nu.nl 17 maart 2003
UTRECHT - Hulpverleners, onderwijzers en medewerkers van de kinderbescherming weten te weinig van de normale seksuele ontwikkeling bij kinderen. Tot nu toe is nooit onderzocht wat kinderen en jeugdigen (van 4 tot 18) zelf vinden van hun seksuele ontwikkeling en welke betekenis zij aan seksualiteit hechten.
Dat concluderen J. Rademakers en H. de Graaf in het maandag verschenen rapport
Seks in de Groei, dat zij voor de Rutgers Nisso Groep hebben opgesteld. Zij pleiten voor meer onderzoek.
Tot voor kort was er weinig wetenschappelijke aandacht voor de seksuele ontwikkeling bij kinderen. In de jaren negentig nam de belangstelling voor het onderwerp toe, vanwege alle informatie en discussie over seksueel misbruik en de gevolgen daarvan. Ongewone belangstelling voor seks kan een indicatie zijn voor misbruik. Maar om vast te stellen wat ongewoon is, moet wel bekend zijn hoe de normale seksuele ontwikkeling verloopt.
Mensen die met kinderen werken, hebben behoefte aan meer kennis over de normale seksuele ontwikkeling, aldus de onderzoekers. Zij pleiten onder meer voor onderzoek naar seksueel gedrag van verschillende groepen jongeren in de leeftijd van 10 en 11 jaar. Dergelijk onderzoek zou zeker eenmaal in de tien jaar moeten worden herhaald, zodat ontwikkelingen en veranderingen in dat gedrag zichtbaar worden.