door Drs. Titus Rivas
Inleiding
Een van de belangrijkste westerse maatschappelijke taboes van
tegenwoordig is het verschijnsel "pedofilie". Meestal wordt
hier tegenwoordig een erotische gerichtheid of geaardheid mee bedoeld
die kan leiden tot "pedoseksualiteit", wat dan opgevat wordt
als synoniem voor seksueel misbruik van kinderen. Aangezien kinderen
over het algemeen kwetsbaarder zijn dan volwassenen wordt de aanranding
en verkrachting van kinderen terecht gezien als een nog grotere misdaad
dan misbruik van volwassen slachtoffers. Men behandelt veroordeelde
pedofielen dan ook dienovereenkomstig. De laatste jaren krijgen zij
langere gevangenisstraffen opgelegd, en bij recidive is er eerder sprake
van TBS of chemische castratie. Ouders van misbruikte kinderen pleiten
geregeld voor nog verder reikende vormen van vergelding. Sommigen gaan
zelfs zover dat ze eisen dat iedereen mag weten of er een veroordeelde
pedoseksueel in hun buurt woont. Iets wat ook het uitgangspunt is
geweest van een internet-site, luguber genoeg STROP genaamd. Binnen dit
klimaat, dat nog verergerd is door zeer schokkende gevallen van
kindermoord en kinderprostitutie, is er nauwelijks meer aandacht voor de
vraag of “pedofilie” ook altijd en per definitie een negatief,
destructief en traumatisch verschijnsel is. Het wordt zelfs als dubieus
gezien als je deze vraag tegenwoordig nog durft te stellen. Alsof alleen
meedogenloze psychopaten en hun trawanten zelf zich met zulke “perverse”
vragen bezighouden. Ik maak me dus meteen verdacht met dit stukje
volgens deze tijdgeest. Maar misschien is dat juist een reden om gewoon
eens verder te lezen.
Misbruik van kinderen
Bestaan er positieve
vormen van pedofilie en misschien zelfs van bepaalde vormen van
pedoseksualiteit? Dat is de getaboeïseerde vraag die ik in dit artikel
wil behandelen. Om dit te kunnen vaststellen moeten we eerst een
definitie hebben van seksueel misbruik van kinderen. Nu wordt dit
tegenwoordig doorgaans simpelweg gedefinieerd als "seks (van
volwassenen) met kinderen" en als je het zo definieert dan is elke
vraagstelling natuurlijk verder overbodig als het gaat om zulke
seksualiteit. Mijn vraagstelling komt dan ook gedeeltelijk neer op de
vraag "Is seksueel misbruik van kinderen door volwassenen hetzelfde
als seks van volwassenen met kinderen?"
Om die vraag te kunnen beantwoorden moeten we kijken naar wat we in het
algemeen bedoelen met "misbruik". In het algemeen betekent dit
het gebruiken van iemand tegen zijn of haar wil, of terwijl dit de ander
kan schaden. Dit betekent dus dat we "seksueel misbruik van
kinderen" kunnen opvatten als "het gebruiken van kinderen voor
het eigen seksueel genot tegen hun wil, of terwijl dit die kinderen
psychologisch kan schaden."
Als we seksueel misbruik van kinderen zo opvatten, dan wordt de vraag of
alle seks met kinderen ook meteen seksueel misbruik van de betrokken
kinderen is wel degelijk zinvol. Staat elk seksueel of erotisch contact
met kinderen gelijk aan seksueel contact dat plaatsvindt tegen de wil
van die kinderen of contact dat die kinderen psychologisch kan schaden?
Deze vraag doet dus per definitie niets af aan het feit dat pedoseksueel
contact dat onvrijwillig plaatsvindt of kinderen schaadt, natuurlijk nog
steeds misdadig blijft. Ik ken hier zelf in mijn naaste omgeving nare,
traumatiserende voorbeelden van.
Vrijwillige relaties
Al enkele decennia lang
doen seksuologen onderzoek naar het verschijnsel vrijwillige
"pedofiele relaties". Bedoeld zijn dan relaties die in ieder
geval op het moment zelf door het kind ervaren worden als vrijwillig en
waarbinnen op zichzelf geen seksualiteit hoeft plaats te vinden. Het
zijn affectieve relaties tussen een volwassene met pedofiele gevoelens
(van erotische aantrekking of verliefdheid) en een minderjarig kind of
jongere tot 16 jaar. Een van de bekendste onderzoekers op dit gebied is
Dr. Theo Sandfort geweest van de Rijks Universiteit Utrecht. Hij
onderzocht kinderen binnen vrijwillige pedofiele relaties en kwam
daarbij tot de conclusie dat zij die relaties veel vaker dan algemeen
geloofd werd zelf als positief en gewenst ervoeren. Hij schrijft onder
meer: "Het beeld dat op basis van de verhalen van de meisjes en de
jongens ontstaat wijkt nogal af van hoe er doorgaans in
'wetenschappelijke' literatuur over seksuele contacten tussen
volwassenen en kinderen geschreven wordt. A-priori uitgaand van misbruik
en exploitatie heeft men het daar over slachtoffers en daders. Dat er
kinderen slachtoffer worden van seksueel misbruik staat buiten kijf; de
ernst en de frequentie ervan worden mogelijk onderschat. Hiertegenover
staan de verhalen van deze meisjes en jongens. (...) Waar het om gaat is
dat er überhaupt meisjes en jongens zijn met andere dan misbruik- en
exploitatie-ervaringen. Wanneer men op de een of andere manier met
pedofilie of met seks tussen kinderen en volwassenen te maken krijgt,
doet men er goed aan daar rekening mee te houden." (Meisjes over
hun pedofiele vriendschappen met mannen, in Jeugd en Samenleving, feb.
1983, 105-115, p. 114.)
Een voorbeeld van zo'n pedofiele relatie wordt beschreven in een boek
van Dr. F. Bernard, "Pedofilie" uit 1975 (Bussum: Uitgeverij
Aquarius). Dit betreft een jongen uit de randstad die sinds enkele jaren
een geregelde verhouding heeft met een ongeveer zestigjarige man. Hij
zegt daarover het volgende: Ik vind het prachtig, ik vind het leuk, ook
de eerste keer. Ik heb wel eens een meisje gehad maar dat is niet fijn.
Met mijn oudere vriend doe ik het altijd graag. Mijn ouders weten dat
niet, die horen het ook niet te weten. Het is een geheim tussen ons
beiden. Volgens mij moet de wet veranderen. Dan zouden er minder
aanrandingen zijn."
Vrijwillige pedofiele relaties komen in alle mogelijke combinaties voor,
zowel tussen meisjes en mannen, als tussen jongens en mannen en zowel
tussen meisjes en vrouwen, als tussen jongens en vrouwen. Daarbij kan
het kind zowel onder als boven de 12 jaar oud zijn. Er kan een vorm van
erotiek bij komen kijken, maar in tegenstelling tot gevallen van
onvrijwillig seksueel contact is die erotiek dan beperkt tot wat het
kind vanuit zijn of haar psychoseksuele ontwikkeling zèlf wil. Dat komt
in de praktijk vaak neer op slechts wat knuffelen, kussen en strelen,
mogelijk met wederzijdse masturbatie of orale seks.
Vrijwillige pedofiele relatie draaien meestal niet alleen om de erotiek
die erin voor kan komen, maar zijn op de eerste plaats warme,
wederzijdse vriendschappen met veel emotionele intimiteit. Deze
emotionele intimiteit kan daarom ook voortduren als het kind volwassen
is geworden, in de vorm van een levenslange vriendschap dus.
