Start Omhoog

Israëls' ontmaskering van Freud loopt elke keer mis

Loes de Fauwe, Het Parool, 5september 2001

'Verbijsterend' en 'ongepast' zijn niet de slechtste kwalificaties voor een auteur die op het punt staat zijn nieuwe boek te presenteren. Maar onbevangen beoordeling van Han Israëls' boek Heilige verontwaardiging wordt door onhandigheid moeilijk.

De socioloog Israëls heeft een reputatie heeft dat hij graag heilige huisjes aanpakt. Incest, seksueel misbruik van kinderen, zou men onder die noemer kunnen brengen. Hij schopt daarbij nogal om zich heen. Of hij terecht schopt, is in elk geval volgens drie van zijn begeleiders, die daarvoor door Israëls in zijn voorwoord nog worden bedankt, de vraag.

Want Israëls geeft vooral zijn eigen interpretatie aan de bevindingen in het grote onderzoek van Nel Draijer uit 1990, naar seksueel misbruik van meisjes. SCP-directeur Schnabel vindt zijn suggesties, dat de gevolgen van incest wel meevallen, 'kwetsend'. ''Dat onderzoek van Draijer is niet niets geweest. Incest komt veel voor en veroorzaakt veel ellende. Nu suggereren dat het allemaal niets voorstelt, dat wil ìk niet op mijn geweten hebben. Het is dus raar dat de uitgeverij de mate van onze bemoeienis niet heeft gecheckt. Heel bizar allemaal.''

Abram de Swaan, Paul Schnabel en Jaap Fransman zijn niet helemaal toevallig in de inleiding van Israëls' nu al omstreden boek beland.

Het is allemaal begonnen met de opdracht de ambulante geestelijke volksgezondsheidzorg in Amsterdam te onderzoeken. Met subsidie van het NOW (Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek) werd zes jaar geleden via het sociologisch instituut van De Swaan dat onderzoek op poten gezet. Daartoe stelde de GG en GD het psychiatrisch archief beschikbaar. In die tijd is Schnabel benaderd om zitting te nemen in de voor dit soort onderzoeken gebruikelijke begeleidingscommissie. Schnabel kende Israëls: ''Heel intelligent. Hij heeft steeds geprobeerd Freud te ontmaskeren, maar hij overschreeuwt zichzelf nogal eens. Het is zo'n man van wie je hoopt dat het allemaal nog eens goed gaat komen, maar elke keer gaat het mis. Maar omdat Bram zei 'we moeten Han nog een kans geven', heb ik indertijd ja gezegd. En vervolgens heb ik nooit meer wat gehoord. Ik heb wel eens een tekst van Israëls langs zien komen, maar er zijn geen vergaderingen geweest, er is geen overleg geweest, er is, ergo, van begeleiding geen sprake geweest.''

Een kleine reconstructie leert dat op enig moment een breuk is ontstaan tussen Israëls en zijn medeonderzoekers. Israëls ging toen solo verder: ''Ik ben dat GGD-archief ingegaan met een open onderzoeksvraag. Ik dacht: als je goed kijkt, kom je vanzelf wel wat tegen. Het materiaal, dossiers over veertig jaar, was zeer gefragmenteerd, dus ik dacht: wat te doen? Het incest-thema was, eerlijk gezegd, een noodsprong. Ik dacht: kan ik mooi een aantal veronderstellingen uit de tweede feministische golf eens toetsen.''

Jaap Fransman toonde zich gistermiddag verbijsterd dat het doel waarmee de psychiatrische archieven ter beschikking zijn gesteld, blijkbaar zo is veranderd: ''Wat een algemeen onderzoek zou moeten worden, is door Israëls blijkbaar vernauwd tot het spoor van incest. Het is wel ontzettend brutaal om het zo te doen.''

Of het GGD-archief bovendien voldoende representatief is om algemene conclusies uit te trekken, betwijfelt Israëls zelf ook. ''Dit onderzoek is meer een kleine voorstudie, er moet een veel groter onderzoek komen naar de hele incestdiscussie.''

In zijn boek stelt Israëls, volgens Draijer ten onrechte, dat zij niet goed laat zien dat het niet zozeer incest op zichzelf is wat vrouwen levenslang traumatiseert, maar juist de verwaarlozende gezinsomstandigheden. Hij heeft Draijer daar in een eerder stadium mee geconfronteerd, zo blijkt. Draijer: ''Twee jaar geleden heb ik op het sociologisch instituut op zijn uitnodiging zijn kritiek weerlegd. Zijn medeonderzoekers hebben toen gezegd: we moeten hier niet mee doorgaan. Het is verbijsterend om te zien dat hij dit alles, tegen beter weten in, toch heeft opgeschreven.''

Israëls noemt de hele kwestie een stormpje in een glas water die maar de aandacht afleidt van de inhoud van zijn boek. Hij snapt het niet. Dat hij de begeleidingscommissie bedankt voor de vrijheid die zij hem hebben gegeven 'om zijn eigenzinnige invulling' aan dit onderzoek te geven' ziet Israëls niet als een suggestie dat zij met hem instemmen.

Maar ook Abram de Swaan meent dat Israëls één en ander 'wel iets eleganter' had kunnen doen. De Swaan: ''Ik heb van dit onderzoek ook alleen maar enkele onderdelen gezien, en dan ook nog met een half oog. Israëls is een nauwkeurige speurder, maar de betekenis die hij aan zaken toekent, is nog al eens omstreden: hij vindt wel eens kiezel en acht die dan een zwerfkei. Dat neemt niet weg dat hij die kiezel wèl vindt.''

Het boek zou vrijdag worden aangeboden aan burgemeester Cohen van Amsterdam. Schnabel heeft intussen een kopie van zijn boze brief aan uitgever Contact gestuurd aan Cohen met de toevoeging: 'Job, dit moet je misschien even weten.' Op het stadhuis wordt nu bekeken of Cohen wel aan de uitnodiging van uitgeverij Contact gehoor moet geven.

Start Omhoog