Over
Eds. Theo G.M. Sandfort & Jany Rademakers, 2000
Alle artikelen zijn gelijktijdig co-gepubliceerd als dubbelnummer 1/2 van volume 12 van het Journal of
Psychology & Human Sexuality.
geeft aan dat er niet veel geschreven wordt over kinderseksualiteit. Dat kan soms anders lijken te zijn, maar bij nader inzien gaat bijna alles wat over kinderen en seksualiteit wordt geschreven over seksueel misbruik.
Waarom wordt er zo weinig over kinderseksualiteit geschreven? Sandfort en Rademakers zien twee redenen:
 |
1. Seksualiteit (en in het bijzonder kinderseksualiteit) is 'a sensitive issue'. Men is bang dat onderzoek de seksuele ontwikkeling van kinderen beïnvloedt. Bovendien wordt belangstelling voor kinderseksualiteit als 'verdacht' gezien. |
|
2. Kinderseksualiteit is moeilijk te bestuderen: Alleen intieme kennissen kunnen seksueel gedrag waarnemen. Kinderen zelf ontbreekt het vaak aan de benodigde kennis en voorstellingsvermogen, en zullen ook vaak het idee hebben dat het iets is waar je niet over mag praten. |
Kinderen van 2-6 jaar werden onderzocht op hun kennis van onderwerpen rond seksualiteit: kennis van geslachtsverschillen, van genitaliën, van zwangerschap en geboorte, van bevruchting en coïtus en van vrijen en seksuele gedragingen. Ook werden plaatjes van gedragingen tussen volwassenen en kinderen getoond die zowel seksueel als niet-seksueel kunnen worden uitgelegd (bv. een volwassene staat gebogen over een naakt kind).
Meestal was er geen aanduiding van een mogelijke seksuele betekenis, een enkele keer wel. Als we vergelijken met ander onderzoek, is er weinig verschil met ca. 10 jaar geleden, maar veel met ca. 50 jaar geleden - kinderen van 4 jaar oud weten tegenwoordig meer over (bijvoorbeeld) zwangerschap dan 8-jarigen toen.
26 kinderen werden gedurende hun tweede levensjaar gevolgd, en hun
kennismaking met hun eigen en andermans genitaliën genoteerd (door
een ouder, meestal de moeder).
Onderdeel van een groter onderzoek
naar de algemene kennismaking met het lichaam.
Als het kind 5 jaar
is, worden de ouders/een ouder eenmalig opnieuw geïnterviewd.
31 kinderen van 8-9 jaar werden gevraagd over stoeien, knuffelen en verliefdheid - zowel of en met wie ze het deden als hoe ze erbij voelden. Een aantal andere gedragingen (bv. samen douchen) werd ook gevraagd. Ook werden ze gevraagd 'plezierige' en 'opwindend' lichaamsdelen aan te geven.
Resultaten:
|
16 kinderen waren positief over fysiek contact, in het bijzonder knuffelen, maar weinig geïnteresseerd in verliefdheid. |
|
11 kinderen waren positief over fysiek contact zowel als over verliefdheid (deze groep zei i.h.a. dat ze al verliefd waren geweest, de eerste groep dat dat niet zo was). |
|
4 kinderen gaven ontwijkende of sterk afwijkende antwoorden. |
Plezierige/opwindende lichaamsdelen:
Plezierig: |
Opwindend: |
|
| Hoofd/schouders | 24 | 18 |
| Armen/benen | 15 | 17 |
| Buik/rug | 15 | 14 |
| Borststreek | 11 | 13 |
| Genitaliën/kont | 7 | 10 |
Opvallend: Juist de lichaamsdelen die door volwassenen het meest intiem worden gevonden, zijn voor kinderen het minst plezierig/opwindend.
Ook de ouders werden ondervraagd; opvallend is dat de ouders aangaven dat gedragingen vaker plaatsvonden dan de kinderen. Aan de andere kant gaven veel meer kinderen dan ouders aan dat het kind vaak de behoefte had om te knuffelen met de ouders.
Onderzoek of bij kinderen net zoals bij adolescenten seksuele problemen correlatie tonen met 'externalizing behaviors'.
Conclusie was dat er een verband was, maar dat er een verband was met alle typen van problemen, maar slechts lichtelijk meer met 'externalizing behaviors' dan met andere problemen.
Ik voelde me niet zo prettig toen ik dit artikel las, omdat het de enige in de bundel is, waaruit een sex-negatieve houding spreekt:
"[...] many [persons] with unusually early onset of sexual behavior show no other problem
behaviors."
- blijkbaar is vroeg seksueel gedrag (van tieners) op zich al een 'problem behavior'.
Schuhrke is positief over fysiek
contact tussen ouders en (jonge) kinderen, de andere artikelen zijn
min of meer neutraal.
In verband met een HIV-gerelateerd onderzoek naar seksueel gedrag,
werden 98 jongens en hun moeders geïnterviewd.
Het artikel
beschrijft de reacties van jongens en moeders op het onderzoek.
96%
van de jongens en 92% van de moeders was positief over het interview
(4% en 1% negatief). 80% van de jongens en 92% van de moeders gaf aan
bereid te zijn opnieuw aan een dergelijk onderzoek deel te nemen (13%
en 5% was niet bereid).
Resultaten van een questionnaire, ingevuld door lezers van Ouders van
Nu, naar seksuele gedragingen van hun kinderen (leeftijd 0-11, beide
geslachten).
Kinderen van seksueel meer permissieve ouders vertoonden
meer gedragingen. Oudere kinderen vertonen meer seksuele gedragingen,
dit in tegenstelling tot eerdere onderzoeken. Oorzaak is mogelijk de
verschillende keus van onderzochte gedragingen. Verschillen tussen
jongens en meisjes waren meestal klein.
Het onderzoek van het vorige hoofdstuk en een vergelijkbaar onderzoek
naar Nederlandse kinderen, wordt vergeleken met een vergelijkbaar
Amerikaans onderzoek. De Nederlandse kinderen vertoonden het grootste
deel van de gedragingen (veel) vaker dan de Amerikaanse. Oorzaak is
mogelijk een verschil in seksuele permissiviteit tussen beide landen.