Start Omhoog

00nov28a Lezing CC

Beste Frans,

ik hecht aan voor publicatie op TwCafe: de Nederlandse bewerking (uitgebreid met verscheidene details en vier voetnoten) van mijn Engelstalige lezing aan de Universiteit van Amsterdam op wo. 22 nov. jl. Zodra de Nederlandse bewerking op de website van MARTIJN staat, mag eenieder DIE versie verveelvuldigen en verspreiden, mits ongewijzigd en met auteursvermelding.

Chris Canter

Een lezing over verschillende aspecten van de aantrekking van ouderen tot jongeren in de moderne westerse samenleving, met een nadruk op Nederland, beschreven vanuit de optiek van tot jongeren aangetrokken ouderen

Dit is een bewerking van de oorspronkelijke Engelstalige lezing die ik in november 2000 aan de Universiteit van Amsterdam gaf.

Inleiding

De opbouw/sociale formatie van identiteiten en gemeenschappen

Culturele en politieke mobilisatie

Sociale relaties tussen meerderheden en minderheden

De erkenning en ontkenning van verschillen

Discriminatie

Inleiding

In de oorspronkelijke, Engelse versie van deze lezing gebruikte ik de omschrijvingen 'minor-attracted adults' (tot minderjarigen aangetrokken volwassenen) en 'adult-minor attraction' (aantrekking tussen volwassenen en minderjarigen). Omdat men niet meerderjarig hoeft te zijn om op (jongere) minderjarigen te kunnen vallen, en omdat tot minderjarigen aangetrokken ouderen evenmin allemaal uitsluitend tot wettelijk minderjarige jongeren aangetrokken zijn, lijkt het gebruik van de woorden 'jongeren' en 'ouderen' mij hier beter. Ik gebruik de termen 'tot jongeren aangetrokken ouderen' en 'aantrekking tussen ouderen en jongeren' omdat ze objectief zijn. Ik ben vanaf mijn dertiende aangetrokken tot alle leeftijden en geslachten, met een duidelijke voorkeur voor jongens tot rond mijn eigen leeftijd. Vóór die tijd was ik voornamelijk aangetrokken tot meisjes rond mijn eigen leeftijd. Ik ben nu twintig. Met 'aantrekking' bedoel ik: het geheel van emotionele fascinatie, zoals men dat in elke mens vindt. Seksualiteit is daar een onderdeel van.

De opbouw/sociale formatie van identiteiten en gemeenschappen

Het zal geen verbazing wekken dat tot jongeren aangetrokken ouderen zich in uitgebreide gemeenschappen hebben verenigd op het internet. Voorbeelden van zulke gemeenschappen zijn Free Paed Cooperative, Boy Chat en Girl Chat. Men publiceert en discussieert er over alle aspecten van de samenleving, seksualiteit, menselijke psychologie en fysiologie. Men deelt verhalen van liefde en haat, echt en gefantaseerd, die vaak intens en roerend zijn. Er is veel frustratie te vinden, maar ook trots en vreugde: het vermogen om de beminnelijkheid en schoonheid van jongeren in te zien blijft een vreugdevol wonder, ondanks de mondiale afkeer van dit vermogen. De meeste deelnemers noemen zich 'boy lovers' (jongensminnaars) of 'girl lovers' (meisjesminnaars). De zogeheten boy lovers zijn in de meerderheid. [1] Het etiket 'pedofiel' wordt vaker gebruikt door Europese dan door Amerikaanse tot jongeren aangetrokken ouderen. Het overgrote deel van de vooraanstaande gemeenschappen bestaat uit Amerikanen en Europeanen, maar ik ben dan ook niet bekend met bijvoorbeeld Aziatische gemeenschappen, die ik vanwege de taal niet zou kunnen volgen. Een blijvend onderwerp van debat, vooral onder Europeanen, is of de verontmenselijkte term 'pedofilie' moet worden behouden of juist verworpen. Onder de argumenten vóór verwerping is het idee (waar ik het mee eens ben) dat de term ofwel volledig onbruikbaar is, ofwel onbruikbaar tenzij hij telkens weer zorgvuldig wordt gedefinieerd. Deze onbruikbaarheid is het gevolg van een gebrek aan consensus over de betekenis van de term. Interpretaties in de samenleving zouden niet tegenstrijdiger kunnen zijn; ze variëren van 'de verkrachting van en moord op kinderen' via 'seks met kinderen' tot 'de drang om kinderen altijd te helpen en ze altijd liefde te geven'. Ook wordt de term 'pedofilie' veelal met het wetboek in de hand, volgens criminologisch-seksuele maatstaven gedefinieerd (bijvoorbeeld: de minimumleeftijd voor seks is achttien of veertien, dus pedofilie is de aantrekking tot jongeren onder de achttien respectievelijk veertien).

