexual abuse. Talk
at the 1999 Joint Annual meeting of the Society for the Scientific Study of
Sexuality (SSSS) and the American Association of Sex Educators, Counselors and
Therapists (AASECT). St. Louis, Missouri, November 1999.
[Verkeerde link]
[< http://www.ipce.org/Library/99118_rbt_defense_nov99.htm
> Fr.]
Abstract: Given the recent focus on child sexual abuse (CSA), with significant implications for public policy and therapy, a scientifically valid understanding of CSA is vital. Because most prior reviews of the effects of CSA have been qualitative and based primarily on biased samples, we focused instead on nonclinical samples and the use of quantitative methods. Basic assumptions about CSA--that it causes intense harm pervasively regardless of gender-- were found to be unsupported. Nine months after publication in Psychological Bulletin, our analysis of the college student data came under intense attack by the radical right with assistance from traumatologists associated with the left. This controversy recently culminated with the U.S. House of Representatives condemning the article in a 355-0 vote. We will briefly summarize the methods and findings of our analyses, then focus on subsequent events. Time will be available for attendees to discuss sexual science, the media, and politics.
Mijn samenvatting: Overzicht van de reacties op het RBT-artikel, en de biases die daar achter zitten.
M.C.J. de Jong: Hoe men een minderheidsgroep kan verketteren. OK magazine 67 (maart 1999). http://www.martijn.org/
Quote: In een ideale gemeenschap zou eigenlijk elk persoon het recht moeten hebben zijn eigen mening te verkondigen, waarbij deze mening gerespecteerd zou moeten worden. Dat is wat een democratie belooft. In de praktijk blijken er echter in alle bestaande gemeenschappen, zelfs gemeenschappen die zichzelf als uitgesproken democratisch beschouwen, mechanismen aan het werk zijn die dit tot een utopie maken. De manier waarop met een individu het zwijgen op kan leggen, maar het belangrijkste mechanisme, dat andere mechanismen nodig heeft om te functioneren, is het proces van de criminalisatie. Het belangrijkste aspect van het doen zwijgen van een individu is het tot het wezen van dat individu maken dat het voor hem het beste is om zijn mond te houden over zijn opinie (politiek of religieus), of zijn seksuele geaardheid. De basismethode om het individu te doen zwijgen, is hem bang te maken uit te komen voor zijn mening of gevoelens.
J.S. Victor: Moral panics and the social construction of deviant behavior: a theory and application to the case of ritual child abuse. Sociological Perspectives (Fall 1998). http://www.ipce.org/Library/99-125%20Moral%20Panics.htm
Abstract: [...] In this article, I suggest a rationale for classifying all these forms of collective behavior together as moral panics. The objective of the article is to develop a theory of the causes and transmission of moral panics. The article first presents criteria for identifying moral panics. Secondly, the article presents models for analyzing the social conditions that cause moral panics and lead to the social construction of definitions of deviance. Finally, the article offers principles for understanding the international transmission of moral panics. In order to illustrate the theoretical analysis, the article presents information about the recent moral panic involving criminal accusations of ritual child abuse by secret, satanic cults.
K. Beckett; Culture and the Politics of Signification: The Case of Child Sexual Abuse. Social Problems (February 1996).
[ < http://www.ipce.org/Library/99-123 Culture and Politics.htm > Fr.]
Mijn samenvatting: The various viewpoints and ways of talking about child sexual abuse, and the way the ruling conceptions have changed over time.
F. Bernard: Wurde das Ziel beinahe erreicht? In: F. Bernard (ed.): Paedophilie ohne Grenzen - Theorie, Forschung, Praxis. Foerster Verlag, Frankfurt am Main, 1997.
