99dec15e Intimiteit en vrijheid
NRC 6 november 1999
Door Willem Fonteijn
In de jaren zestig, toen de seksuele revolutie de weg plaveide voor vrij seks, luidde het credo; seksuele vrijheid voor alles en iedereen. Afgerekend werd met de seksuele beheersingsmoraal die teruggrijpt op het christelijke denken. Met de komst van goede anticonceptie en daarmee het verdwijnen van de angst voor zwangerschap was die moraal passé.
In de seksueel tolerante samenleving kregen seksuele minderheidsgroepen een recht op bestaan. De spreekkamers van seksuologen werden in die tijd gevuld met patiënten met vragen over hun seksuele voorkeur:' Ben ik homofiel en hoe vertel ik het mijn ouders?' 'Ja, u bent homofiel, maar dat geeft niet. Dat zijn we allemaal wel een beetje.' En de seksuoloog hielp de patiënt met emanciperen.
Inmiddels zijn de seksuele minderheidsgroepen geëmancipeerd, maar de seksuele individuen lijken een kommervol bestaan te leiden. De seksuele consument is niet verzadigd, heeft minder zin en lijkt er niet gelukkiger op te worden. Onderzoeken doen melding van seksuele burn-out onder paren. Seksueel geweld, verschil in verlangen en gebrek aan seksuele veiligheid zijn thema's die nu aan de orde zijn. De huidige seksuele moraal is tolerant en liberaal. Vrij baan voor het seksuele individu. Als enige beperking geldt nog dat een seksuele partner geen schade wordt berokkend.
De tolerante houding van de jaren zeventig is via respect voor zelfbeschikking verschoven naar recht op zelfbeschikking. Een recht dat ontleend kan worden aan de universele verklaring van de rechten van de mens en aan de opvatting van de wereldgezondheidsraad over recht op lichamelijke en psychisch welbevinden. Van jong tot oud, van zwaar gehandicapt tot superman, iedereen heeft recht op lust.
Menig televisieprogramma wordt opgesierd met een breed scala aan seksuele gedragingen. Platte seksuele fantasieën worden 'live on television' voor een miljoenen publiek uitgewerkt. Ook de kijker heeft recht op lust. De seksuele moraal is nu een publieksmoraal. Niet langer kijken God, de dominee en de pastoor toe op wat in bed gebeurt maar Veronica, Rtl-4 en Sbs-6. Wat wel en niet kan op seksueel gebied wordt bediscussieerd in de media. De escapades van Clinton, ongewenste intimiteiten, pedofiele netwerken zijn topics die prominent op de publieke agenda staan. De morele discussie nu in de publieke arena wordt gevoerd. De morele discussie is als literair en intellectueel thema naar de achtergrond geschoven. Op zich geen reden tot treurigheid; het morele debat werd immers eeuwenlang gedomineerd door dogmatici die vanuit een rationele 'toeschouwersrol' seksuele gevoelens trachtten in te dammen.
Nu lijkt het intellectuele morele debat een nieuw soort seksueel taboe te zijn geworden en dat is geen winst. Seksuele fantasieën zijn niet meer particulier maar behoren tot het publieke domein. In de media is het individu anoniem. Seks is als media-item geen persoonlijke ervaring maar bij uitstek een product en goed voor de kijkcijfers. Freedom is just another word for nothing left to lose, zingt Janis Joplin. De seksuele vrijheid gaat gepaard met verlies van het persoonlijke, het particuliere.
De publieksmoraal verhult een leeg individualisme. Een individu dat bang is voor de eigen vrijheid en zich voegt naar de kuddenatuur. Een risicoloos bestaan met een minimum aan eigen verantwoordelijkheid. Vrijen verwordt tot een routine van lichamelijke nabijheid en emotionele afstand. 'Zaterdagmorgen voor het wassen van de auto nog even met vrijen met elkaar'.
De seksuele beleving beweegt zich nu in een vreemd tijdsgewricht. De revolutie is voorbij. Het publiek is seksueel geëmancipeerd en bepaalt zelf wel wat het wel of niet seksueel oorbaar vindt. De beheersingsmoraal is via een permissieve tolerante moraal verschoven naar een publieksmoraal. De huidige seksuologie kan worden getypeerd als een liberale seksuologie die gekenmerkt wordt door seksuele zelfbeschikking, emancipatie van seksuele minderheden en een sterke nadruk op het fysiologische karakter van de seksuele respons. Het recht op seksuele zelfbeschikking creëert een seksuele contractrelatie met wederzijds respect, maar zonder enige erotiek. Vanuit het perspectief van de filosoof Nietzsche is de huidige seksuele beleving een vorm van gleichmacherei, een bloedeloos gebeuren waar alle romantiek en intimiteit uitgeslagen is.
De seksuele sapstromen zijn geprogrammeerd. Een vrijplaats voor mannen en vrouwen die zich overleveren aan doctrines uit de jaren zestig over quasi-seksuele vrijheid, die hun gevoelens uit doosjes halen maar het seksleven van een slaaf leiden. De authentieke erotische beleving is 'weggekletst' in praatprogramma's. Dionysus en Eros zijn geannexeerd door de commercie en media.