Voor het merendeel der mensen in de maatschappij heeft 'pedofilie' een te sterk seksuele connotatie. Onder zogeheten 'deskundigen' is de term een pathologisch begrip geworden waar je je als gezond mens het liefst verre van zou houden. Zelfs als men altijd, bij elk gebruik, een duidelijke definitie van het woord zou geven, hetgeen onpraktisch is, dan is de emotionele bevooroordeeldheid die eraan vastzit nog niet opgeheven. Onder de argumenten tégen de verwerping van het woord 'pedofilie' vindt men het element van trots, een verwijzing naar de etymologische betekenis (namelijk kinderliefde) en het idee dat enig etiket zwartgemaakt zou worden. Mijn strategie en boodschap is het omzeilen van categorisatie zoveel als dit mogelijk is, en voor mij gaat dit op voor alle seksuele uitingen. (Dit betekent dat ik mensen niet graag pedo's, homo's, hetero's, enzovoorts noem.) Het bestaan alleen al van georganiseerde bewegingen voor de aantrekking tussen ouderen en jongeren kan worden opgevat als een contraproductieve vorm van categorisatie, maar als men die filosofie doorvoert, zou de ultieme wijze om acceptatie te bewerkstelligen eruit bestaan dat men zijn essentie verbergt en zijn intenties kromtrekt, om zo toe te geven aan de vernietigende druk die door de meerderheid wordt uitgeoefend. Dan zou niemand een appeltje met je te schillen hebben.

Buiten het internet om zijn er niet veel georganiseerde gemeenschappen van tot jongeren aangetrokken ouderen. Het handjevol legale initiatieven wordt onophoudelijk aangevallen en afgeschilderd als netwerken die bestaan om illegale bezigheden te vergemakkelijken en aan te moedigen. De North American Man/Boy Love Association, NAMBLA, is op een aanklacht van die aard voor de rechter gedaagd. De Danish Pedophile Association is geïnfiltreerd door de media en wordt nu op de kop gezet door de overheid. MARTIJN, waarvan ik de huidige voorzitter ben, is de enige onafhankelijke, ook buiten het internet opererende organisatie in Nederland die geheel is gewijd aan de aantrekking tussen ouderen en jongeren. MARTIJN heeft als voornaamste functie het verlenen van steun, en geeft sinds de vroege jaren tachtig een naar mijn mening aantrekkelijk en relevant tijdschrift uit.

Culturele en politieke mobilisatie

Ik zal me nu voornamelijk op de Nederlandse situatie richten, omdat ik dit land het best kan beoordelen. Als je culturele mobilisatie wilt zien van de ouderen-jongeren beweging, zet dan de tv aan en wacht op een reclamespotje met een jongere erin (volgens mij zit er een jongere in een derde van alle spotjes). Valt het je op hoe knap die jongeren altijd zijn, of het nu om baby's, kinderen, pubers of efeben gaat? Tenzij ze specifiek geselecteerd zijn om lelijke eendjes uit te beelden (en zelfs die lelijke eendjes zijn de knapste van hun soort), worden jongeren in reclamespotjes - en in films en soaps - onder meer geselecteerd om hun knappe uiterlijk. Bekijk de catalogi van speelgoed- en kledingzaken; in het bijzonder de pagina's met ondergoed: wederom een selectie van lichamelijk aantrekkelijke jongeren. De lichamelijke schoonheid van jongeren - van alle leeftijden en geslachten - brengt geld in het laatje. De culturele erkenning van de schoonheid van jongeren; sterker, de commerciële verslaving aan deze schoonheid, is wijdverbreid en diepgeworteld. Het addertje onder het gras is dat men niet wil toegeven dat kinderen op een erotische wijze aantrekkelijk kunnen zijn. Hier komen wij 'engerds' in beeld, want voor ons is de erotische aantrekkelijkheid van jongeren overweldigend. En we bestellen graag onze catalogi en we kijken graag televisie, dus schikken we ons in het culturele en commerciële patroon van de maatschappij. De grote ongeschreven wet is dat men niet mag erkennen dat de waardering van het uiterlijk van jongeren erotisch kan zijn. Wij leven in een cultuur van ontkenning.