Onschadelijke relaties
Nu we hebben gezien dat
er vrijwillige pedofiele relaties bestaan, moeten we ons afvragen of dit
ook meteen impliceert dat die relaties ook op de langere duur
onschadelijk zullen zijn voor het betrokken kind. Kinderen willen nu
eenmaal wel vaker dingen die ze als positief ervaren terwijl die
schadelijk kunnen zijn voor hun welzijn, zoals gokken of hard drugs
gebruiken. Dit is bijvoorbeeld ook de reden waarom gokken voor
minderjarigen in Nederland verboden is. In het Engels heeft men het in
dit verband over "the age of consent", dat wil zeggen de
minimale leeftijd die je moet hebben om ergens bewust voor te kunnen
kiezen.
Nu is gelukkig ook weer niet alles wat kinderen prettig vinden
schadelijk voor hen, zodat het de moeite loont om ons af te vragen of
pedofiele relaties per definitie in de categorie "gevaarlijk"
of "schadelijk" thuishoren.
De beste manier om dit uit te zoeken is om te kijken hoe het kinderen
die vrijwillig betrokken waren bij pedofiele relaties later vergaan is
in het leven. Dit kan gebeuren aan de hand van verschillende graadmeters
van geestelijke gezondheid en succes en dit is wat verschillende
onderzoekers inderdaad hebben gedaan. De studies wijzen uit dat als de
pedofiele relatie vrijwillig was, de minderjarige er later in zijn of
haar leven geen negatieve gevolgen van ondervindt, maar alleen neutrale
of positieve. In het reeds aangehaalde werk van Frits Bernard zegt hij
op bladzijde 27:
"Uit een psychologisch onderzoek, onder andere door middel van de
ABV-test, kon geen psychische schade worden vastgesteld bij deze
gevallen. (...)Heel algemeen zou men kunnen zeggen, dat er een aantal
kinderen is, dat geen nadelige gevolgen ondervindt van seksuele
contacten met ouderen en dat er een aantal onder hen is, dat er
duidelijk positief door is beïnvloed." Een geruchtmakende
meta-analyse uit 1998 die dit patroon bevestigd heeft op dit gebied is
onlangs gepubliceerd door de onderzoekers Rind, Tromovitch en Bauserman.
Zij zijn overigens hevig onder vuur genomen door bepaalde wetenschappers
en conservatieve groeperingen omdat zij een gevaarlijke perversie zouden
goedpraten. Terwijl ze in feite niet meer doen dan een overzicht bieden
van wat er op dit gebied bekend is.
Zelfrapportage van volwassenen die als kind een pedofiele relatie
meemaakten levert hetzelfde soort resultaten op als de genoemde tests.
Ook hierbij ziet men dat volwassenen zelf melden geen last te hebben
gehad van hun vrijwillige pedofiele relaties als kind. Een voorbeeld
hiervan is de getuigenis van een vrouw van middelbare leeftijd:
"Misschien kunt u zich dit niet voorstellen, maar toen ik twaalf
was, was ik erg verliefd op een man van vijftig en hij ook op mij. Ik
weet niet wie de eerst stap zette maar we streelden elkaar en beleefden
seksualiteit met elkaar. Ik werd er heerlijk ontspannen door. Op een dag
kwamen mijn ouders erachter en ze riepen de politie erbij. De
ondervraging was verschrikkelijk; ik bleef maar ontkennen dat er iets
gebeurd was. Toen gaf ik het op. Mijn oudere vriend werd gearresteerd.
Nadat mijn ouders me gedwongen hadden alles op te biechten, deden ze
aangifte. Daarna kon niets er meer voor zorgen dat dit teruggedraaid
werd. Ik heb dit nooit kunnen vergeten. Het was niet eerlijk. Het had
zo'n mooie herinnering kunnen zijn. Ik ben tegenwoordig getrouwd en heb
vier kinderen. Ik zou er niets op tegen hebben als ze [vrijwillige]
seksuele contacten hadden met volwassenen. Ik beschouw het als
positief."
Onwetendheid
Goed geïnformeerde
seksuologen weten al tientallen jaren dat er vrijwillige en ook op de
lange termijn onschadelijke pedofiele relaties bestaan. De meeste
hulpverleners en ook veel zogeheten deskundigen weten dit echter niet.
