Antidepressiva vertonen als gemeenschappelijk kenmerk dat zij geschikt zijn voor de behandeling van depressieve toestandsbeelden. Sommige antidepressiva zijn echter ook werkzaam in de behandeling van bepaalde angsttoestanden, zoals paniekaanvallen, fobieën en dwangverschijnselen.
Samengevat uit: Kahn, R; Gids pillen & psychiatrie, Balans, 1997. Hoofdstuk 12
Alle antidepressiva zijn ongeveer even werkzaam voor de behandeling van depressies. Na 4 tot 6 weken behandeling is een duidelijke vermindering van de depressieve verschijnselen bij 60 tot 70% van de patiënten merkbaar. Het maximale effect treedt pas na 12 weken behandeling op.
Geen van de antidepressiva werkt meteen. | |
Alle antidepressiva vertonen bijwerkingen. | |
De antidepressiva hebben geen effect op de stemming bij mensen die niet aan een depressie lijden. | |
Er treedt geen gewenning aan de werkzaamheid op. |
In 1954 is bij toeval ontdekt dat Imipramine (Tofranil) een positieve uitwerking had op depressieve mensen. Imipramine is van groot belang geweest voor de psychiatrie. Voordat Impramine beschikbaar was, bestond de behandeling van depressies uit elektrocunvulsieve therapie (ect, ook wel electroshok). Hoewel deze behandeling nog altijd de snelste en werkzaamste manier is om een depressie te behandelen, kleven er nogal wat nadelen aan. Zeker vroeger, toen deze behandeling nog zonder narcose werd toegepast.
De ohor verschillen onderling niet in de manier waarop zij werken noch in de mate waarin zij werkzaam zijn. Zij oefenen hun werking uit door de heropname van verschillende boodschapperstoffen te blokkeren.
Boodschapperstoffen worden door de ene zenuw uitgescheiden om een boodschap, een signaal, over te brengen naar een tegenoverliggende zenuw. Zenuwen worden gescheiden door een kleine spleet, synaps genoemd. Om signalen af te geven moet een zenuw eerst een boodschapperstof afscheiden die dan via die synaps naar de andere zenuw beweegt. De boodschapstof hecht zich aan de ontvangstplaats, receptor genoemd. Daarna wordt de boodschapstof of afgebroken of weer terug opgenomen in de zenuw waar ze vandaan kwamen. Dit laatste proces heet de heropname. Antidepressiva verhinderen deze heropname van een aantal specifieke boodschapstoffen, namelijk serotonine en noradrenaline.
Serotonine heeft met slapen - waken, eten - honger, stemming, angst - alertheid te maken. Noradrenaline heeft met aandacht, alertheid, angst en opgewektheid te maken.
Hoewel het dus bekend is hoe de antidepressiva werken, is het niet precies duidelijk of het blokkeren van de heropname ook daadwerkelijk leidt tot de vermindering van de depressieve klachten.
droge mond | |
droge huid | |
verstopping | |
wazig zien | |
moeite met plassen | |
hartkloppingen | |
duizeligheid bij opstaan | |
trillen | |
seksuele bijwerkingen (moeite met klaarkomen, erectie) |
Het grootste nadeel van de ohor is dat zij bij overdosering onveilig zijn: er kunnen levensgevaarlijke effecten optreden, zoals hartritmestoornissen, epileptische aanvallen, extreme verwardheid en bewusteloosheid. Ohor zijn niet verslavend.
Depressieve stoornis
| |||||||||||||||||||||
Paniekstoornis en fobieen
| |||||||||||||||||||||
Dwangstoornis
|
Antidepressiva worden ook veel gebruikt om nieuwe depressies te voorkomen. Vooral bij patiënten bij wie een depressie vaak terugkeert, is doorbehandeling met antidepressiva werkzaam in het voorkomen van nieuwe depressies. 80 % van dergelijke patiënten krijgen binnen 2 jaar een nieuwe depressie als ze niet worden doorbehandeld. Bij doorbehandeling slechts 20 %.
Ook bij toeval in de jaren 50 ontdekt. De mao remmers werken net zo goed als de heropnameremmers, maar zijn minder populair vanwege de kans op gevaarlijke bijwerkingen.
Zoals ik al schreef worden booschapperstoffen of afgebroken of heropgenomen in het uiteinde van de zenuw. De afbraak van deze booschapperstoffen wordt verricht door een bepaalde enzym, namelijk monoamine-oxidase (afgekort mao). De mao-remmers remmen dit enzym, waardoor de afbraak van de boodschapperstof wordt verhinderd. De belangrijkste stoffen zijn wederom serotonine en noradrenaline. De mao-remmers bereiken dus, via een andere weg, hetzelfde doel als de heropnameremmers: het verhogen van de hoeveelheid serotonine en noradrenaline in de synaps.
slapeloosheid | |
overactiviteit | |
gewichtstoename | |
vasthouden van vocht | |
duizeligheid bij het opstaan | |
onrust | |
slaperigheid |
Waarschijnlijk verhinderen de mao-remmers ook de afbraak van de stof tyramine, die veel in het voedsel voorkomt. Tyramine is een voorloper van stoffen die -oa- tot een stijging van de bloeddruk leiden. Omdat de afbraak van tyramine door mao-remmers wordt belemmerd, neemt de hoeveelheid van deze bloeddrukverhogende stoffen toe. Bij gebruik van mao-remmers moet dus een tyramine-vrij dieet worden gehouden worden.
Mao-remmers kunnen worden toegepast bij de depressieve stoornis (met name die niet verbetert op behandeling met een van de heropnameremmers), atypische depressie, paniekstoornis en sociale fobie.
In Nederland zijn de volgende mao-remmers verkrijgbaar:
tranylcypromine (Parnate) | |
fenelzine (Nardil) |
De nieuwe generatie antidepressiva is specifiek ontwikkeld. De bijwerkingen van de ohor waren een gevolg van de blokkade van de cholinerge systemen. De nieuwe werken door de heropname van alleen serotonine te blokkeren of door die van zowel serotonine als noradrenaline te blokkeren. Geen van alle blokkeert het cholinerge systeem in hoge mate (wat de ohor wel deed).
Ook de nieuwe antidepressiva geven aanleiding tot bijwerkingen, maar minder.
misselijkheid | |
hoofdpijn/ migraine | |
onrust, angst | |
slapeloosheid | |
slaperigheid | |
trillen | |
verstoppingen | |
seksuele bijwerkingen |
De nieuwe heropnameremmers zijn veilig, zelfs bij hoge overdosering, mist niet met andere middelen gecombineerd, niet (levens)gevaarlijk.
Deze medicijnen zijn echter wel gevaarlijk wanneer zij worden gecombineerd (ook bij gewone doseringen) met mao-remmers en - in mindere mate - met de ohor.
Het gerucht dat behandeling met Prozac (fluoxetine) suïcide in de hand zou werken blijkt ongegrond. Geen van de nieuwe antidepressiva leidt tot suïcide.
Depressive stoornis
| |||||||||||||||
Paniekstoornis
| |||||||||||||||
Dwangstoornis
| |||||||||||||||
Bulimie
| |||||||||||||||
Sociale fobie
|
In algemene zin resulteert behandeling met de nieuwe antidepressiva in 60 tot 70 % van de patiënten na 6 weken tot een halvering van de ernst van de klachten.