Er komen boeken uit bij de vleet met prachtige en vaak halfnaakte prepuberale en puberale jongens en meisjes op het omslag. Werp een blik op een selectie boekomslagen in een willekeurige Nederlandse boekwinkel en je ziet een opmerkelijke hoeveelheid afbeeldingen van jongeren. Er komen theaterproducties uit met knappe jongeren in de hoofdrollen. In oktober zag ik een kleine productie met vijf tienerjongens die allerlei erotische handelingen met zichzelf en elkaar verrichtten. Als het een landelijke productie was geweest, was er waarschijnlijk ophef ontstaan (zoals rond het reclamespotje van Calvé pindakaas). Wie er oog voor heeft, vindt legio verwijzingen in kunst en commercie naar de schoonheid van jongeren. Afgelopen oktober verscheen een Engelse vertaling van de vroegst bekende novelle over de aantrekking van een man tot een jongen. Deze novelle, 'Alcibiade fanciulo a scola' (Alcibiades de schooljongen), verscheen in Italië rond 1650. Als een evenement of publicatie over de aantrekkelijkheid van jongeren of de aantrekking tot jongeren veel publiciteit en aandacht trekt, is publiek protest nooit ver weg, en als het evenement of de publicatie naar men denkt op het kantje is, grijpt de overheid graag in. Vorig jaar legde de Amsterdamse justitie beslag op naaktfoto's van jongeren die deel uitmaakten van een bekende tentoonstelling. [2] Men beval de organisatoren om de catalogus te censureren. Ironisch genoeg drukten de landelijke kranten de foto's af en besloot de rechter, die er geen schade of misbruik in ontdekte, dat ze moesten worden geretourneerd.

In politiek opzicht gebeurt er weinig of niets in Nederland wat betreft de bevrijding van jongerenseksualiteit en van affectieve en intieme relaties tussen jongeren en ouderen. Nu en dan wordt er een protestbrief of een kritische reactie op een voorgestelde wetswijziging naar Den Haag gestuurd, maar hier wordt door politici en de media niet of nauwelijks op ingegaan. De media brengen verslag uit van sommige activiteiten van onze beweging, maar het leeuwendeel gaat voorbij zonder aandacht van buiten de beweging. (Met 'beweging' bedoel ik niet slechts MARTIJN, maar het geheel van activistische activiteiten.)

Wat zijn de standpunten van de politiek? De liberale partij (VVD), die hier groot is, staat eerder voor economische dan voor morele vrijheid. Het is een partij van stijve zakenlieden. Christelijke partijen belichamen doorgaans alles wat ik ethisch weerzinwekkend vind; één ervan (CDA) is vrij groot, maar zit momenteel in de oppositie. Socialistische partijen nemen soms goede ethische standpunten in, maar waar het specifiek om contacten tussen jongeren en ouderen gaat, is het niet reëel om in deze tijd enige verdediging of een enkel goed voorstel te verwachten van welke partij dan ook, inclusief de meest progressieve. De grote socialistische partijen zitten in een coalitie met de eerdergenoemde 'liberale' partij. De minister van justitie, Korthals, is van de VVD. Hij gaat het 'klachtbeginsel' schrappen, wat inhoudt dat de absolute ondergrens voor het aangaan van seksuele contacten weer zestien wordt in Nederland.

