Door: André, 2005
Het lijkt voor de hand liggend. Jonge kinderen zullen meer kans hebben door seksueel contact beschadigd te worden, en zullen ernstiger beschadigd worden dan oudere kinderen. Maar klopt dit ook? Voorzover mij bekend is, is hier niet daadwerkelijk onderzoek gedaan. Wel ken ik twee onderzoeken die aanwijzingen over deze vraag geven. En de uitkomst is verrassend.
is [Tsai e.a. 1979] [1]. Een onderzoek naar de gevolgen van incest, maar met een zeer interessante methodologie: Er werden hier vrouwen die wegens incest in therapie waren gegaan vergeleken met vrouwen die ook een incestverleden hadden, maar niet in therapie gingen. Op deze manier kan men heel wat informatie krijgen over wanneer en hoe incest schade aanricht - de eerste groep vrouwen was over het algemeen sterk beschadigd, de tweede groep nauwelijks of geheel niet.
Een interessante uitkomst was dat bij de vrouwen uit de eerste (problematische) groep in het algemeen het incest tot na het 12e levensjaar doorging, terwijl in de tweede groep het voor die tijd beëindigd werd.
is een onderzoek naar de (korte termijn) effecten van verkrachting [4]. 790 slachtoffers van verkrachting werden onderzocht naar signalen van trauma, zoals slaapproblemen, nachtmerries en angsten. Adolescenten en volwassen vrouwen hadden hier meer klaarblijkelijke schade dan pre-puberale meisjes en oude vrouwen. Ik moet overigens bekennen dat ik dit onderzoek niet zelf gezien heb, slechts een samenvatting in het overigens zeer interessante boek [5].
In de meta-analyse naar de gevolgen van zogenaamd seksueel misbruik van Rind, Bauserman en Tromovitch [6] staan de diverse gebruikte onderzoeken, met hun definities van CSA (Child Sexual Abuse) en hun gevonden correlaties tussen seksueel misbruik en psychologische problemen, vermeld.
Ik heb deze onderzoeken verdeeld naar maximale leeftijd van het 'slachtoffer', en vervolgens de gevonden verbanden tussen CSA en psychologische problemen (op een schaal van -1.0 tot 1.0, waar 0.0 geen verband aangeeft) per maximumleeftijd gemiddeld, gewogen naar het aantal gevonden aantal personen met een of meer CSA-ervaringen. Gegeven zijn hieronder: maximumleeftijd, gevonden verband, totaal aantal CSA-gevallen, aantal onderzoeken
Voor meisjes |
Voor jongens |
||||||
Max leeftijd |
Verband |
n |
Onderzoeken |
Max leeftijd |
Verband |
n |
Onderzoeken |
11 |
.04 |
182 |
1 |
|
|
|
|
12 |
.10 |
305 |
1 |
|
|
|
|
13 |
.11 |
4437 |
4 |
13 |
.06 |
213 |
1 |
14 |
.12 |
224 |
1 |
|
|
|
|
15 |
.06 |
692 |
3 |
|
|
|
|
16 |
.12 | 2415 | 11 |
16 |
.05 | 981 | 4 |
17 |
.07 | 2050 | 8 |
17 |
.14 | 1242 | 4 |
18 |
.15 | 296 | 2 |
|
Een erg duidelijk beeld komt hier niet naar voren, maar misschien mogen we dat ook niet verwachten - ook als (bijvoorbeeld) er een duidelijk verschil is tussen 12-jarigen en 16-jarigen, is de kans toch al weer een stuk kleiner dat dit verschil zichtbaar is als we "0-12 jarigen" met "0-16 jarigen" vergelijken.
Thornhill en Thornhill gooien het op een
evolutionaire verklaring. Het ondervinden van verkrachting als onaangenaam
is hierbij een strategie om de vrouw zich tegen verkrachting te laten
verzetten, en zo te voorkomen dat zij een kind krijgt van iemand van wie zij
dat helemaal niet wil. Kinderen voor de puberteit (alsook mannen en vrouwen
na de overgang) lopen dit risico niet, en reageren daarom minder fel op een
verkrachting. | |
Een tweede verklaring die wel is genoemd
[2] is dat jonge kinderen minder
geschaad worden doordat ze zich minder bewust zijn van het maatschappelijke
taboe dat op dergelijke relaties rust. Omdat ze zich minder realiseren dat
wat hen is overkomen slecht gevonden wordt, voelen ze zich ook minder
schuldig over hun plezier als het leuk gevonden hebben, of over het feit dat
ze er niets of te weinig tegen gedaan hebben als dat niet het geval is. | |
Als derde mogelijkheid zou ik willen aanvoeren dat het verschil ligt in de geneigdheid van een volwassene of oudere minderjarige om een kind als seksueel te zien. Een prepuberaal kind zal veel minder snel als seksueel uitlokkend of willig gezien worden dan een puber of adolescent. Als zodanig zal men ook minder snel geneigd zijn het kind op een seksuele wijze tegemoet te treden. In de gevallen waar dit dan toch gebeurt, zal er dan wellicht vaker sprake zijn van een daadwerkelijke wil van het kind dat het gebeurt en/of zal er sneller het gevoel in de volwassene opkomen dat deze te ver gaat. En daardoor zijn dan seksuele ervaringen van jonge kinderen met volwassenen dan vaker consensueel en/of minder ingrijpend. |
Hoewel ons dat dus al drie verklaringsmethoden geeft, is er nog geen echt bewijs dat het te verklaren effect überhaupt bestaat. Eigenlijk is er sowieso bitter weinig bekend over de contacten van volwassenen met jonge kinderen, in het bijzonder waar het positieve ervaringen betreft. En dat deze wel bestaan mag blijken uit het feit [3], dat van alle in [6] onderzochte studies de laagste maximumleeftijd heeft, ook de studie is die
de meeste positieve ervaringen vindt
| |||||
de minste negatieve (52% en 7%). |
[1] M. Tsai, S.
Feldman-Summers, M. Edgar. Childhood molestation: differential impacts on
psychosexual functioning. Journal of Abnormal Psychology 88 (1979), pp. 407-417.
[Terug]
[2] L.L. Constantine: The
effects of Early Sexual Experiences: A Review and Synthesis of Research. In: L.L.
Constantine, F.M. Martinson (eds.): Children and Sex: New Findings, New
Perspectives. Boston: Little, Brown & Co., 1981.
[[Terug]
[3] L. Schultz, P. Jones:
Sexual abuse of children: Issues for social service and health professionals.
Child Welfare 62 (1983), pp. 99-108.
[Terug]
[4] N.W. Thornhill, R.
Thornhill: An evolutionary analysis of psychological pain following rape: 1. The
effects of victim's age and marital status. Ethology and Sociobiology 11 (1990),
pp. 155-176.
[Terug]
[5] D.M. Buss. The Evolution
of Desire: Strategies of Human Mating. New York: BasicBooks, 1994.
[Terug]
[6] B. Rind, R. Bauserman, Ph.
Tromovitch. A Meta-Analytic Examination of Assumed Properties of Child Sexual
Abuse Using College Samples. Psychological Bulletin 124:1 (1998), pp. 22-53.
[Terug]