F. Bernard: The Dutch Paedophile Emancipation Movement. In: J. Geraci (ed.): Dares to speak: Historical and Contemporary Perspectives on Boy-Love. GMP Publishers, Swaffham, England, 1997. (Voorzover mij bekend niet te krijgen op het WWW, maar de auteur is een goede bekende van een aantal personen op deze lijst waaronder Frans en ondertekende)
Bron samenvatting vergeten te noteren (wellicht Martijn?): Hierin kun je de hele ontwikkeling naar het heden volgen. De ontdekking van de incest (door de feministen), de aanval vanuit de Verenigde Staten, de dominante rol van de media, de verzinsels. Uiteindelijk is seks iets waarvoor de mens een diepgewortelde angst heeft, dat maakt seks ook pas interessant (men moet een grens overschrijden, dat maakt het spannend, anders zou het net als eten en drinken zijn). Een vonk was op een bepaald moment voldoende om de hetze te doen ontstaan en is de massahysterie een feit. Is de massahysterie eenmaal ontstaan dan is deze niet meer te stoppen, hetgeen niet betekent dat men er niets tegen moet doen. Objectieve publicaties krijgen weer waarde wanneer de hysterie voorbij gaat. Ze blijven dus van belang.
P. Califia: The Age Of Consent - An issue and its effects in the gay movement. Advocate 303 (October 1980), pp. 19-23,45 and 304, pp. 17-23,45.
[ < http://www.humanbeing.demon.nl/ipceweb/Library/califa_aoc_frame.htm > Fr.]
P. Califica: Public Sex: Essays on the culture of radical sex. Cleis Press, 1994.
Ianthe: For an excellent take on the contemporaneous panics happening in North America [around 1979]. PRD: Argues that the 'Kiddie Porn' panics were stirred up by the moral reform element of the New Right to discredit and disrupt the sexual liberation movement of the late 1970s.
R. Underwager and H. Wakefield: Antisexuality and Child Sexual Abuse. Issues in Child Abuse Accusations 5:2 (Spring 1993). http://www.ipt-forensics.com/journal/volume5/j5\_2\_2.htm
Abstract: Our current sexual abuse system promotes an antisexual view of human sexuality. This is seen in the depiction of sex as bad in sexual abuse prevention programs, the readiness to define a sexual or affectionate interaction as abusive, the criminalization of childhood sexual behavior, and the genitalization of human sexuality. The consequences of this are likely to be negative for children, adults, and the society.
J. Best: Threatened Children. University of Chicago Press, 1993.
PRD: Good account of the history and hysteria surrounding the current panics about childen in the US
J. Schuijer en B. Rossen: "It's bad here"; Amerika in Nederland. In: B. Rossen en J. Schuijer (eds.): Het seksuele gevaar vor kinderen: mythen en feiten. Amsterdam/Lisse: Swets & Zeitlinger, 1992, pp. 371-462.
Mijn samenvatting: Het ontstaan van de anti-kinderporno-lobby en anti-kinderporno-wetgeving in Nederland, met een nadruk op de invloed van de Amerikaanse pressie hierop. Behandelt o.m. de zaak-Mader. Bevat ook interviews met jongens die betrokken waren bij een bekende zedenzaak in begin jaren '80. De jongens zijn nog steeds onverdeeld positief over hun 'adult friend', maar niet over een andere pedofiel die kinderporno van ze had gemaakt, en ze zonder hun medeweten had verspreid, waardoor de zaak aan het rollen kwam. Ze waren zeer negatief over het optreden van de politie.
P. Okami: Child Perpetrators of Sexual Abuse: The Emergence of a Problematic 'Deviant' Category. Journal of Sex Research 29:1 (February 1992), pp. 109-130.
NAMBLA: Discusses the nature and origins of recent attacks against sexual expression by young people. Finds much of the literature on the subject of sexual contacts between minors to be scientifically unsound. Highly recommended reading.
PRD: Argues that the 'discovery' of alleged child-child sexual 'abuse', while it may happen trauma tically in a few rare cases, is primarily an attempt to construct a new media panic, by professional industry-builders who seek ever more resources, funding and media 'response'.
B. Andriette, B. Rossen and J. Schuijer: Het seksuele gevaar. In: B. Rossen en J. Schuijer (eds.): Het seksuele gevaar voor kinderen: mythen en feiten. Amsterdam/Lisse: Swets & Zeitlinger, 1992, pp. 12-58.