Erotiek is een thema van alle tijden. Socrates verhaalt in de dialoog Symposium hoe hij als jongeman van de priesteres Diotima uitleg over de betekenis van Eros heeft ontvangen. Diotima vertelt dat Eros de zoon van Armoede en Vermogen is. Armoede lag tijdens een feestje van Aphrodite te slapen voor de deur. Vermogen komt aangeschoten naar buiten en valt in slaap. Armoede verleidt en bemint de slapende god. Uit die samenleving is Eros geboren. Eros een tussenwezen, tussen de mensen en de goden. Altijd vol verlangen naar het Schone. Dat is volgens Diotima het wezenlijke van de erotiek, het verlangen naar schoonheid. Men wordt verliefd op een schone jongeling en beseft dan dat schoonheid niet aan deze ene jongeling gebonden is, maar ook aanwezig is in andere schone jongelingen. Gaandeweg kan men zo beseffen dat de ware schoonheid niet in de mensen gevonden kan worden, maar aan gene zijde van het bestaan. Zowel Eros als Schoonheid zijn bij Socrates onpersoonlijke krachten.
Verliefdheid en erotisch verlangen worden beschouwd als een stap in de richting van het goede. Eros is een halfgod met vel gedaanten. Als een kameleon gaat hij door de tijd. Altijd vol verlangen op zoek naar nieuwe ervaringen. 'Nietzsche plaatst het erotische verlangen weer midden in de wereld. Het schone bevindt zich midden in de wereld. Erotische verlangens zijn van de wereld. Eros is volgens hem een hebzuchtig verlangen dat dat kan transformeren naar vriendschap.
Toch suggereert ook Nietzsche dat erotiek meer is dan lichamelijke lust. In navolging van Nietzsche wordt dit thema door andere uitgewerkt. Zo bepleitte de recent overleden Nobelprijswinnaar van de literatuur, Octavio Paz, in een essay over liefde en hartstocht een authentieke beleving van erotische gevoelens. Hij definieerde erotiek daarbij als persoonlijk en gericht op een exclusieve ander. Niet op de idee van het schone, maar op een persoon.
Voor de filosoof Levinas is daarbij essentieel dat die ander onbereikbaar is. Over erotiek merkt Levinas op dat de gescheidenheid van de ander binnen de gemeenschap met de ander het genot aangeeft. Juist het onvermogen om de ander te bereiken maakt dat het verlangen naar de ander blijft bestaan. De erotische betrekking is intersubjectief, verzet zich tegen veralgemenisering, is het tegendeel van een sociale relatie. Erotische liefde transcendeert aan gene zijde van het verlangen. Levinas suggereert dat erotische intimi een gezamenlijke subjectieve werkelijkheid creëren die voorbij de behoefte gaat. Erotische intimiteit is wezenlijk anders dan de erotische hartstocht of verliefdheid. Hartstocht kan worden beschouwd als een extreem voorbeeld van verlangen zonder een (gezamenlijke) toekomst.
Erotische intimiteit wordt in zijn vorm gekenmerkt door de authentiek beleving van seksuele nabijheid met een exclusieve zelfstandige ander. De inhoud van de intieme erotische relatie is subjectief, gaat voorbij aan puur lichamelijke behoefte en onttrekt zich aan de seksuologische waarneming.
Tegenwoordig is Eros vermomd als oneindige seksuele consument. Seksuele reflexen zijn programmeerbaar en langs kunstmatige weg op te wekken. Maar seksueel plezier en intimiteit behoren tot het spontane gedrag dat niet te voorspellen is. Net zomin als iemand kan worden gedwongen te lachen kan iemand worden gedwongen erotische gevoelens te hebben. Erotiek is de opwinding ervaren en nemen zoals zij komt. Erotiek is door en door lichamelijk in haar reactie, maar onvoorspelbaar in haar beleving. Een erotische ervaring in individueel, authentiek en zeker niet kunstmatig. Eros valt buiten het domein van de empirische wetenschap en laat zich niet in recht op genieten vertalen.
Met de toename van seksuele vrijheid en emancipatie van seksuele rechten is het erotische verlangen getransformeerd in recht op lust. De publieksmoraal voldoet niet als leidraad voor de individuele erotische beleving. De publieksmoraal anonimiseert terwijl de erotische betrokkenheid juist personifieert. Rechten kan je afdwingen. En dat suggereert dat genieten kan worden afgedwongen. De seksuele consument claimt recht op lust, maar staat als het om intimiteit gaat met lege handen. Intimiteit verzet zich niet zozeer tegen rechten, maar kan in zo'n wereld gewoon niet bestaan. Erotische intimiteit is een subjectieve geestverruimende ervaring waar de onbereikbare, aanraakbare ander voor nodig is. Erotische intimiteit is bij uitstek gezamenlijk. Het vergt een zelfbewuste nieuwsgierigheid naar de erotische partner. Seksuele rechten en intimiteit gaan niet samen. Voor wat erotische intimiteit is kunnen we beter eerst te rade gaan bij minnaars en minnaressen, filosofen, kunstenaars en dichters.
Willem Fontijn is als klinisch psycholoog/seksuoloog NVVS verbonden aan het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven.