Start Omhoog

Inceststudie

Israëls zet veel kwaad bloed met boek

door Wybo Algra 2001-09-08, Trouw

AMSTERDAM - 'Allerakeligst' vindt Han Israels de commotie rond zijn nieuwe boek 'Heilige verontwaardiging', over onder meer het geruchtmakende incestonderzoek van Nel Draijer uit 1988. Vooral omdat niet alleen zijn boek, maar ook zijn persoon -'altijd goed voor een rel'- het moet ontgelden.

Ook de boosheid van zijn begeleidingscommissie, die hij in de inleiding van zijn boek dank toezwaait, verbaast hem. De commissieleden, onder wie Paul Schnabel, directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau, distantieerden zich spoorslags van het boek waar ze naar eigen zeggen niets mee te maken hadden.

Hoe zit dat?

Israëls: ,,Ik ben vijf jaar geleden begonnen te spitten in de psychiatrische archieven van de Amsterdamse GGGD. Uit die tijd dateert de begeleidingscommissie. Die stelde weinig voor. Ze zeggen zelf dat ze nooit bij elkaar zijn geweest, maar dat is niet waar. Er is één bijeenkomst geweest. Daar heb ik gemeld dat ik de dossiers wilde analyseren op incest. Zij hebben me daarbij geen strobreed in de weg gelegd. Daarom bedank ik ze voor alle vrijheid die ze me hebben gegeven, niet voor hun hulp.''

Wat heeft u zoal ontdekt in het GGGD-archief?

,,We denken dat incest vroeger zelden werd opgemerkt, dat de slachtoffers niet werden geloofd, dat het door de vingers werd gezien. Dat ís niet zo. In de dossiers uit de jaren vijftig kwam ik net zoveel meldingen van incest tegen als in de dossiers uit de jaren tachtig.''

Nel Draijer zegt: Israëls baseert zich op veel te kleine aantallen om die conclusie te trekken.

,,Het klopt dat de aantallen betrekkelijk klein zijn. Ik heb 2000 dossiers gelezen en je moet je suf zoeken naar meldingen van incest. Dit is een eerste poging om zo'n historisch onderzoek te doen. Er zijn betere archieven denkbaar dan dat van de GGGD, bijvoorbeeld dat van de jeugd- en zedenpolitie.''

Wat vindt u nu eigenlijk van Draijers onderzoek?

,,Ik ben er ambivalent over. Het is veruit het beste in zijn soort. Maar Nel Draijer is zich later gaan ontwikkelen in een richting van de psychologie waar ik sceptisch over ben. De meervoudige persoonlijkheidsstoornissen, dissociatie - waarbij traumatische herinneringen uit het bewustzijn worden verdrongen -, hervonden herinneringen. Je kunt je daarvan afvragen in hoeverre vrouwen herinneringen van seksueel misbruik worden aangepraat.''

,,In haar grote incestonderzoek heb ik al aanwijzingen gevonden voor die latere ontwikkeling van Draijer. Zo beschreef ze een vrouw die in een eerste onderzoek alleen te boek stond als ernstig mishandeld door haar moeder. In een vervolgonderzoek meldde deze vrouw ook seksueel misbruikt te zijn door haar vader. Draijer kiest de formulering dat deze vrouw door haar therapie haar traumatische herinneringen 'niet meer kon weghouden'. Ze gaat er kennelijk klakkeloos van uit dat deze vrouw de waarheid spreekt.''

Met andere woorden, u vraagt zich af of de cijfers van Nel Draijer wel kloppen? Bijvoorbeeld het hoge percentage vrouwen -ruim vijftien procent- dat in hun jeugd met seksueel misbruik te maken had gehad?

,,Die vijftien procent kan wel kloppen. Dan gaat het bijvoorbeeld ook om betasting. Maar volgens Draijer zou één op de 25 vrouwen als meisje daadwerkelijk zijn verkracht. Daarvan vraag ik me zeer af of het waar is.''

Start Omhoog