Mijn samenvatting: Overzicht van het ontstaan en de groei van de anti-pedofiele witch-hunt in de VS. Geeft met name aan hoe deze vaak gevoed werd door uit de lucht gegrepen getallen die als feitelijke gegevens werden beschouwd.
P. Okami: Sociopolitical Biases in the Contemporary Scientific Literature on Adult Human Sexual Behavior with Children and Adolescents. In: J. Feierman (ed.): Pedophilia: Biosocial Dimensions. New York: Springer Verlag (1990)
Nederlandse vertaling als: P. Okami: Hoe in de Amerikaanse wetenschappelijke literatuur seksuele contacten tussen volwassenen en kinderen worden vertekend. In: B. Rossen en J. Schuijer (eds.): Het seksuele gevaar vor kinderen: mythen en feiten. Amsterdam/Lisse: Swets & Zeitlinger, 1992, pp. 203-235.
Mijn samenvatting: Kritiek op het ``Nieuwe Onderzoek'', feministisch-georienteerd onderzoek naar seksueel misbruik. In het bijzonder levert hij kritiek op het werk van Russell~\cite (eerst indoctrineert zij haar ondervragers om te denken wat ze moeten denken, dan laat ze ze alleen bepaalde (negatieve) gegevens verzamelen, de mogelijkheid dat contact positief of zelfs maar neutraal is wordt niet onderzocht), op dat van Finkelhor (hij beschrijft de contacten als zodanig dat reeds van tevoren een negatief beeld wordt gekweekt, en telt neutrale ervaringen met een groot leeftijdsverschil als negatief) en op dat van Finkelhor en Redfield (die concluderen dat 'het publiek' alle volwassen-kind contact als misbruik beschouwen, maar daarbij grotendeels duidelijk negatieve ervaringen toont, en daarbij sterk negatieve bewoordingen kiezen, terwijl voor de paar niet zonder meer negatieve bewoordingen juist zeer korte, niet-emotionele beschrijvingen geven). Als een voorbeeld van een onderzoek dat wel goed is, geeft hij dat van Kilpatrick. Zij laat duidelijk zowel positieve als negatieve reacties toe, en draagt zorg dat haar steekproef representatief is. Uitkomst is dat de meerderheid positief is, maar er ook zeker negatieve gevallen zijn. Ze onderzocht zowel kind-kind als kind-volwassene contacten, en vond dat de laatste niet meer risico op negatieve reacties hadden dan de eerdere. Hij verzet zich tegen het te algemene gebruik van woorden als 'misbruik' en 'slachtoffer' ook voor positieve of triviale ervaringen en tegen de neiging van de onderzoekers om onderzoekers met andere conclusies op oneerlijke wijze onderuit te halen, en geeft kort de negatieve consequenties van dit soort onderzoek en opinies aan.
M. Maasen: Pedofilie in de media. Afstudeerscriptie, Vrije Universiteit, 1989.
Mijn samenvatting (gebaseerd op informatie uit de OK): Het gebruik van woorden in de pedofiliediscussie: geladen woorden, vaag gedefinieerde woorden en mythevorming spelen een belangrijke rol.
B. Rossen: Zedenangst. Lisse: Swets & Zeitlinger, 1989.
B. Rossen: Mass Hysteria in Oude Pekela. Issues in Child Abuse Accusations 1:1 (Winter 1989). http://www.ipt-forensics.com/journal/volume1/j1\_1\_6.htm
Mijn samenvatting: De affaire Oude Pekela als een geval van 'mass hysteria', en de gevolgen.
E.B. Freedman: "Uncontrolled Desires": The response to the sexual psychopath, 1920-1960. The Journal of American History 74:1 (June 1987), pp. 83-106. (Ik geloof dat ik deze ook op het WWW tegen ben gekomen, maar de URL ben ik vergeten)
Mijn samenvatting: Periodes van angst voor sexmisdrijven in het midden van de twintigste eeuw. Vermoedelijk nuttig als vergelijkingsmateriaal, i.h.b. wat betreft de achterliggende sociale omstandigheden waarin dit soort zware reacties kunnen optreden.
André.