Twee grote organisaties die zich bezighouden met seksuele hervorming; het COC en de NVSH, zijn intern verdeeld over de kwesties van jongerenseksualiteit en ouderen-jongeren relaties. Bovendien kampen beide organisaties met bredere interne problemen. Groepen voor jonge homo's beperken zich tot tieners en twintigers en staan doorgaans vijandelijk tegenover een aanzienlijk leeftijdsverschil tussen partners: zij dragen 'leeftijdsapartheid' uit, zoals ik het culturele verschijnsel van de scheiding van jongeren en ouderen ben gaan noemen. Er is een algemene tendens die zich uitstrekt naar zogenaamde liberalen, zoals personen die zich tot hetzelfde geslacht aangetrokken voelen en andere minderheden, om de seksualiteit van jongeren te verhullen en om niets te doen om kennis, verantwoordelijkheid en plezier te bevorderen in dat opzicht. Seksuele voorlichting op middelbare scholen is nog altijd belachelijke marginaal en technisch. Lagere scholen houden zich in het geheel niet met seksualiteit bezig, of het moet zijn om jongeren tegen seksueel misbruik te waarschuwen (dat wil tegenwoordig zeggen: tegen seksualiteit).

Sociale relaties tussen meerderheden en minderheden

Ik vermoed dat de meeste ouderen die zich aangetrokken voelen tot jongeren deze eigenschap aan niemand kenbaar maken, met de mogelijke en subtiele uitzondering van hartsvrienden, geliefde familieleden en gevoelsgenoten, als deze kunnen worden gevonden. Het internet heeft ontzettend veel tot jongeren aangetrokken ouderen uit de kast gehaald. Vóór het internettijdperk moest men zich bij een niet-elektronische organisatie aansluiten of naar niet-elektronische bijeenkomsten gaan om mensen met eendere affectieve en seksuele gevoelens te ontmoeten en met hen te communiceren.

Hoe verhoudt de op ouderen vallende meerderheid zich tot de op jongeren vallende minderheid? Ten eerste is er overlapping in zoverre, dat naar mijn idee een meerderheid der mensen het potentieel bezit om zich tenminste tot pubers aangetrokken te voelen. De dreiging van de minimumleeftijd brengt de meesten ertoe om dit te ontkennen en te beweren dat zij zich uitsluitend aangetrokken voelen tot personen boven de zestien, of noem maar een specifieke ondergrens in een bepaald rechtsgebied. De meeste personen die hun interesse in pubers niet ontkennen, doen niets met deze interesse, bijvoorbeeld omdat zij die onpraktisch vinden. Zodoende hoeft het effect van het uitkomen voor je voorkeur voor pubers niet zo dramatisch te zijn als de omstandigheden juist zijn, en dat wil nog wel eens het geval zijn. Denk aan de seksindustrie met hun slogan 'barely legal' (amper legaal). Deze industrie richt zich op meerderheden, niet op minderheden. We hebben allemaal een oogje op pubers, als men mij mijn lichte overdrijving vergeeft.

Degenen die oprecht geïnteresseerd zijn in prepuberale jongeren, in sociale zin, in seksuele zin, enzovoorts, vormen (en herkennen zichzelf als) een minderheid voornamelijk vanwege hun seksuele neigingen. Prepuberale jongeren mogen dan schattig en sexy worden gevonden door toneelmakers en ontwerpers van boekomslagen, maar serieuze intensieve relaties en vrijwillige seks met prepuberale jongeren worden alleen verdedigd door een minderheid van de mensen met deze gevoelens, liberale maar zwijgende individuen en sommige deskundigen, seksuologen, pedagogen en wetenschappers.

Ondertussen is de meeste vijandelijkheid tussen voor- en tegenstanders onpersoonlijk. Stel, Jan Jansen leest of hoort via de media over weer zo'n 'kinderlokker'. Zijn afkeuring of woede is onpersoonlijk en het is niet waarschijnlijk dat hij de zogenoemde kinderlokker in het echt zal tegenkomen, of dat hij afweet van anderen die in een zelfde categorie vallen. Zo ook heeft de tot jongeren aangetrokken oudere waarschijnlijk een afkeer van de repressieve en onderdrukkende neigingen in de samenleving, maar is ook dit onpersoonlijke ontevredenheid of frustratie over 'de maatschappij'. Men kan aan een willekeurige groep mensen niet aflezen aan welke kant ze staan, indien al aan enige kant. De argumenten worden via de media overgebracht, niet direct van persoon tot persoon. Er zijn bijna geen tot jongeren aangetrokken ouderen te vinden die hun aantrekking in het openbaar en van persoon tot persoon willen verdedigen, vanwege de angst voor herkenning en geweld.