Dat kan niet liggen aan de literatuur op dit gebied die zeker in
universiteitsbibliotheken ruim voorhanden is. Daarom moeten het liggen
aan vooroordelen bij de "autoriteiten" in kwestie. Voor een
deel zullen zulke vooroordelen voortkomen uit negatieve ervaringen die
zij zelf of hun cliënten hebben opgedaan met seksueel misbruik. Wanneer
er in de spreektaal geen onderscheid gemaakt wordt tussen
"misbruik" en vrijwillige "pedofilie" is het, zoals
ik al zei, natuurlijk zinloos om je in mogelijke positieve pedofiele
relaties te verdiepen. Een bonafide "pedofiele relatie" wordt
tegen deze achtergrond helemaal niet opgevat als een vrijwillige
relatie, in feite zelfs niet eens als een relatie, maar puur als een
narcistische vorm van uitbuiting van kinderen door volwassenen.
Voor een ander deel zullen hun bezwaren tegen positieve pedofilie
gefundeerd zijn in religieuze of levensbeschouwelijke opvattingen, zoals
dat alleen een heteroseksuele relatie door God gewild kan zijn, of dat
alleen een volwassen partner kan zorgen voor echte erotische vervulling,
of dat het hoe dan ook ziekelijk en gek is om kinderen aantrekkelijk te
vinden, etc. In ieder geval gaat het dan zeker om conservatieve of
reactionaire vooroordelen, stemmingmakende vooroordelen dus die de
discussie al jaren in een verkeerde richting duwen. Vooroordelen die
mensen verketteren en die zorgen voor een hetze-sfeer, waarbij
volwassenen binnen vrijwillige pedofiele relaties ten onrechte worden
geassocieerd met kinderverkrachters, consumenten of zelfs producenten
van harde kinderporno en kindermoordenaars.
Een ingenieuze maar daarom niet minder kwalijke vergelijking rond
onderzoekers die bonafide pedofiele relaties bestuderen is die met de
verdedigers van vormen van verlichte slavernij. Men gaat er dan vanuit
dat er inderdaad vormen van pedofilie kunnen bestaan die geen
schadelijke gevolgen hebben, maar die in feite gebouwd zijn op dezelfde
vorm van onvrijwilligheid en manipulatie als die de boventoon voert bij
seksueel misbruik. In zowel onschadelijke als schadelijke relaties zou
machtsoverwicht van de volwassene en onvrijwilligheid van het kind
centraal staan. Alleen zou het kind bij onschadelijke relaties niet
beseffen dat de relatie in feite onvrijwillig is en er daardoor geen
hinder van ondervinden op latere leeftijd. Het principe zou echter in
allebei de gevallen hetzelfde zijn: onvrijheid van het kind. Het punt is
dat wetenschappers die dit beweren er bij voorbaat vanuitgaan dat er
geen vrijwillige pedofiele relaties kunnen bestaan. Ze gaan daarbij
voorbij aan de verklaringen van kinderen zelf en geven eigenlijk aan dat
kinderen nooit vrijwillig voor iets kunnen kiezen als er tegelijk een
volwassene in het spel is. Ze maken zich daarmee schuldig aan een
cirkelredenering: ze gaan er vanuit dat kinderen nooit echt vrijwillig
een pedofiele relatie aan kunnen gaan en verklaren alle volgens de
kinderen zelf vrijwillige relaties gewoon weg als alleen schijnbaar
vrijwillig. Dit heeft niets met onbevooroordeelde wetenschap te maken.
Het is in feite een ingenieuze vorm van sabotage van gedegen onderzoek
en lijkt daarmee op de sceptische boycot van onderzoek op andere
controversiele terreinen zoals parapsychologie of de psychologie van het
dierlijk bewustzijn.
Veiligheid
In plaats van vrijwillige
pedofiele relaties gelijk te stellen aan misbruik en bonafide pedofielen
aan kindermisbruikers, is het zaak om collectief onderscheid te leren
maken tussen deze in feite uiterst verschillende zaken. Maar hoe doe je
dat ook in de praktijk, in concrete gevallen dus?
