01jul02_van_naerssen
U-Blad (Utrechts Universiteitsblad) 21 juni 2001
De afgelopen decennia heeft de Nederlandse wetgever een groot aantal veranderingen op het gebied van de seksualiteit doorgevoerd. Zo is abortus bij wet geregeld en is als kroonjuweel onlangs het burgerlijk huwelijk opengesteld voor homoparen. Liberaler is het in de wereld vooralsnog niet te vinden. Op een gebied is de wet echter recent nog verscherpt. In 1995 werd het bezit van kinderporno strafbaar. "Met een mitrailleur op een mug schieten," meent van Naerssen.
"We leven in een informatiemaatschappij", zegt Van Naerssen. "De vraag is of je wel iets moet verbieden wat je niet kn verbieden. Het is pure werkverschaffing voor de politie. Het schiet zijn doel totaal voorbij en kan leiden tot een heksenjacht."
Van Naerssen windt geen doekjes om zijn afkeer van de wetswijziging. "Ik denk wel eens: 'Stel je prioriteiten' want laten we wel wezen", zegt hij, "in Azie, Midden-Amerika en sommige Afrikaanse landen is er pas echt een probleem. Daar kun je voor weinig geld kinderen van 8, 9 jaar op je hotelkamer bestellen. Als ik dan denk aan een onderwijzer die wat plaatjes op zijn computer heeft Dat is niet fris. Helemaal mee eens, maar om er nou meteen van alles bij te halen. Ze mogen hier niet lopen, daar niet wonen, dat vind ik zo'n onzin."
Van Naerssen herhaalt nog maar eens dat ook hij tegen seks met kinderen is. "Het kan hele negatieve effecten hebben, denk maar aan posttraumatische stress. Je moet wel een onderscheid maken tussen kinderen in de voorpuberale fase dus zeg maar tot een jaar of 12, 13 en kinderen in de pubertijd. Die laatste groep heeft gewoon duidelijk seksuele verlangens. Seks is voor die groep over het algemeen geen probleem, dus ook seks met een volwassene niet. Ik vraag me alleen af of het nou zo nodig moet. Kan het niet gewoon met een leeftijdsgenootje?"
Van Naerssen haalde in 1974 de PvdA-senator dr. Edward Brongersma naar Utrecht om gastcolleges te geven over pedofilie naar aanleiding van een reeks artikelen die de jurist over het onderwerp had geschreven in Intermediar. Brongersma moest zijn lidmaatschap van de Eerste Kamer opgeven toen hij in 1950 tot tien maanden celstraf werd veroordeeld wegens seksuele omgang met een 16-jarige. In 1963 keerde hij terug in de Senaat en zag daar een aantal jaren later hoe het wetsartikel waarvoor hij werd veroordeeld uit de zindelijkheidswetgeving werd geschrapt.
De jaren zeventig leken gouden tijden voor de pedofilie in Nederland. Er was een zekere mate van tolerantie. Rond 1980 nam het begrip echter weer af. Van Naerssen meent dat interrelationele verhoudingen in Nederland nooit echt voeten aan de grond hebben gekregen. "In tegenstelling tot bijvoorbeeld de tolerantie van homoseksualiteit die naar mijn idee echt diepgeworteld is, is pedofilie in de jaren zeventig tot op zekere hoogte gedoogd. Waarom dat weer voorbij is gegaan is niet duidelijk te zeggen."
Het archief dat Brongersma in de loop der jaren over het onderwerp bij elkaar had verzameld en had ondergebracht in een stichting, werd na zijn dood in 1998 onderwerp van discussie. Uiteindelijk nam justitie het in beslag. Het zou namelijk kinderporno bevatten en het bezit daarvan is immers bij wet verboden. In de wet wordt echter een uitzondering gemaakt voor educatieve en wetenschappelijke doeleinden.
Van Naerssen was beheerder van het archief en kent de collectie daarom goed. "Het is historisch zonde als er ook maar een snipper van wordt vernietigd," meent hij. "Hoe kun je in zijn algemeenheid stellen dat iets niet geschikt is voor wetenschappelijk onderzoek. Dat is toch onzin. Ik zeg niet dat de hele collectie wetenschappelijk is. Integendeel, maar het materiaal is wel interessant. Er zitten bijvoorbeeld veel dagboeken en persoonlijke getuigenissen bij van mensen van over de hele wereld. Gewoonlijk kom je pedofielen alleen tegen in therapeutische of juridische context. Je krijgt dan alleen de probleemgevallen. Die persoonlijke verhalen soms compleet met video's en foto's geven een uniek inzicht in de belevingswereld van de gewone pedoseksueel."
Een wetenschappelijke commissie die namens justitie het materiaal bekeek kwam echter tot een ander conclusie. "Het is tamelijk onschuldig materiaal, maar wij vinden het geen wetenschappelijke collectie, dus is het nu eenmaal bij wet verboden," zegt commissielid dr. Ed Leuw. De Brongersma-Stichting ging in beroep en de zaak ligt nu in handen van de rechter.