De erkenning en ontkenning van verschillen

Een factor die sommigen binnen de beweging ertoe brengt om zich anders te voelen dan de massa, is de gebruikelijke gave van tot jongeren aangetrokken ouderen om uitstekende vriendschappen met jongeren op te bouwen; om de juiste eigenschappen te bezitten, zoals geduld en spontaniteit, om met jongeren op te trekken, of om hen te onderwijzen, al dan niet in een professionele context. [3] Sommige tot jongeren aangetrokken ouderen gebruiken hiervoor het woord 'mentor': een leraar in brede zin, een beschermer en metgezel. Deze speciale eigenschap om goed met jongeren om te kunnen gaan, zal beter worden begrepen als men zich herinnert dat 'aantrekking' het hele spectrum van diepe fascinatie beduidt, waar seksuele fascinatie een mogelijk onderdeel van is (gewoonlijk is het dat).

Een andere factor die het idee bevordert dat men anders is, bestaat uit de mate van vervolging en veroordeling waaraan tot jongeren aangetrokken ouderen worden blootgesteld. Deze vervolging en veroordeling worden vaak als zo destructief en irrationeel ervaren, dat ze vergeleken worden met, bijvoorbeeld, de heksenvervolging in de middeleeuwen en renaissance, en de jodenvervolging in nazi-Duitsland. Er zijn artikelen en boeken geschreven die de overeenkomsten aanduiden tussen deze vormen van massahysterie en zedenangst in verschillende tijdperken. Ik kocht laatst 'Sex Abuse Hysteria: Salem Witch Trials Revisited' door dr. Richard A. Gardner. Gardner is geen voorstander van seksuele activiteit tussen ouderen en jongeren; hij stelt zijn boek te hebben geschreven voor mensen die valselijk beschuldigd zijn. Massahysterie en zedenangst zijn niet puur Amerikaanse of Britse verschijnselen; er zijn boeken en artikelen geschreven over Nederlandse excessen. Een voorbeeld is 'Zedenangst' door Benjamin Rossen, een proefschrift waarin een Nederlandse zaak uit de jaren tachtig (Oude Pekela) onder de loep wordt genomen. In die zaak vormden jongeren die onderling seksuele spelletjes speelden de aanleiding voor ouderen om te geloven in het bestaan van slinkse, kindermisbruikende clowns en sekskelders onder scholen waarin seksueel misbruik zou plaatsvinden. De aantijgingen zijn volledig weerlegd.

Vooral als men in de beweging meedraait, wordt men voortdurend geconfronteerd met berichten van tragedies, zoals buurtbewoners die het huis van zogenoemde 'daders' aanvallen, en zelfmoorden onder tot jongeren aangetrokken ouderen, die vrij algemeen voorkomen. Het is niet uitzonderlijk dat tot jongeren aangetrokken ouderen die contacten met elkaar hebben, iemand gekend hebben die zelfmoord heeft gepleegd. Men hoort ook van tot jongeren aangetrokken ouderen die opgesloten zijn of verplichte therapie ondergaan, of men kent zulke personen. Vaak is het enige vereiste om baan, vrienden en vrijheid te verliezen, het hebben van een intiem contact met een jongere en het niet (of juist wèl) inlichten van de ouders van de jongere. [4] In sommige gevallen worden tot jongeren aangetrokken ouderen vermoord. In Nederland werd in september van dit jaar iemand doodgestoken door een vader.

Het feit dat tot jongeren aangetrokken ouderen veelal in hetzelfde schuitje zitten, en nog wel een lekkend schuitje, bevordert vaak een gevoel van uniekheid en solidariteit, en maakt identificatie mogelijk met slachtoffers van hysterie en dogma uit andere tijden, maar het kan ook leiden tot de ontkenning dat men in dit schuitje zit; of om het specifiek te stellen: de ontkenning dat men zich aangetrokken voelt tot jongeren. Het is vaak een onbewuste ontkenning. Een goede plek om dit verschijnsel te bestuderen, buiten de psychologieboeken, is het assortiment forums op het internet waarop tot jongeren aangetrokken ouderen bij de vleet hun coming out beleven. Zoals het geval is met tot hetzelfde geslacht aangetrokken personen, kunnen zij getrouwde mensen op leeftijd zijn die zelf kinderen hebben grootgebracht. Aangezien de bewuste of onbewuste ontkenning van een aantrekking tot jongeren begrijpelijk is met het oog op het huidige klimaat, is het moeilijk, zoniet onmogelijk, om in te schatten hoeveel ouderen zich geheel of gedeeltelijk aangetrokken voelen tot jongeren, en vooral tot prepuberale jongeren.

