01jan11b Opgehitst
Trouw, 11 januari 2001, HET COMMENTAAR
De angstaanjagende moord op de tweejarige James Bulger in 1993, door twee kinderen van tien en elf jaar, resulteerde onder meer in een discussie over wat er mis was met een maatschappij die twee zulke jonge moordenaars kon produceren. Het ging ook over de rol van de Britse media, die kinderen al vroeg confronteerden met beelden van gruwelijk geweld en normloosheid en dat alles presenteerden als een element van ontspanning. Er was veel mis met de Engelse samenleving, zeiden de grootste pessimisten, want de daders bleken twee heel gewone jongens.
Dat valt acht jaar later nog steeds te be-amen. De daders hebben hun straf uitgezeten en het Hooggerechtshof moet proberen met een vonnis de twee te beschermen tegen de shame and blame-cultuur die in Engeland nog welig tiert -tot en met een kinderarts die in elkaar wordt geslagen omdat de dader het verschil tussen een pediater en een pedofiel niet kent.
Eerder al heeft een minister van binnenlandse zaken geprobeerd, onder druk van de door media opgehitste publieke opinie, om het vonnis van acht naar vijftien jaar te verhogen. Het Europese hof verbood die uitwas van het Britse recht en de Britse cultuur.
Dat de vader van het vermoorde kind met wraakgevoelens rondloopt en aangekondigd heeft de daders te zullen volgen tot ze hun 'echte straf' hebben gekregen, valt te begrijpen. Hij moet het niet doen, maar hij is degene voor wie in het vervolg van het drama mededogen kan worden opgebracht.
Maar dat gaat niet op voor anderen, media voorop, die aangekondigd hebben de twee op te zullen sporen, óók als ze een nieuwe identiteit hebben gekregen. Er is zelfs een krant die met een beroep op de persvrijheid het vonnis aanvecht. Dat krantendirecties op deze manier willen proberen zoveel mogelijk bedrukt papier te verkopen, is al ergerlijk. Maar dat er journalisten zijn die daar ook uitvoering aan willen geven, dat is een schande voor het land en het vak. Er zijn ongetwijfeld volop primitieve krantenkopers die azen op sensationele berichten over de achtervolging van de twee jongelui, maar er horen, om te beginnen in de media zelf, machten te zijn die weten dat persvrijheid alleen maar kan bestaan en respect verdient, met inachtneming van wezenlijke grenzen, als een vrijheid in gebondenheid.