Het eerste dat je zeker moet weten als je een relatie beoordeelt is dat
die relatie vrijwillig is, dat wil zeggen dat ze echt gewild is door het
kind. Daar kom je natuurlijk niet achter door een kind bij voorbaat in
een bepaalde richting te duwen, door bijvoorbeeld heel negatief over de
relatie te doen en het kind dan aan te moedigen om deze negatieve
houding over te nemen. Net als bij andere kwesties binnen de relatie
tussen ouders of verzorgers en kinderen, moet je openstaan voor wat het
kind zelf ervaart en voelt.
Daarnaast moet je er achter zien te komen of ook alles wat er in de
relatie gebeurt echt vrijwillig gebeurt. Ik doel hierbij op belangrijke
dingen die het kind eigenlijk helemaal niet zo prettig vindt en die het
uitsluitend blijft doen om de beminde volwassene te behagen. Mits er
geen dwang in het spel is, hoeft dit niet te betekenen dat de relatie
meteen beëindigd moet worden, maar het kind moet dan wel leren
assertiever te worden binnen die relatie.
Veiligheid werkt zo naar twee kanten toe: seksueel misbruik van kinderen
wordt zo zeker voorkomen, maar ook positieve pedofiele relaties blijven
op deze manier mogelijk.
Het is te hopen dat pedofilie in de hier gebezigde positieve betekenis
eens ophoudt het taboe te zijn dat het tegenwoordig nog veel te vaak is.
Liefdevolle, onschadelijke vriendschappen tussen volwassenen en
kinderen, zelfs met vormen van erotiek erbij, zijn een realiteit die nog
veel te weinig mensen bekend is. En ze hebben juist helemaal niets te
maken met misbruik van kinderen. Het is daarom ronduit afschuwelijk als
bonafide pedofielen (of ruimer mensen met pedofiele gevoelens) op een
hoop worden gegooid met kinderverkrachters, omdat mensen die echt van
kinderen houden juist meer dan gemiddeld geshockeerd zijn door de
wandaden van de echte zedendelinkwenten.
Oproep
Als u zelf positieve
ervaringen heeft gehad als kind met een zogeheten “pedofiele”
relatie meldt u die dan via mijn email-adres: trivas@dds.nl
Vanzelfsprekend zal ik daarbij wel trachten vast te stellen hoe
betrouwbaar de melding is. Het gaat erom de relatie te beschrijven, op
de eerste plaats in haar niet-seksuele, gevoelsmatige aspecten, en pas
op de tweede plaats ook wat betreft haar specifieke erotische kanten,
als die er tenminste waren. Ik ben bezig zulke zelf-rapportages te
bundelen in een artikel.
Persoonlijke achtergrond van de auteur:
Ik ben zelf iemand die altijd veel en graag met kinderen en jongeren is
omgegaan en enkel daardoor meermalen is aangezien voor een “kinderlokker”.
In een geval heb ik een bijzonder close, tedere hartsvriendschap gehad
met een jong meisje, die weliswaar niet voor misbruik werd aangezien
maar wel door haar omgeving bij voorbaat werd verketterd en gesaboteerd
als schadelijk en belastend in psychologische zin. Dit heeft me heel erg
aangegrepen en daardoor ben ik me gaan verdiepen in de literatuur over
dit onderwerp. Overigens heb ik geen strafblad (op dit gebied) en ik heb
zelf ook nooit de intentie gehad 'echte seks' met een kind te hebben. Ik
heb echter wel een paar mensen ontmoet die dat (binnen een vrijwillige
relatie) wel gehad hebben en daarvoor veroordeeld zijn. Tot mijn naïeve
verbazing leken hun vrijwillige vriendschappen met kinderen (buiten de
seks om) sterk op mijn eigen vriendschappen. Daardoor voel ik me
sindsdien sterk betrokken bij het maatschappelijk bespreekbaar maken van
positieve vriendschappen tussen volwassenen en kinderen, zowel met als
zonder erotiek.