Discriminatie

Het feit dat mensen acceptatie verlangen, komt op onprettige wijze naar voren in de houding van veel tot hetzelfde geslacht aangetrokken personen, die pogen zoveel mogelijk op de doorsnee burger te lijken. Hoewel zij onmogelijk het verschil tussen een aantrekking tot hetzelfde geslacht en een aantrekking tot het andere geslacht kunnen verdoezelen, kunnen zij zich conservatief opstellen, trouwen (het homohuwelijk is zojuist door de Tweede Kamer heen) en eenieder veroordelen wiens aantrekking geen rekening houdt met de minimumleeftijd, of zelfs met het populaire dogma dat partners van ongeveer dezelfde leeftijd moeten zijn. Zowel MARTIJN als NAMBLA was aangesloten bij ILGA, de International Lesbian and Gay Association, maar beide groeperingen werden eruit gezet in 1994, toen ILGA haar consultatieve status bij de Verenigde Naties dreigde te verliezen wegens het herbergen van 'pedogroepen'. Een vooraanstaande stichting voor tot hetzelfde geslacht aangetrokken jongeren in Nederland, 'Hoezo/Expreszo', die deel uitmaakt van het COC, waarschuwt jongeren op haar website tegen 'pedofielen'.

Ook de meerderheid van de burgerij lijkt te denken dat er een ijzeren gordijn hangt tussen tot hetzelfde geslacht aangetrokken personen en tot jongeren aangetrokken ouderen. Als tiener zat ik in een talkshow op de landelijke televisie. Daar werd mijn aantrekking tot jongens tot rond mijn eigen leeftijd als een ziekte beschouwd, omdat het thema van de show 'pedofilie' was en ik jongeren-ouderen relaties verdedigde. Ik werd een 'dader' genoemd, hoewel ik nooit met de wet in aanraking ben gekomen. Dezelfde talkshow wijdde later een uitzending aan tot het eigen geslacht aangetrokken tieners. Deze arme slachtoffertjes van de heteromaatschappij kregen alle begrip, liefde en steun die ze maar konden verlangen, omdat leeftijdsgedifferentieerde relaties toen niet aan bod kwamen.

Ik loop over straat en niemand valt mij aan; niemand merkt mij op. Niemand roept 'nikker' tegen me en ik draag geen davidster met het woord 'jood' erop. Maar als ik bij een kiosk aankom en een buitenlands blad zoals 'News of the World' doorblader, is het mogelijk dat ik een bladzijde vol politiefoto's aantref. Op de foto's staan mensen die ooit veroordeeld zijn voor het strelen van een jongere; mensen die seks hebben gehad met een jongere die nog net de minimumleeftijd niet had bereikt; mensen die verscheidene lustmoorden hebben gepleegd. De kop boven het begeleidende artikel zal zoiets zijn als: 'Pas op voor deze zieke pedofiele monsters'. Dit is een voorbeeld van een Britse 'tabloid' (sensatieblad in krantvorm). In Nederland zijn de media nog niet zo ver gegaan. (Bedenk dat Nederland geen mediasysteem kent dat vergelijkbaar is met de Britse tabloids.) Dit voorbeeld wordt eigenlijk gekenmerkt door een gebrek aan discriminatie; niet door discriminatie. Op het gebied van de aantrekking van ouderen tot jongeren worden allerlei soorten mensen onophoudelijk op één hoop gegooid en ontuchtplegers, pedofielen, pedoseksuelen, pedo's of daders genoemd. Dezelfde truc wordt toegepast door overheden die bestanden met zedendelinquenten beheren, waarin het geven van een kus wordt gelijkgesteld aan het plegen van een moord, omdat beide handelingen nu eenmaal niet worden getolereerd.

