00dec03d Virtueel
Trouw, 1 december 2000
van onze verslaggever
AMSTERDAM - Onschuldige plaatjes uit een Wehkampfolder, met de computer bewerkt tot kinderporno. Minister Korthals van justitie wil ze strafbaar stellen. Politie en justitie zien hun werk dan makkelijker worden. Maar virtuele kinderporno kan sómmige pedoseksuelen van misbruik weerhouden.
Er zijn twee soorten 'virtuele kinderporno', legt T. Erents uit. Hij werkt bij de Gemeenschappelijke Voorziening Aanpak Kinderporno van politie en justitie. ,,Je hebt getekende kinderporno, waarvan we niet kunnen zien of die is gebaseerd op werkelijkheid of fantasie en je hebt het digitale knip- en plakwerk. Een foto van een jongetje bij de naturistenvereniging krijgt digitaal een geslachtsdeel met erectie opgeplakt.''
Met de strafbaarstelling van deze soort kinderporno, wordt de kinderporno fundamenteel anders. Onlangs sprak de Hoge Raad het Holland Festival nog vrij nadat justitie erotische foto's in beslag had genomen. De Raad legde omstandig uit dat het verbod op kinderporno dient om seksueel misbruik van kinderen tegen te gaan en daarvan was niets gebleken. Ook voor virtuele kinderporno zijn kinderen niet daadwerkelijk misbruikt. Waarom dan toch een verbod?
In mei reageerde Korthals nog afwijzend toen de christelijke fracties in de Tweede Kamer een verbod vroegen. Dat hij overstag gaat, komt door de Nederlandse deelname aan het verdrag 'Crime in cyberspace' dat binnenkort door de Raad van Europa, Amerika, Canada, Japan en Zuid-Afrika wordt geratificeerd. De landen willen samenwerken in de strijd tegen misdaad op internet, waarbij nationale grenzen de opsporing vaak belemmeren.
De deelnemende landen gaan verschillende soorten internetcriminaliteit strafbaar stellen en zorgen dat ze elkaar vierentwintig uur per dag kunnen bereiken voor eventuele huiszoekingen. Nu gebeurt het te vaak dat de opsporingsdienst in een land een misdrijf ontdekt, dat heel ergens anders is gepleegd. Tegen de tijd dat de betrokken computer wordt bereikt, is het te laat.
In Driebergen bestrijden dertien politiemensen criminaliteit op internet, waaronder kinderporno. Het team wordt binnenkort uitgebreid tot vijfentwintig man en leent agenten van regionale korpsen om expertise 'uit te leren.' Politie en justitie zijn blij met de voorgenomen wetswijziging van Korthals. Van alle kinderporno die ze aantreffen is de virtuele soort (nog) in de minderheid, maar hun probleem is dat het onderscheid tussen 'echte' en virtuele porno moeilijk is te maken. ,,Het biedt een verdachte wel eens een uitweg dat hij kan zeggen: het is niet echt'', vertelt Erents van de Aanpak Kinderporno. ,,Bovendien, al is een kind niet misbruikt, het lijdt toch schade doordat zijn beeltenis tot porno wordt misvormd.''
Het openbaar ministerie gelooft dat na de wetswijziging onderzoeken minder vaak zullen vastlopen, doordat daadwerkelijk misbruik niet kan worden bewezen, zegt woordvoerder W. de Bruin. ,,Onze ervaring is daarnaast dat een toename van virtuele kinderporno leidt tot een groeiende markt voor echte.''
J. Frenken, van het Nederlands Instituut voor Sociaal Sexuologisch Onderzoek, twijfelt. Hij behandelt pedoseksuelen. ,,Er zijn pedofielen voor wie virtuele kinderporno werkt als uitlaatklep, waardoor ze niet overgaan tot werkelijk misbruik. Maar anderen worden door het materiaal juist tot misbruik gestimuleerd.''
Hoogleraar jeugd- en beschermingsrecht J. Doek is minder ambivalent. ,,Dat je wetten maakt om kinderen te beschermen is één opvatting. Je kunt ook als samenleving duidelijk willen maken dat je het niet tolereert wanneer kinderen worden geportetteerd als slachtoffer van misbruik.''
1 december 2000, © dagblad Trouw