Start Omhoog

Praten over seks op de basisschool

 

Lessen gaan niet alleen over ‘het’ doen

 

Merle Tip, De Stentor, 1 april 2004

 

Met seksuele voorlichting kun je niet vroeg genoeg beginnen, meent seksuoloog Sanderijn van den Doef. Zij heeft een nieuw lespakket samengesteld voor kinderen in het basisonderwijs, van de kleuterklas tot groep acht. Te vroeg? De lessen gaan niet alleen over 'het' doen.

 

‘Kijk, nou heb je een piemel.’ Floriane van zes houdt een kort, roze rolletje behangpapier voor het kruis van haar tante. Daarna loopt ze om haar tante heen en houdt de rol tegen de billen. ‘En nu heb je een staart.’

 

Een simpel maar kenmerkend voorbeeld waaruit blijkt dat seksualiteit al vroeg en op natuurlijke wijze deel uitmaakt van een kinderleven.

 

Het lijkt misschien wat vroeg, seksuele voorlichting op de basisschool. Maar door kinderen op jonge leeftijd de juiste informatie te geven kunnen heel wat problemen op latere leeftijd worden voorkomen, zegt Richard Normann, die via GGD’s lessen geeft op basisscholen.

 

‘Als kinderen van hun ouders noch van onderwijzers leren hoe het zit, dan krijgen ze hun informatie alleen van televisie. Die is zeer eenzijdig met veel stereotype beelden. Voor die kinderen wordt dat echter de waarheid. Zo krijgen ze een heel verknipt beeld van seks en seksualiteit.’ 

Ter geruststelling: de lessen voor de basisschool zijn breed getrokken. Ze richten zich op een gezonde en evenwichtige geestelijke en lichamelijke ontwikkeling van het kind en niet alleen een technische uitleg van ‘het’ doen. Al komt de vraag’'wat is seks’ natuurlijk gewoon aan bod. Voor kleuters is dit nog wat te gortig. Zij leren wat de verschillen zijn tussen jongens en meisjes en waar baby's vandaan komen. Voor leerlingen in de middenbouw ligt de nadruk op sociale ontwikkeling en relaties.

 

‘Kinderen zijn seksuele wezens,’ zegt seksuoloog Sanderijn van der Doef. ‘Door al op jonge leeftijd met kinderen over relaties en seksualiteit te praten wordt het onderwerp genormaliseerd. En daarmee maak je kinderen ook weerbaar voor negatieve ervaringen op dit gebied.’

Leerkrachten en medewerkers van GGD’s die gisteren in Utrecht aanwezig waren bij de presentatie van het nieuwe lespakket beamen de noodzaak [van] het onderwerp.

 

‘Kinderen zitten vol vragen. Ze zien en horen heel erg veel over het onderwerp op bijvoorbeeld de televisie, in tijdschriften en school. ‘Maar vaak begrijpen de context niet’, zegt Normann

De meest prangende vragen leerlingen in de hoogste klas van de basis school zijn ook niet zozeer toegespitst op seksueel contact.

 

‘Zij willen eigenlijk vooral weten wat al die woorden als beffen, pijpen en homo, waar ze al wel dagelijks volop mee strooien, nu eigenlijk precies betekenen’, vertelt Liesbeth  Frerichs van openbare basisschool ‘Het volle leven’ in Den Haag. Zij legt het vervolgens rustig uit. ‘Je moet alles gewoon bij zijn naam noemen. Uiteindelijk krijgt het onderwerp een zakelijk karakter en beginnen de leerlingen ook andere vragen te stellen.’

‘Leerlingen van groep acht zitten vaak vol onzekerheden over hun lichaam,’ zegt Catrien Blindenburg, onderwijzer op de Petraschool in Eindhoven. Over de lengte van de penis bijvoorbeeld.

 

ROOD HOOFD

 

Veel jongens vragen zich meteen af of die van hun wel normaal is. Ze zien dan in de kleedkamer dat die van andere jongens misschien groter is. Het is belangrijk dat je uitlegt dat iedereen een andere piemel heeft en dat dat normaal is. De kinderen hebben al zo veel dingen om onzeker over te zijn, zo aan het  begin van de puberteit.

 

Volgens haar zijn het vooral de jongens die moeilijk vragen durven stellen. In de klas tijdens de lessen krijgen ze een rood hoofd, kijken naar beneden of beginnen te giechelen. Meisjes zijn vaak juist heel geïnteresseerd in het onderwerp. Zij zitten onder meer met veel onduidelijkheden over menstruatie en hoe een vrouwelijk lichaam precies werkt. Of een dilemma op relatiegebied: ‘Juf, ik heb een vriendje en als mijn ouders niet thuis zijn, moet ik hem dan binnen laten?’

Start Omhoog