00okt24b Nu hoor je het eens van een ander (Fwd)
Trouw, 24 oktober 2000
AMSTERDAM - Onder druk van een maatschappelijke heksenjacht tegen pedofielen neemt justitie te veel preventieve maatregelen tegen kindermisbruik. Dit zegt R. Kool, rechter en strafrechtjurist aan het Willem Pompe Instituut. Bij vermoedens van kinderporno grijpt het openbaar ministerie volgens haar te snel in, omdat het zich laat beïnvloeden door maatschappelijke onrust.
Kool hield gisteren een lezing voor de Universiteit van Leiden. Ze zei te geloven dat het openbaar ministerie zich bij de aanpak van kinderporno te zeer laat leiden door moralistische motieven. ,,Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat politie en justitie bij tijd en wijle, in het zog van de maatschappelijke onrust, de opportuniteit van het strafrechtelijk ingrijpen uit het oog verliezen.''
Als voorbeeld noemde Kool de inbeslagname van foto's op het Holland Festival, vorig jaar. De Hoge Raad oordeelde onlangs dat deze foto's geen kinderporno zijn. Volgens Kool greep het OM niet in omdat de afgebeelde kinderen schade leden, maar omdat de afbeeldingen zouden aanzetten tot het plegen van zedendelicten. ,,Maar er was geen enkele aanwijzing voor seksuele exploitatie, zodat er geen grondslag was voor strafrechtelijk ingrijpen.''
Kool heeft nog een voorbeeld. Naar aanleiding van de kinderporno in de collectie van de overleden PvdA-sentaor Brongersma, start het openbaar ministerie veertig strafrechtelijke onderzoeken. Kool: ,,Als je ziet hoe ze al dat materiaal uitpluizen: 'die doet het met die, en die met die'. Dan is justitie echt aan het registreren en inventariseren en komt zij op het randje van wat nog strafrecht mag heten. Justitie werkt te veel preventief, terwijl strafrecht per definitie is bestemd voor nádat het delict is gepleegd.''
Kool heeft wel ambivalente gevoelens over seksuele contacten met minderjarigen, maar vindt strafrechtspleging niet het middel om misbruik tegen te gaan. ,,Dat is veel meer iets voor hulpverlening.'' Strafbaarstelling van kinderporno moet niet dienen om zinneprikkelende afbeeldingen uit te bannen, maar om seksuele uitbuiting tegen te gaan, meent Kool.
Dat justitie zich gedwongen voelt preventief te werken, komt volgens Kool doordat de samenleving alle pedofielen en pedoseksuelen als gevaarlijk bestempelt, er treedt volgens haar een 'zondebok-effect' op. ,,De wens tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer wordt groter en zet justitie onder grote druk. Ik sta maar al te vaak op verjaardagen uit te leggen waarom het strafrecht níet verder moet gaan in registratie en aantasting van de privacy. Bovendien is het allemaal window dressing. Negentig procent van alle seksueel misbruik vindt plaats binnen het gezin. Door het externe kwaad uit te bannen, kunnen mensen slechts in slaap worden gesust.''
24 oktober 2000, © dagblad Trouw