Hier is nog een voorbeeld van de verschillende posities van aantrekking tot hetzelfde geslacht en aantrekking tot jongeren in de hedendaagse Nederlandse samenleving. Een paar jaar geleden gaf de fractievoorzitter van de toenmalige christelijke partij RPF, Leen van Dijke, een interview aan de Nieuwe Revu. Hij vroeg zich af waarom de homoseksuele praxis minder laakbaar zou zijn dan diefstal. Naar mijn idee van de vrijheid van meningsuiting moeten mensen het recht hebben om dit te zeggen. Van Dijke bedreef geen laster omdat hij geen namen noemde; hij gaf zijn morele opvattingen over twee algemene verschijnselen. Ik vind het ook krom om een vergelijking tussen de vermeende bijbelse vergrijpen homoseks en diefstal te interpreteren als moedwillige grofheid. Heel Nederland was woest op hem en hij werd voor zijn uitspraak voor het gerecht gedaagd. Oorspronkelijk kreeg hij driehonderd gulden boete. Het staat me bij dat hij later toch is vrijgesproken, maar dit vind ik nergens bevestigd. Afgelopen maand schreef Selma Schepel, columnist van Trouw, in haar column dat alle 'pedofielen' zwaar emotioneel gestoord zijn. Blijkbaar schaarde zij ook de aantrekking tot tieners onder 'pedofilie', aangezien zij wijlen dr. Brongersma, die op tienerjongens viel, eveneens een emotioneel gestoorde pedofiel noemde. Ik verdedig haar recht om dit te zeggen. Maar haar uitspraak is zo doorzichtig en beledigend dat maatschappelijke correctie (in de vorm van verontwaardiging en berisping) naar mijn mening vanzelfsprekend behoort te zijn. Ik stuurde een brief naar Trouw waarin ik stelde dat het onrechtvaardig en onverantwoordelijk was dat Schepel een grote groep mensen die zij niet persoonlijk kent over één kam scheert en zwaar emotioneel gestoord noemt, omdat zij zich geheel of gedeeltelijk aangetrokken voelen tot personen die volgens de wet minderjarig zijn. Mijn brief werd niet gepubliceerd (wel een brief van een christen die de viering van Halloween des duivels verklaarde). De rest van Nederland keek op noch om van de column van Schepel. Uitspraken die vergelijkbaar zijn met die van Schepel worden met grote regelmaat in de media gedaan. Het is onvoorstelbaar wrang voor tot jongeren aangetrokken ouderen om zich telkens maar weer te moeten realiseren dat zulke discriminatie de onbetwiste maatschappelijke norm is.

Ik hoop met deze lezing aan begrip te hebben bijgedragen. De verketterde beweging van tot jongeren aangetrokken ouderen, die affectieve en seksuele vrijheid en verantwoordelijkheid bepleiten en die zich uitspreken tegen leeftijdsapartheid en vervolging door maatschappij en overheid, heeft steun nodig en verdient steun.

Chris Canter Voorzitter, MARTIJN November 2000

[1] Er zijn meer ouderen (praktisch altijd mannen) die ervoor uitkomen zich aangetrokken te voelen tot jongens, dan ouderen die ervoor uitkomen zich aangetrokken te voelen tot meisjes. Ik denk dat dit mede ligt aan het minder geaccepteerde gegeven van het zich aangetrokken voelen tot hetzelfde geslacht. Tot jongeren aangetrokken ouderen met een voorkeur voor het andere geslacht, hebben deze 'heterofiele' voorkeur nog om hun 'normaalheid' mee te verdedigen. 'Homofiel' ingestelden zijn alleen vanwege het homofiele aspect al minder geaccepteerd (ook afhankelijk van waar ze wonen), en daarom is de opstap naar de verklaring zich tot jongeren aangetrokken te voelen minder groot. [Terug naar de tekst]

[2] De fototentoonstelling 'Attack!' van het Holland Festival. Zie OK 69, juli/augustus 1999
[Terug naar de tekst]

[3] Zie voor een historische opvatting van het professionele mentorschap: 'De pedagogische eros in het geding' door Thijs Maasen, Homostudies Utrecht, 1988 [Terug naar de tekst]

[4] Zie bijvoorbeeld 'Wat doe jij met mijn kind?' door Sytze van der Velde, Veen, 1981
[Terug naar de tekst]

Start Omhoog